Operation Manual

23
NL
FILM MODUS
Deze optie is ingesteld op Auto om de kwaliteit van de bewegende beelden van films te verbeteren. Om deze functie
te annuleren, drukt u op
v of V om Uit te selecteren. Druk vervolgens op OK om de instelling op te slaan.
AV2 UITGANG/ AV3 UITGANG
Met de opties "AV2 uitgang" en "AV3 uitgang" kunt u de bron selecteren voor de scart-aansluitingen
3/ en 2/ 2 zodat u via deze scart-aansluitingen elk signaal kunt registreren van de televisie of van
externe apparatuur die is aangesloten op de scart-aansluiting 1/, 2/ en 3/ of de aansluitingen
5 of 5 en 5 aan de zijkant.
Indien uw videorecorder of dvd-speler SmartLink ondersteunt is deze procedure niet nodig.
De volgende stappen uitvoeren:
Als u het menu "Kenmerken" heeft geactiveerd zoals op de vorige pagina is uitgelegd en als de optie is geselecteerd,
drukt u op OK. Druk vervolgens op
v
of
V
om het gewenste uitgangssignaal te selecteren:
TV voor de antenne.
AV1 voor bronnen die zijn aangesloten op 1/.
AV2 voor bronnen die zijn aangesloten op 2/ (alleen voor AV3 uitgang).
AV3 voor bronnen die zijn aangesloten op 3/ (alleen voor AV2 uitgang).
AV5 voor bronnen die zijn aangesloten op 5 of 5 en 5.
AUTO voor het signaal dat wordt bekeken op de televisie.
Indien u "AUTO" selecteert, dan is het uitgangssignaal altijd hetzelfde als het signaal dat op het scherm wordt
weergegeven.
Indien u een decoder heeft aangesloten op de scart-aansluiting 2/ of 3/ 3 of op een
videorecorder die op deze scart-aansluitingen is aangesloten, moet u niet vergeten de "AV2 uitgang" of "AV3
uitgang" terug te zetten op "TV" voor een juiste decodering.
SMARTLINK
Beide scart-aansluitingen 2/ en 3/ ondersteunen SmartLink, maar ze kunnen SmartLink niet
tegelijkertijd ondersteunen. Met deze optie kunt u selecteren welke scart-aansluiting u SmartLink wilt laten
ondersteunen.
De volgende stappen uitvoeren:
Als u het menu "Kenmerken" heeft geactiveerd zoals op de vorige pagina is uitgelegd en als de optie is geselecteerd,
drukt u op OK. Druk vervolgens op
v of V om AV2 of AV3 te selecteren. Druk vervolgens op OK om de instelling
op te slaan.
HULP BIJ AANSLUITINGEN
Zelfs als u reeds externe apparatuur op de televisie heeft aangesloten, is het van belang dat u de instructies in dit menu
opvolgt. Indien u op deze manier te werk blijft gaan, bent u verzekerd van optimale beeldinstellingen met de extra
aangesloten apparatuur.
De volgende stappen uitvoeren:
1 Als u het menu "Kenmerken" heeft geactiveerd zoals op de vorige pagina is uitgelegd en als de optie is
geselecteerd, drukt u op OK. Druk vervolgens op
v of V om de apparatuur te kiezen die u wilt aansluiten: SAT
(satelliet), Decoder, DVD, GAME (spellen), VIDEO (videorecorder) of DVD rec (dvd-speler). Druk vervolgens
op b om de gekozen apparatuur te selecteren (geselecteerde apparatuur kan weer worden verwijderd door op B
te drukken). Wanneer u alle apparatuur heeft geselecteerd, drukt u op
v of V om "Bevestigen" te selecteren en
drukt u op OK.
2 Er wordt een nieuw menu weergegeven waarin wordt aangegeven op welke scart-aansluiting achterop de televisie
de apparatuur moet worden aangesloten. Sluit de apparatuur met behulp van deze informatie aan voor optimale
beeldinstellingen voor de extra apparatuur.
Wij raden ten zeerste aan onze aansluitingsvoorstellen te volgen. Indien u niet akkoord gaat, drukt u op
B of
b om "Nee" te selecteren en vervolgens op OK. Er wordt een nieuw menu op het scherm weergegeven
waarin u de aansluitingen naar wens kunt toewijzen.
3 Wanneer u de extra apparatuur heeft aangesloten, drukt u op B of b om "OK" te selecteren en vervolgens drukt
u op OK op de afstandsbediening.
S
S
S
S
S
S
S
Televisiefuncties
vervolg...