Operation Manual

36
NL
5: De antennes aansluiten
Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne en de
FM-draadantenne aan.
* De vorm van de aansluitstekker kan verschillend
zijn voor de diverse landcodes.
Opmerkingen
Om te voorkomen dat de AM-raamantenne
stoorsignalen opvangt, moet u deze uit de buurt
houden van de receiver en andere apparatuur.
Strek de FM-draadantenne tot zijn volle lengte uit.
Na aansluiten van de FM-draadantenne moet u die
zo horizontaal mogelijk leiden.
•Gebruik de U SIGNAL GND-aardaansluiting niet
voor het aarden van de receiver.
FM-draadantenne (bijgeleverd)
AM-raamantenne (bijgeleverd)