Operation Manual

15 (NL)
SCHERM menu (alleen voor
analoog RGB-signaal)
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het SCHERM
menu.
AUT. INSTELLEN
•FASE
•PITCH
H CENTRERING
V CENTRERING
x De beeldkwaliteit automatisch aanpassen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de
beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast
zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt
(pagina 19).
Opmerking
Als de functie voor het automatische aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, werkt alleen de 1 (aan/uit)-schakelaar.
Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de functie
voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal automatisch
verder aanpassen (zie AUT. INSTELLEN hieronder).
Als de beeldkwaliteit nog verder moet worden aangepast
U kunt de scherpte (fase/pitch) en de positie (horizontale/verticale positie)
van het beeld handmatig aanpassen.
Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en
automatisch opgeroepen als de monitor een eerder ontvangen en
geregistreerd ingangssignaal ontvangt.
x De beeldkwaliteit voor het huidige
ingangssignaal automatisch verder
aanpassen (AUT. INSTELLEN)
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
3Druk op de m/M toetsen om AUT. INSTELLEN te
selecteren en druk vervolgens op de OK toets.
Het AUT. INSTELLEN menu verschijnt op het scherm.
4Druk op de m/M toetsen om AAN of UIT te
selecteren en druk op de OK toets.
AAN: Breng de nodige wijzigingen aan voor de fase, pitch
en horizontale/verticale positie van het huidige
ingangssignaal en sla deze op.
Opmerking
Als de monitor is ingeschakeld of het ingangssignaal wordt
gewijzigd, voert AUT. INSTELLEN automatisch
aanpassingen uit.
UIT: AUT. INSTELLEN is niet beschikbaar.
Opmerking
AUT. INSTELLEN werkt automatisch wanneer het
ingangssignaal wordt gewijzigd.
5 Druk op de m/M toetsen om te selecteren en druk
op de OK toets.
Ga terug naar het menuscherm.
x Pas de beeldscherpte en de positie
handmatig aan (PITCH/FASE/H
CENTRERING/V CENTRERING)
U kunt de scherpte van het beeld als volgt aanpassen. Deze
aanpassing is effectief als de computer is aangesloten op de
HD15-ingang van de monitor (analoge RGB).
1 Stel de resolutie op de computer in op 1.280 × 1.024.
2 Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
3 Start de cd-rom
Voor Windows
Als de automatische startmodus loopt:
Selecteer het gebied, de taal en het model en klik op
Hulpprogramma voor instellen van monitor (UTILITY).
4 Klik op "Adjust" en bevestig de huidige resolutie
(bovenste waarde) en de aanbevolen resolutie
(onderste waarde), en klik vervolgens op "Next".
Het testpatroon voor PITCH verschijnt.
5 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
6Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
7Druk op de m/M toetsen om PITCH te selecteren en
druk vervolgens op de OK toets.
Het PITCH aanpassingsmenu verschijnt op het scherm.
8Druk op de m/M toetsen totdat de verticale strepen
verdwijnen.
Pas de scherminstelling zo aan dat de verticale strepen
verdwijnen.
Opmerking
Wanneer u digitale RGB-signalen ontvangt van de DVI-D-ingang
voor INGANG1, zijn aanpassingen niet nodig.
I
EX I T
1280 1024 60Hzx/
AUT NSTELLEN
FASE
P TCH
H CENTRERING
V CENTRERING
SCHERM
I
.