User manual

NL
16
Zet de ON/OFF(Aan/Uit)-schakelaar van de camera op OFF voordat u de lens
bevestigt of verwijdert.
Bij het bevestigen van de lens, mag u de lensontgrendelingsknop niet indrukken.
Oefen bij het bevestigen van de lens geen buitensporige kracht uit.
De vattingadapter (los verkrijgbaar) is vereist om een lens met A-vatting (los
verkrijgbaar) te kunnen gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de vattingadapter.
Bij gebruik van een lens voorzien van een statiefaansluiting, bevestigt u het statief
aan de lens voor een goede balans.
De lens bevestigen/verwijderen
1
Als de lensdop of verpakkingsdop is bevestigd, haalt u
deze van de camera of de lens af.
Wissel de lens snel en doe dit op een stofvrije plaats om te voorkomen
dat stof of vuil in de camera kan komen.
2
Bevestig de lens door de witte merktekens op de lens en
op de camera met elkaar uit te lijnen.
Houd de camera omlaag gericht om te voorkomen dat stof binnendringt
in de camera.
3
Terwijl u de lens licht tegen de camera aan duwt, draait u
de lens rechtsom totdat deze in de vergrendelde positie
klikt.
Het is belangrijk dat u de lens recht op de camera zet.
Opmerkingen