Operation Manual

56
NL
Menulijsten
(HANDMATIGE INST.)-categorie
SCÈNEKEUZE ............................Selecteert een geschikte opname-instelling volgens scène, zoals bv. een
nachtzicht of strand.
FADER .................................... Laat scènes in- of uitvloeien.
WITBALANS ...............................Stemt de witbalans af op de helderheid van de opnameomgeving.
SPOTMTR/FOCUS ....................Past helderheid en scherpstelling van het geselecteerde onderwerp
tegelijkertijd.
SPOTMETER ..............................Stemt de beeldhelderheid af op een onderwerp dat u op het scherm
aanraakt.
SPOTFOCUS ..............................Stelt scherp op een onderwerp dat u aanraakt op het scherm.
BELICHTING...............................Regelt de helderheid van films en fotos.
FOCUS ......................................... Stelt handmatig scherp.
TELEMACRO ..............................Filmt een onderwerp scherp op een onscherpe achtergrond.
VL.LNGZ.OPN. ..........................Neemt snel bewegende onderwerpen op in slow-motion.
(VASTLEGINSTELL.)-categorie
/ INSTELLEN...............Stelt de beeldkwaliteit in voor het opnemen, afspelen of bewerken van
films.
OPNAMESTAND ................. Stelt de filmopnamestand in. Voor het opnemen van een snel bewegend
onderwerp is een hoge beeldkwaliteit aangewezen.
HULPKADER .............................. Geeft het kader weer om te controleren of het onderwerp horizontaal of
verticaal is.
STEADYSHOT ...................... Stelt de SteadyShot-functie in bij het opnemen van films.
CONVERSIELENS ...................... Stelt het gebruikte lenstype in (los verkrijgbaar). Optimaliseert de
SteadyShot-functie en scherpstelling volgens de gebruikte lens.
LOW LUX ....................................Neemt heldere beelden op in het duister.
GEZICHTSDETECTIE ...............Regelt automatisch de beeldkwaliteit van gezichten.
PRIORITEITSINST. .....................Selecteer het prioritaire onderwerp voor gezichtsdetectie of lachsluiter.
LACHDETECTIE ........................Neemt automatisch een foto wanneer een lach wordt gedetecteerd.
LACHGEVOELIGH. ................... Stelt de lachdetectiegevoeligheid in via de Lachsluiterfunctie.
AUDIO-OPN.INST.
INT.ZOOMMICR. ............. Neemt films op met helder geluid volgens de zoompositie.
MICR.NIVEAU .................. Stelt het microfoonniveau in.
ANDERE OPN.INST.
DIGITAL ZOOM ......... Stelt het maximum zoomniveau van de digitale zoom in boven het
optische zoomniveau.
AUT.TEGENLICHT ...........Past de belichting voor onderwerpen met tegenlicht automatisch aan.
X.V.COLOR ..................Neemt meer kleuren op.
BR.BLD.SEL. ................ Stelt de horizontaal/verticaal-verhouding in bij opname van films met
standaard beeldkwaliteit (STD).