Operation Manual

80
1 Druk op HDD of DVD.
Als u DVD kiest, drukt u op Z (openen/
sluiten) en plaatst u een DVD in de disclade.
Druk nogmaals op Z om de disclade te
sluiten.
Wacht totdat "LOAD" verdwijnt uit het
uitleesvenster op het voorpaneel.
Als u een ongebruikte DVD gebruikt, wordt
het formatteren automatisch gestart.
2 Plaats de DV brontape in uw digitale
camcorder.
Om met de recorder op te nemen of te
bewerken, moet de digitale camcorder zijn
ingesteld op videoweergave.
3 Druk herhaaldelijk op INPUT SELECT op de
afstandsbediening om "DV" te selecteren.
Het uitleesvenster op het voorpaneel wordt als
volgt gewijzigd:
4 Druk herhaaldelijk op REC MODE op de
afstandsbediening om de opnamemodus
te selecteren.
De opnamemodus wordt als volgt gewijzigd:
Zie pagina 42 voor informatie over de
opnamemodus.
5 Druk op TOOLS op de afstandsbediening
om "DV Audio Input" te selecteren en druk
vervolgens op ENTER. Kies dan de
instelling voor de audio-ingang.
"Stereo1" (standaard): Alleen het originele
geluid wordt opgenomen. Kies dit normaal
voor het kopiëren van een DV tape.
"Mix": Stereo 1 en 2 worden opgenomen.
"Stereo2": Alleen bijkomend geluid wordt
opgenomen.
Selecteer "Mix" of "Stereo2" alleen wanneer
een tweede geluidskanaal werd toegevoegd
bij de opname met uw digitale camcorder.
U bent nu klaar om het kopiëren te starten.
Selecteer één van de kopieermethoden op de
volgende pagina's.
z Tips
U kunt de recorder uitschakelen tijdens het kopiëren.
Het kopiëren gaat door, ook al is de recorder
uitgeschakeld.
U kunt de beeldkwaliteit voor de opname aanpassen
voordat u begint met opnemen. Zie "De beeldkwaliteit
en het beeldformaat van de opname aanpassen" (pagina
50).
Opmerkingen
Op de recorder kan niet meer dan één digitaal video-
apparaat worden aangesloten.
De recorder kan niet worden bediend met een ander
toestel of een andere recorder van hetzelfde model.
Datum, tijdstip noch inhoud van het cassettegeheugen
kunnen op de disc worden opgeslagen.
Bij opname van een DV tape met een geluidsspoor dat
met meervoudige bemonsteringsfrequenties (48 kHz,
44,1 kHz of 32 kHz) werd opgenomen, wordt geen of
onnatuurlijk geluid geproduceerd bij weergave van het
bemonsteringsfrequentie-omschakelpunt op de disc.
Om de Auto Scene Chaptering-functie (pagina's 81, 82)
van deze recorder te kunnen gebruiken, moet de klok
van uw digitale camcorder juist zijn ingesteld voor u
begint te filmen.
Het opnamebeeld kan tijdelijk zijn gestoord wanneer
de beeldgrootte van het bronbeeld verandert of
wanneer er niets op de tape is opgenomen.
Met de opnamekant omlaag
L2L1 L4L3 DV
Programma-
positie
HQ SP LP EPHSP SLP