Operation Manual

20
NL
1 Activeer de BLUETOOTH-functie
van het mobiele apparaat.
2 Druk op BLUETOOTH.
Het systeem maakt automatisch
opnieuw verbinding met het
BLUETOOTH-apparaat waar het het
meest recent mee verbonden was.
3 Controleer of de BLUETOOTH-
indicator blauw oplicht.
Het systeem en het mobiele
apparaat zijn nu met elkaar
verbonden.
4 Start de audioweergave met de
muziekapp op het aangesloten
mobiele apparaat.
Het geluid wordt uitgevoerd via het
hoofdtoestel.
5 Regel het volume.
Regel het volume door op +/–
te drukken op de
afstandsbediening.
Regel het subwoofervolume door
op SW +/– te drukken op de
afstandsbediening (pagina 18).
Als u een NFC-compatibel mobiel
apparaat zoals een smartphone of
tablet in de buurt van de N-markering
op het hoofdtoestel houdt, wordt het
systeem automatisch ingeschakeld,
wordt de koppelingsprocedure
automatisch uitgevoerd en wordt er
automatisch verbinding gemaakt via
BLUETOOTH.
1 Activeer de NFC-functie van het
mobiele apparaat.
2 Raak de N-markering op het
hoofdtoestel aan met het mobiele
apparaat.
Blijf het toestel aanraken tot het
mobiele apparaat begint te trillen
en er een bericht op verschijnt.
Volg de instructies op het scherm
om de koppeling van het
hoofdtoestel en het mobiele
apparaat te voltooien.
Muziek op een gekoppeld
mobiel apparaat beluisteren
BLUETOOTH
SW +/–
+/–
Verbinding maken met een
mobiel apparaat met behulp
van de One-touch-functie
(NFC)
Compatibele apparaten
Smartphones, tablets en muziekspelers
met een ingebouwde NFC-functie
(OS: Android™ 2.3.3 of later, met
uitzondering van Android 3.x)