N Gebruikershandleiding Personal computer VG N - F E - s e r i e / VG N - A R - s e r i e
n 2 N Inhoudsgave Voor gebruik.......................................................................................................................................................................6 Opmerking ...................................................................................................................................................................6 ENERGY STAR .............................................................................................................................
n 3 N Andere geheugenkaarten gebruiken..........................................................................................................................74 Het internet gebruiken................................................................................................................................................79 Draadloos LAN (WLAN) gebruiken ............................................................................................................................
n 4 N Voorzorgsmaatregelen...................................................................................................................................................150 Met het LCD-scherm omgaan ..................................................................................................................................151 De stroomvoorziening gebruiken .............................................................................................................................
n 5 N Muis .........................................................................................................................................................................196 Luidsprekers ............................................................................................................................................................197 Touchpad .................................................................................................................................................
n 6 N Voor gebruik Voor gebruik Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer. ! De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet. Opmerking © 2007 Sony Corporation. Alle rechten voorbehouden.
n 7 N Voor gebruik Sony Corporation behoudt zich het recht voor op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan deze handleiding of de hierin opgenomen informatie. Het gebruik van de hierin beschreven software is onderworpen aan de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
n 8 N Voor gebruik ENERGY STAR Als ENERGY STAR-partner heeft Sony ervoor gezorgd dat dit product in overeenstemming is met de ENERGY STAR-richtlijnen voor een zuinig energieverbruik. Het International ENERGY STAR Office Equipment Program is een internationaal programma dat energiebesparing bij het gebruik van computers en kantoorapparatuur bevordert. Het programma steunt de ontwikkeling en verkoop van producten die voorzien zijn van functies om het energieverbruik effectief te reduceren.
n 9 N Voor gebruik Documentatie In de documentatie vindt u gedrukte informatie en gebruikershandleidingen voor uw VAIO-computer om door te lezen. De handleidingen worden als PDF-bestand geleverd, zodat u ze gemakkelijk kunt weergeven en afdrukken. De portal My Club VAIO is het ideale startpunt om uw computer te verkennen: een uitgebreide verzameling met alles wat u nodig hebt om uw computer ten volle te benutten. De gebruikershandleidingen bevinden zich allemaal in Documentation (Documentatie).
n 10 N Voor gebruik Gedrukte documentatie ❑ Een installatieposter: met de procedure vanaf het uitpakken tot en met het starten van uw VAIO. ❑ Probleemoplossing: met oplossingen voor veel voorkomende problemen. ❑ Gids systeemherstel: Bevat instructies voor het maken van een reservekopie van uw gegevens en het herstellen van uw computersysteem, en oplossingen voor andere computerstoringen.
n 11 N Voor gebruik My Club VAIO In My Club VAIO vindt u: Documentatie (Documentation) met: ❑ Toegang tot de Gebruikershandleiding. In deze handleiding wordt het volgende uitgebreid besproken: de functies van uw computer, het correct en veilig gebruiken van deze functies, het aansluiten van randapparatuur en nog veel meer. ❑ Toegang tot Hulp & Training (Help & Training). Dit is de portal van VAIO Help en ondersteuning.
n 12 N Voor gebruik Windows Help en ondersteuning Windows Help en ondersteuning is een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw computer te gebruiken. Gebruik de zoekfunctie, de index of de inhoudsopgave om alle Windows Help-bronnen te bekijken, met inbegrip van de bronnen op het internet. Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning.
n 13 N Voor gebruik Ergonomische overwegingen U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers: ❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2), met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord, het touchpad of de muis gebruikt.
n 14 N Voor gebruik ❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Kantel het scherm tot u de optimale gezichtshoek vindt. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in. ❑ Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden.
n 15 N Aan de slag Aan de slag In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
n 16 N Aan de slag De besturingselementen en poorten Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
n 17 N Aan de slag Modellen uit de VGN-FE-serie Voorzijde A B C D E F G H I J K Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 45) Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 29) LCD-scherm (pagina 151) Ingebouwde luidsprekers (stereo) Toetsenbord (pagina 40) Touchpad (pagina 42) Aan/uit-lampje (pagina 29) Batterijlampje (pagina 29) Lampje voor harde schijf (pagina 29) Lampje voor Memory Stick Duo/PRO Duo-media (pagina 29) Vergrendelingslipje LOCK/RELEASE voor LCD-scherm Zorg dat u dit vergrendelingslipje in d
n 18 N Aan de slag A B C D E F G H I Dempknop (pagina 43) Demplampje (pagina 29) VOL-knoppen (volumeknoppen) (pagina 43) Knop S1 en S2 (pagina 43) Num Lock-lampje (pagina 29) Caps Lock-lampje (pagina 30) Scroll Lock-lampje (pagina 30) Aan/uit-knop Aan/uit-lampje (pagina 29)
n 19 N Aan de slag Achterzijde A Ventilator B Batterijconnector (pagina 33)
n 20 N Aan de slag Rechterzijde A B C D E F G H PC Card-ontgrendelingsknop (pagina 63) PC Card-sleuf (pagina 61) *1 Wordt vanaf nu ExpressCard-sleuf genoemd. *2 Ondersteunt hoge/volle/lage snelheid. *3 Wordt vanaf nu S VIDEO OUT-poort genoemd. *4 Uitgeschakeld als de computer op het optionele dokstation is aangesloten. ExpressCard™/34-sleuf*1 (pagina 64) i.LINK (IEEE 1394) S400-poort (pagina 124) Hi-Speed USB-poorten (USB 2.
n 21 N Aan de slag Linkerzijde A B C D Modempoort (pagina 79) Netwerkpoort (Ethernet) (pagina 126) Optisch station (pagina 46) Uitwerpknop voor station (pagina 46)/ Lampje voor optisch station (pagina 29) E Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 186) F Beveiligingssleuf
n 22 N Aan de slag Onderzijde A Aansluiting voor dokstation (pagina 97) B Ventilatoren
n 23 N Aan de slag Modellen uit de VGN-AR-serie Voorzijde A B C D E F G H I J K L M Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 45) Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 29) LCD-scherm (pagina 151) Toetsenbord (pagina 40) Ingebouwde luidsprekers (stereo) VAIO-logolamp Aan/uit-knop / Aan/uit-lampje (pagina 29) Touchpad (pagina 42) Aan/uit-lampje (pagina 29) Batterijlampje (pagina 29) Lampje voor harde schijf (pagina 29) Lampje voor Memory Stick PRO/Duo-media (pagina 29) Vergrendelingslipje LOCK/RELEASE
n 24 N Aan de slag A B C D E F G Num Lock-lampje (pagina 29) Caps Lock-lampje (pagina 30) Scroll Lock-lampje (pagina 30) Knop S1 en S2 (pagina 43) VOLUME knoppen (pagina 43) Uitwerpknop (pagina 46) Dempknop (pagina 43) / Demplampje (pagina 29) H CHANNEL-knoppen* (pagina 43) I J K L M N TV REC-knop* (pagina 43) * Alleen op bepaalde modellen.
n 25 N Aan de slag Achterzijde A B C D E VHF/UHF-poort*1 (pagina 54) Ventilator Batterijconnector (pagina 33) *1 Alleen op bepaalde modellen. *2 Ondersteunt hoge/volle/lage snelheid. Hi-Speed USB-poort (USB 2.
n 26 N Aan de slag Rechterzijde A B C D E F G Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0)*1 (pagina 120) PC Card-ontgrendelingsknop (pagina 63) PC Card-sleuf (pagina 61) ExpressCard-moduleontgrendelingsknop (pagina 67) Universal ExpressCard -sleuf*2 (pagina 65) i.LINK (IEEE 1394) S400-poort (pagina 124) AV In-connector*3 *4 Voor het aansluiten van een extern apparaat, zoals een VCR. H S VIDEO INPUT-poort*3 *4 *5 Voor het aansluiten van een extern apparaat, zoals een VCR.
n 27 N Aan de slag Linkerzijde A OPTICAL OUT-poort (uitvoerfrequentie 96 kHz/48 kHz/44 kHz/ B C D E F G variabel) Hierop kunt u digitale apparatuur zoals een AV-versterker aansluiten.
n 28 N Aan de slag Onderzijde A Aansluiting voor dokstation (pagina 97) B Ventilatoren
n 29 N Aan de slag De lampjes Uw computer is voorzien van de volgende lampjes. Lampje Functies Aan/Uit 1 Brandt als de computer is ingeschakeld, knippert als de computer op Sleep (stand-by) is gezet en brandt niet als de computer in de Hibernate-stand (slaapstand) staat of is uitgeschakeld. Batterij e Brandt wanneer de computer werkt op batterijstroom, knippert wanneer de batterij bijna leeg is en knippert dubbel wanneer de batterij wordt opgeladen.
n 30 N Aan de slag Lampje Functies Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen. U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt. Caps Lock Druk op de toets Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als het lampje Scr Lk niet meer brandt.
n 31 N Aan de slag Een stroombron aansluiten De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. De netadapter gebruiken ✍ Gebruik de computer alleen met de bijgeleverde netadapter. De netadapter gebruiken 1 Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3). 2 Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2). 3 Steek de stekker van de netadapter (3) in de DC IN-poort (4) van de computer of het optionele dokstation.
n 32 N Aan de slag ✍ Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los. Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. Als u de computer lange tijd niet gebruikt, zet u de computer in de Hibernate-stand (slaapstand). Zie De Hibernate-stand (slaapstand) gebruiken (pagina 136). Deze stroombesparende stand bespaart u de tijd die nodig is om de computer af te sluiten of weer te activeren.
n 33 N Aan de slag De batterij gebruiken De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de aankoop. De batterij plaatsen De batterij plaatsen ✍ De afbeeldingen hieronder gebruiken de modelcomputer uit de VGN-FE-serie als voorbeeld. 1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm. 2 Schuif de batterijvergrendeling (1) naar de positie UNLOCK. 3 Schuif de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt.
n 34 N Aan de slag ✍ Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt. ! Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze notebookcomputer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een andere batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de notebookcomputer niet.
n 35 N Aan de slag De batterij opladen De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de aankoop. De batterij opladen 1 Plaats de batterij. 2 Sluit de netadapter aan op de computer. De computer laadt de batterij automatisch op (het batterijlampje knippert telkens twee keer kort na elkaar terwijl de batterij wordt opgeladen). Wanneer de batterij ongeveer 85% is opgeladen, gaat het batterijlampje uit.
n 36 N Aan de slag ✍ Als de batterij bijna leeg is, knippert zowel het batterij- als het stroomlampje. Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt. Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
n 37 N Aan de slag De batterij verwijderen ! U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de batterij verwijdert als de computer op Sleep (stand-by) is gezet. De batterij verwijderen ✍ De afbeeldingen hieronder gebruiken de modelcomputer uit de VGN-FE-serie als voorbeeld. 1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm. 2 Schuif de batterijvergrendeling (1) naar de positie UNLOCK.
n 38 N Aan de slag De computer veilig uitschakelen Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven. De computer afsluiten 1 Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit. 2 Klik op Start, vervolgens op de pijl 3 Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht tot de computer is uitgeschakeld. Het stroomlampje gaat uit.
n 39 N De VAIO-computer gebruiken De VAIO-computer gebruiken In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
n 40 N De VAIO-computer gebruiken Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord lijkt erg veel op het toetsenbord van een bureaucomputer, maar is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken voor een bepaald model kunt uitvoeren. De VAIO-Link-website (http://www.vaio-link.com) bevat eveneens informatie over het gebruik van het toetsenbord. Combinaties en functies met de Fn-toets ✍ Sommige functies werken pas als Windows is opgestart.
n 41 N De VAIO-computer gebruiken Combinaties/Functie Functies Fn + Hiermee wijzigt u de schermresolutie om de schermweergave van uw computer te vergroten of zijn standaardweergave te herstellen.
n 42 N De VAIO-computer gebruiken Het touchpad gebruiken U kunt objecten op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen, en u kunt door een lijst met items bladeren met behulp van het touchpad. Actie Beschrijving Aanwijzen Schuif één vinger over het touchpad (1) om de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen. Klikken Druk één keer op de linkerknop (3). Dubbelklikken Druk twee keer op de linkerknop. Klikken met de rechtermuisknop Druk één keer op de rechterknop (4).
n 43 N De VAIO-computer gebruiken De knoppen voor speciale functies gebruiken De computer is uitgerust met speciale knoppen, waarmee u specifieke functies van de computer kunt gebruiken. Modellen uit de VGN-FE-serie Knop met speciale functie De knoppen S1/S2 Functies Met de knop S1 wordt standaard de VAIO Help en ondersteuning gestart en met de knop S2 schakelt u tussen uw computerscherm, een externe monitor en gelijktijdige uitvoer naar beide.
n 44 N De VAIO-computer gebruiken Knop met speciale functie Functies Stop-knop Hiermee stopt u het afspelen van de media of de tv-opname. Druk nogmaals om het afspelen of opnemen te hervatten. Hiermee speelt u het vorige hoofdstuk of de vorige film van de dvd of het vorige nummer van de cd af. Vorig item-knop Volgend item-knop AV MODE-knop De knoppen S1/S2 Hiermee speelt u het volgende hoofdstuk of de volgende film van de dvd of het volgende nummer van de cd af. De AV Mode Launcher wordt gestart.
n 45 N De VAIO-computer gebruiken De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken Uw computer is uitgerust met een ingebouwde MOTION EYE-camera. De ingebouwde MOTION EYE-camera voegt videofunctionaliteit toe aan software voor expresberichten en videobewerkingssoftware. Als u de computer inschakelt, wordt de ingebouwde MOTION EYE-camera geactiveerd. U kunt de computer dan gebruiken voor videovergaderingen met behulp van de bovenstaande softwaretoepassingen.
n 46 N De VAIO-computer gebruiken Het optische station gebruiken De computer is uitgerust met een optisch station. Een schijf plaatsen ! Waar de uitwerpknop zit, is afhankelijk van het model dat u hebt gekocht. Zie De besturingselementen en poorten (pagina 16). 1 Zet de computer aan. 2 Druk op de uitwerpknop om het station te openen. De lade schuift uit het station. ✍ Bij modellen uit de VGN-AR-serie: Als de uitwerpknop niet werkt, druk dan op de reserve-uitwerpknop van het optische station.
n 47 N De VAIO-computer gebruiken Optische schijven lezen en beschrijven Met de computer kunt u CD's en DVD's afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt gekocht. Bekijk de specificaties van het type optisch station dat in de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg de volgende tabel om te zien welke typen media door uw optische station worden ondersteund.
n 48 N De VAIO-computer gebruiken PR: afspeelbaar en opneembaar P: afspeelbaar, maar niet opneembaar –: niet afspeelbaar en niet opneembaar Blu-ray Station CDROM VideoCD Muziek- CD CD Extra CD-R/ RW DVDROM DVDVideo BDROM DVD-R/ DVD+R/ DVD+R DVD-R RW RW DL DL P P P PR*8 P P P PR*1 *2 P PR PR*5 PR*6 DVDRAM BD-R*9/ PR*3 *4 PR*7 RE*10 *7 Ondersteuning voor schrijven van gegevens op BD-R-versie 1.
n 49 N De VAIO-computer gebruiken ! Wanneer u Blu-ray-schijven met beveiliging van het auteursrecht doorlopend wilt afspelen, moet u de AACS-code bijwerken. Voor het bijwerken van de AACS-code is internettoegang vereist. Net als bij andere optische media-apparaten kan door bepaalde omstandigheden de compatibiliteit worden beperkt of het afspelen van een Blu-ray-schijf worden voorkomen.
n 50 N De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf ❑ Gebruik alleen Sony Value-added software bij het schrijven naar CD/DVD-media. (bijvoorbeeld Click to DVD) Andere softwareprogramma's zijn mogelijk niet volledig compatibel en kunnen leiden tot fouten. ❑ Om ervoor te zorgen dat het optische station de gegevens op een schijf kan lezen, moet u de sessie sluiten voordat u de schijf uitwerpt. Hoe u daarbij te werk gaat, leest u in de aanwijzingen bij de software.
n 51 N De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het afspelen van schijven Voor optimale prestaties bij het afspelen van DVD's volgt u de volgende aanbevelingen. ❑ Sluit alle geopende toepassingen vóór u een DVD-film afspeelt. ❑ Sommige CD-spelers en optische stations van de computer kunnen geen audio-CD's afspelen die met de CD-R- of CD-RW-schijfmedia zijn gemaakt.
n 52 N De VAIO-computer gebruiken ❑ Wanneer u een DVD afspeelt (audio of video) en u een USB-apparaat wilt loskoppelen, bijvoorbeeld USB-compatibele luidsprekers, moet u eerst het afspelen van de DVD stoppen. Als u een USB-compatibel apparaat loskoppelt terwijl een DVD (audio of video) wordt afgespeeld, kan dit een storing veroorzaken. CD's afspelen Een audio-CD afspelen 1 Plaats een schijf in het optische station.
n 53 N De VAIO-computer gebruiken DVD's afspelen Een DVD afspelen 1 Sluit alle actieve softwaretoepassingen. 2 Plaats een DVD in het optische station. 3 Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste dvd-software om de dvd af te spelen. Voor instructies over het gebruik van de software raadpleegt u de Help bij de DVD-software.
n 54 N De VAIO-computer gebruiken De TV-functie gebruiken Als de door u gekochte computer een model uit de VGN-AR-serie is, is er mogelijk een hybride tv-tunerkaart in geïnstalleerd en het besturingssysteem Microsoft Windows Vista Home Premium met Windows Media Center, zodat u TV-programma's kunt weergeven, opnemen en afspelen.
n 55 N De VAIO-computer gebruiken De afstandsbediening gebruiken Als uw computer de TV-functie ondersteunt, wordt er een afstandsbediening bij de computer geleverd voor het gebruik van Media Center-functies, zoals de selectie van TV-kanalen.
n 56 N De VAIO-computer gebruiken A Pauze X-knop Druk op deze knop om het afspelen te stoppen. Druk nogmaals om het afspelen te hervatten. Stop x-knop Druk op deze knop om het afspelen van de media of de tv-opname te stoppen. Vooruit M-knop Druk op deze knop om in drie verschillende snelheden vooruit te kunnen spoelen. Overslaan B?-knop Druk op deze knop om bijvoorbeeld een geluidsbestand, een dvd-hoofdstuk en 30 seconden van een tv- of video-opname vooruit te spoelen.
n 57 N De VAIO-computer gebruiken E Gids-knop F G H I J K L Druk op deze knop om de TV-gids voor uw regio te bekijken. Alfanumerieke knoppen Druk op deze knoppen of voer tekst in om bepaalde kanalen te selecteren. (Druk op ENTER of OK om de kanaalselectie te activeren.) CLEAR-knop Druk op backspace om ingevoerde tekst te wissen. Functieknoppen voor Teletext TV-programma's Rode knop Druk op deze knop om naar de rode sneltoets in de functie teletext TV-programma te gaan.
n 58 N De VAIO-computer gebruiken Voordat u de afstandsbediening gebruikt Voordat u de afstandsbediening gebruikt, moet u de meegeleverde AA-mangaanbatterijen plaatsen om communicatie tussen de computer en de afstandsbediening mogelijk te maken. Batterijen plaatsen 1 Draai de afstandsbediening om. 2 Duw lichtjes op het gedeukte gebied (1), schuif het kapje van het batterijcompartiment in de richting van de pijl en verwijder het kapje.
n 59 N De VAIO-computer gebruiken 3 Plaats de twee meegeleverde AA-batterijen in de afstandsbediening. 4 Plaats het kapje terug op de afstandsbediening en schuif deze in de andere richting dan de pijl erboven totdat het kapje op zijn plaats klikt. ✍ Als de afstandsbediening niet goed functioneert, is het mogelijk dat de batterijen moeten worden vervangen. Wanneer u de afstandsbediening lange tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om schade door lekkage van de batterijen te voorkomen.
n 60 N De VAIO-computer gebruiken Windows Media Center instellen De eerste keer dat u Windows Media Center start, verschijnt de installatiewizard. Wanneer u de tv-tuner wilt configureren, klikt u op Aangepaste installatie en volgt u de instructies op het scherm. Klik in het venster Optionele installatie op Tuners configureren, TV-signaal en Programmagids en volg de instructies op het scherm.
n 61 N De VAIO-computer gebruiken PC Cards gebruiken PC Cards bieden u de mogelijkheid om draagbare externe apparaten aan te sluiten op de computer. Een PC Card plaatsen ! Het is mogelijk dat bepaalde PC Cards of de functies ervan niet compatibel zijn met uw computer. U hoeft de computer niet uit te schakelen voordat u een PC Card plaatst of verwijdert. Een PC Card plaatsen 1 Duw de ontgrendelingsknop van de PC Card-sleuf in zodat de ontgrendelingsknop uitspringt.
n 62 N De VAIO-computer gebruiken ! Wanneer u geen PC Card gebruikt, plaatst u de PC Card-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de PC Cardsleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst. ✍ Mogelijk werken sommige apparaten niet naar behoren als u teruggaat naar de normale modus vanuit Sleep (stand-by) of de Hibernate-stand (slaapstand).
n 63 N De VAIO-computer gebruiken Een PC Card verwijderen Volg de onderstaande stappen om de PC Card te verwijderen terwijl de computer aan staat. Als u de kaart niet juist verwijdert, werkt het systeem mogelijk niet meer naar behoren. Een PC Card verwijderen ✍ Als u een PC Card wilt verwijderen terwijl de computer is uitgeschakeld, slaat u stap 1 tot en met 7 over. 1 Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk. Het venster Hardware veilig verwijderen verschijnt.
n 64 N De VAIO-computer gebruiken De ExpressCard-module gebruiken Uw computer is uitgerust met een Universal ExpressCard -sleuf* of een ExpressCard™/34 -sleuf* voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en video-apparaten. De eerste is bedoeld voor een ExpressCard™/34 (34 mm breed) of ExpressCard™/54 (54 mm breed) module* zoals hieronder weergegeven en de laatste alleen voor een ExpressCard™/34 module*.
n 65 N De VAIO-computer gebruiken Een ExpressCard-module plaatsen ! Uw computer wordt geleverd met een sleufbeveiliging in de ExpressCard-sleuf. Verwijder deze sleufbeveiliging voordat u de sleuf voor het eerst gebruikt. Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van de ExpressCard-module. Forceer de kaart nooit in of uit de sleuf. ✍ U hoeft de computer niet uit te schakelen voordat u een Express Card-module plaatst of verwijdert.
n 66 N De VAIO-computer gebruiken ! Wanneer u geen ExpressCard-module gebruikt, plaatst u de ExpressCard-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de ExpressCard-sleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst. ✍ Als de module of adapter niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de module voorzichtig en controleert u of deze in de juiste richting is geplaatst.
n 67 N De VAIO-computer gebruiken Een ExpressCard-module verwijderen Volg de onderstaande stappen om de ExpressCard-module te verwijderen terwijl de computer aan staat. Als u de kaart niet juist verwijdert, werkt het systeem mogelijk niet meer naar behoren. Voordat u een ExpressCard-module verwijdert Als de computer is ingeschakeld, moet u deze stappen volgen ter voorbereiding voor het veilig verwijderen van de module. 1 Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
n 68 N De VAIO-computer gebruiken Een ExpressCard-module verwijderen bij modellen uit de VGN-AR-serie 1 Duw de ontgrendelingsknop van de ExpressCard-module in zodat de ontgrendelingsknop uitspringt. 2 Duw de ontgrendelingsknop van de ExpressCard-module nogmaals in zodat de module uit de sleuf springt. 3 Neem de ExpressCard-module voorzichtig vast en trek deze uit de sleuf. 4 Als de ontgrendelingsknop van de ExpressCard-module nog niet is ingedrukt, drukt u deze er helemaal in.
n 69 N De VAIO-computer gebruiken Memory Stick-media gebruiken De computer ondersteunt Memory Stick-media. Een Memory Stick is een compact, draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium dat speciaal is ontworpen voor het uitwisselen en delen van digitale gegevens met compatibele producten, zoals digitale camera's en mobiele telefoons. Doordat een Memory Stick uitneembaar is, kan deze worden gebruikt voor externe gegevensopslag.
n 70 N De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick plaatsen Modellen uit de VGN-FE-serie zijn uitgerust met een Memory Stick Duo/PRO Duo-mediumsleuf die alleen kleine Memory Stick-media kan bevatten: Memory Stick Duo- of Memory Stick PRO Duo-media, terwijl modellen uit de VGN-AR-serie zijn uitgerust met een Memory Stick PRO/Duo-mediasleuf die zowel de standaard of kleine media kan bevatten.
n 71 N De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick plaatsen 1 Zoek de sleuf voor Memory Stick-media aan de voorzijde van de computer (pagina 16). 2 Houd de Memory Stick-media zo vast dat de pijl naar boven gericht is en de Memory Stick in de richting van de sleuf wijst. 3 Schuif de Memory Stick voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
n 72 N De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick formatteren De Memory Stick is met de standaard fabrieksinstelling geformatteerd en is gereed voor gebruik. Als u de Memory Stick met uw computer opnieuw wilt formatteren, voert u de volgende stappen uit. ! Gebruik een apparaat dat geschikt is voor het formatteren van media en Memory Sticks ondersteunt om de Memory Stick te formatteren. Het formatteren van de Memory Stick-media wist alle gegevens op de media. Voorkom dat waardevolle gegevens worden gewist.
n 73 N De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick verwijderen Een Memory Stick verwijderen ! Voor het gemak worden zowel de Memory Stick Duo/PRO Duo-media-indicator bij modellen uit de VGN-FE-serie en de Memory Stick PRO/Duo-mediaindicator bij modellen uit de VGN-AR-serie Memory Stick-media-indicators genoemd in het volgende. 1 Controleer of het toegangslampje van de Memory Stick uit is. 2 Duw de Memory Stick in de sleuf. De Memory Stick wordt uitgeworpen. 3 Trek de Memory Stick uit de sleuf.
n 74 N De VAIO-computer gebruiken Andere geheugenkaarten gebruiken De manier waarop andere geheugenkaarten worden gebruikt, hangt af van het model dat u koopt. Lees de sectie die geschikt is voor uw computer.
n 75 N De VAIO-computer gebruiken Een geheugenkaart plaatsen Een geheugenkaart in de geheugenkaartadapter plaatsen 1 Plaats een van de geheugenkaarten (2) in de geheugenkaartadapter (1). ! Zorg dat u de geheugenkaart in de juiste richting in de adapter plaatst. Zo voorkomt u dat de geheugenkaartadapter beschadigd raakt. 2 Raadpleeg Een ExpressCard-module plaatsen (pagina 65) om de geheugenkaartadapter in de ExpressCard-sleuf te plaatsen.
n 76 N De VAIO-computer gebruiken Andere geheugenkaarten bij modellen uit de VGN-AR-serie gebruiken Naast de sleuf voor Memory Stick PRO/Duo-media is de computer uitgerust met een sleuf voor SD-geheugenkaarten waarin u andere geheugenkaarten kunt plaatsen. U kunt deze sleuf gebruiken voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten.
n 77 N De VAIO-computer gebruiken Een geheugenkaart plaatsen Een geheugenkaart plaatsen 1 Zoek de sleuf voor SD-geheugenkaarten aan de voorzijde van de computer. 2 Houd de geheugenkaart met de pijl naar boven en in de richting van de geheugenkaartsleuf. 3 Schuif de geheugenkaart voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt. Forceer de kaart nooit in de sleuf.
n 78 N De VAIO-computer gebruiken Een geheugenkaart verwijderen ! Verwijder een geheugenkaart nooit als het lampje voor SD-geheugenkaart brandt. De kaart of de gegevens op de kaart kunnen hierbij worden beschadigd. Een geheugenkaart verwijderen: 1 Controleer of het lampje van de SD-geheugenkaart uit is. 2 Druk op het uitstekende deel van de geheugenkaart zodat de kaart uit de sleuf springt. 3 Als de kaart verder uit de sleuf is gekomen, trekt u de kaart voorzichtig uit de sleuf.
n 79 N De VAIO-computer gebruiken Het internet gebruiken Een inbelverbinding instellen Voordat u verbinding kunt krijgen met het internet moet u de computer verbinden met een telefoonlijn via een telefoonkabel (niet meegeleverd). Als u eenmaal de telefoonkabel hebt aangesloten, kunt u verbinding maken met het internet. Een telefoonkabel aansluiten 1 2 Steek het ene uiteinde van de telefoonkabel (1) in de modempoort van de computer. Steek het andere uiteinde van de telefoonkabel in een stopcontact (2).
n 80 N De VAIO-computer gebruiken Draadloos LAN (WLAN) gebruiken Dankzij de functie voor draadloos LAN (WLAN of Wireless LAN) van Sony kunnen al uw digitale apparaten met ingebouwde WLAN-functionaliteit vrij met elkaar communiceren via een netwerk. Een WLAN is een netwerk waarin een gebruiker een verbinding kan maken met een lokaal netwerk (LAN) via een draadloze (radio)verbinding. Het is dus niet langer nodig om kabels of draden te trekken door muren en plafonds.
n 81 N De VAIO-computer gebruiken Communicatie tussen Wireless LAN-apparaten die de standaard IEEE802.11a gebruiken en apparaten die IEEE 802.11b of IEEE 802.11g gebruiken, is niet mogelijk omdat de gebruikte frequenties verschillend zijn. IEEE 802.11b: de standaardsnelheid is 11 Mbps. Dit is 30 tot 100 maal sneller dan een normale inbelverbinding. IEEE 802.11a/g: de standaardsnelheid is 54 Mbps. Dit is ongeveer 5 keer zo snel als de snelheid van een Wireless LAN-apparaat dat via IEEE 802.11b communiceert.
n 82 N De VAIO-computer gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) Een ad hoc-netwerk is een netwerk waarin een lokaal netwerk enkel door de draadloze apparaten zelf tot stand wordt gebracht, zonder een andere centrale controller of een ander toegangspunt. Elk apparaat communiceert rechtstreeks met andere apparaten in het netwerk. U kunt thuis gemakkelijk een ad hoc-netwerk tot stand brengen.
n 83 N De VAIO-computer gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) 1 Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN in. Het lampje voor Wireless LAN gaat branden. Op modellen die de Bluetooth-functionaliteit* en/of de standaard IEEE 802.11a/b/g ondersteunen*, dubbelklikt u op ( / ) op de taakbalk om het venster Schakelaar draadloze apparaten (Wireless Device Switch) weer te geven. Selecteer de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie en klik op OK.
n 84 N De VAIO-computer gebruiken Communiceren met een toegangspunt (infrastructuur) Een infrastructuurnetwerk is een netwerk dat een bestaand bedraad lokaal netwerk uitbreidt naar draadloze apparaten door middel van een toegangspunt (bijvoorbeeld Sony Access Point) (niet meegeleverd). Het toegangspunt slaat een brug tussen het draadloze en bedrade LAN en fungeert als centrale controller voor het draadloze lokale netwerk.
n 85 N De VAIO-computer gebruiken Verbinding maken met een draadloos netwerk 1 Controleer of een toegangspunt is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van uw toegangspunt voor meer informatie. 2 Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN in. Het lampje voor Wireless LAN gaat branden. Op modellen die de Bluetooth-functionaliteit* en/of de standaard IEEE 802.11a/b/g ondersteunen*, dubbelklikt u op ( / ) op de taakbalk om het venster Schakelaar draadloze apparaten (Wireless Device Switch) weer te geven.
n 86 N De VAIO-computer gebruiken De Bluetooth-functionaliteit gebruiken De Bluetooth-functionaliteit is alleen beschikbaar op specifieke modellen. Raadpleeg de on line Specificaties om te controleren of de Bluetooth-functionaliteit wordt ondersteund op uw computer. U kunt draadloze communicatie tot stand brengen tussen uw computer en andere Bluetooth-apparaten, zoals andere computers of mobiele telefoons.
n 87 N De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het gebruik van de Bluetooth-functie ❑ De gegevensoverdrachtsnelheid varieert, afhankelijk van de volgende omstandigheden: ❑ Obstakels, zoals muren, die zich tussen apparaten bevinden ❑ De afstand tussen de apparaten ❑ Het in de muren gebruikte materiaal ❑ De nabijheid van magnetrons en draadloze telefoons ❑ Radiofrequentie-interferentie en andere omgevingsfactoren ❑ De configuratie van de apparaten ❑ Het type softwaretoepassing ❑ Het type besturingssystee
n 88 N De VAIO-computer gebruiken ❑ De 2,4GHz-band, waar Bluetooth-apparaten of draadloze LAN-apparaten mee werken, wordt door verschillende apparaten gebruikt. Bluetooth-apparaten maken gebruik van een technologie die de interferentie van andere apparaten die dezelfde golflengte gebruiken, minimaliseert. Gelijktijdig gebruik van de Bluetooth-functionaliteit en draadloze communicatieapparaten kan echter leiden tot radiostoring.
n 89 N De VAIO-computer gebruiken Bluetooth-beveiliging De draadloze technologie van Bluetooth beschikt over een identificatiefunctie waarmee u kunt vaststellen met wie u communiceert. Met de identificatiefunctie kunt u voorkomen dat anonieme Bluetooth-apparaten toegang kunnen krijgen tot uw computer. De eerste keer dat twee Bluetooth-apparaten met elkaar communiceren, dient voor beide apparaten een sleutel (een wachtwoord dat nodig is voor de verificatie) te worden vastgesteld.
n 90 N De VAIO-computer gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen de computer en een Bluetooth-apparaat, bijvoorbeeld een andere computer, een mobiele telefoon, PDA, hoofdtelefoon, muis of digitale camera.
n 91 N De VAIO-computer gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat Voor de communicatie met een ander Bluetooth-apparaat moet u eerst de Bluetooth-functies instellen. Zie de Help in de Bluetooth-software voor het instellen en gebruiken van de Bluetooth-functies. De Help openen 1 Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk en selecteer Help in het menu.
n 92 N De VAIO-computer gebruiken De Bluetooth-headset gebruiken De Bluetooth-headset (niet meeleverd) komt goed van pas bij videovergaderingen via het internet met software voor expresberichten. Voor meer informatie over het gebruik van de Bluetooth-headset raadpleegt u de handleiding die bij de headset is geleverd. De headset verbinden met een computer 1 Houd de aan/uit-knop ten minste vijf seconden ingedrukt om de Bluetooth-headset in te schakelen.
n 93 N De VAIO-computer gebruiken De verbinding tussen de headset en de computer verbreken 1 Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk en selecteer Bluetooth-instellingen (Bluetooth Settings) in het menu. Het venster Bluetooth-instellingen (Bluetooth Settings) verschijnt. 2 Klik met de rechtermuisknop op het hoofdtelefoonpictogram en selecteer Verbinding verbreken (Disconnect) in het menu. 3 Klik op Ja.
n 94 N Randapparaten gebruiken Randapparaten gebruiken U kunt de functies van de VAIO-computer uitbreiden met behulp van de verschillende poorten op de computer.
n 95 N Randapparaten gebruiken Een dokstation aansluiten Door een dokstation toe te voegen, kunt u extra randapparaten op de computer aansluiten, zoals een printer en een extern beeldscherm. Er wordt geen dokstation geleverd bij de computer. Het dokstation is beschikbaar als optioneel accessoire. De poorten op het dokstation Achterzijde A DC IN-poort (pagina 31) B Hi-Speed USB-poorten (USB 2.
n 96 N Randapparaten gebruiken Voorzijde/linkerzijde A B C D IN USE-lampje (pagina 102) UNDOCK-knop (pagina 103) PUSH RELEASE-knop (pagina 104) DC IN-lampje Brandt als het dokstation is ingeschakeld. E Multifunctioneel compartiment* F Uitwerpknop voor multifunctioneel compartiment* * Raadpleeg de handleiding van het optionele dokstation. ! Het dokstation kan alleen van stroom worden voorzien met de netadapter die bij het station is geleverd.
n 97 N Randapparaten gebruiken Uw computer aansluiten op het dokstation ! Als in de computer geen batterij is geplaatst, mag u de computer niet aansluiten op het dokstation. Het dokstation is op formaat verstelbaar voor gebruik met modellen uit de VGN-AR-serie. Als het aangeschafte model uit de VGN-AR-serie komt, volgt u onderstaande stappen om de formaatversteller uit te schuiven en vast te zetten. U hoeft voor modellen uit de VGN-FE-serie geen ander formaat in te stellen.
n 98 N Randapparaten gebruiken De formaatversteller uitschuiven en vastzetten 1 Gebruik een munt of een vergelijkbaar voorwerp (1) om de schroef (2) aan de onderkant van het dokstation (3) los te draaien. 2 Pas de positie van de verstelling (4) aan zodat deze overeenkomt met de afmetingen van uw computer. 3 Draai de schroef aan de onderkant van het dokstation vast.
n 99 N Randapparaten gebruiken Uw computer aansluiten op het dokstation ! Schakel de computer uit voordat u deze aansluit op het dokstation om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen. ✍ De afbeeldingen hieronder gebruiken de modelcomputer uit de VGN-FE-serie als voorbeeld. 1 Ontkoppel alle randapparaten van de computer. 2 Sluit het netsnoer (1) aan op de netadapter (2) en op de netspanning.
n 100 N Randapparaten gebruiken 4 Open het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer. 5 Plaats de computer op het dokstation. Breng de pijlen aan de achterzijde van de computer naar de pijlen op het dokstation zodat de aansluiting aan de onderzijde van de computer in contact komt met de aansluiting van het dokstation.
n 101 N Randapparaten gebruiken 6 Druk de computer voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt. 7 Zet de computer aan. ! Gebruik de netadapter die bij het dokstation is geleverd. Verplaats de computer niet wanneer deze op het dokstation is aangesloten. Het dokstation kan dan namelijk losraken, waardoor beide beschadigingen kunnen oplopen.
n 102 N Randapparaten gebruiken Uw computer verwijderen uit het dokstation ! Schakel de computer uit voordat u deze loskoppelt van het dokstation om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen. Als u de computer verwijdert, mogen er geen apparaten in gebruik zijn die zijn gekoppeld aan het dokstation. Verwijder de computer niet uit het dokstation als het lampje IN USE brandt.
n 103 N Randapparaten gebruiken Uw computer verwijderen uit het dokstation ✍ De afbeeldingen hieronder gebruiken de modelcomputer uit de VGN-FE-serie als voorbeeld. 1 Druk op de knop UNDOCK (1). ✍ Als het lampje IN USE niet brandt, hoeft u niet op de knop UNDOCK te drukken. Als u op de knop UNDOCK drukt terwijl de computer in een energiebesparende modus staat, keert de computer eerst terug naar de normale modus en wordt vervolgens de verwijderingsprocedure gestart.
n 104 N Randapparaten gebruiken 2 Wacht tot het lampje IN USE (2) uitgaat en druk op de knop PUSH RELEASE (3). 3 Til de computer uit het dokstation. 4 Sluit het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer.
n 105 N Randapparaten gebruiken U kunt de computer ook op de volgende manier verwijderen uit het dokstation: 1 Klik op Start en selecteer Laptop loskoppelen. 2 Controleer of een tekstballon wordt weergegeven en of het IN USE-lampje uitgaat. Druk vervolgens op de knop PUSH RELEASE. 3 Til de computer uit het dokstation. 4 Sluit het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer.
n 106 N Randapparaten gebruiken Externe luidsprekers aansluiten Als u een betere geluidskwaliteit wenst, kunt u externe luidsprekers aansluiten. Externe luidsprekers aansluiten 1 Sluit de luidsprekerkabel (1) aan op de hoofdtelefoonconnector (2) op de computer of op het dokstation. 2 Sluit het andere uiteinde van de luidsprekerkabel aan op de externe luidspreker (3). 3 Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
n 107 N Randapparaten gebruiken Een externe monitor aansluiten U kunt een externe monitor (niet meegeleverd) aansluiten op de computer. U kunt de computer bijvoorbeeld gebruiken met een computermonitor of een projector. ✍ Sluit het netsnoer pas aan nadat u alle andere kabels hebt aangesloten. Een aangesloten externe monitor wordt gebruikt als tweede scherm. U kunt een externe monitor ook gebruiken om een configuratie met meerdere monitors in te stellen (alleen mogelijk in Windows).
n 108 N Randapparaten gebruiken Een monitor aansluiten U kunt een monitor rechtstreeks of via het dokstation op de computer aansluiten. Een monitor aansluiten ! De monitorpoort (VGA) van de computer is uitgeschakeld als de computer op het dokstation is aangesloten. 1 Indien nodig steekt u het ene uiteinde van het netsnoer (1) van de monitor in de monitor en het andere uiteinde in een stopcontact.
n 109 N Randapparaten gebruiken ✍ DVI-D staat voor Digital Visual Interface - Digital. Dit is een type DVI-aansluiting dat alleen digitale videosignalen ondersteunt (geen analoge videosignalen). Deze heeft een 24-pins aansluiting. Een DVI-I-aansluiting (Digital Visual Interface - Integrated) ondersteunt digitale en analoge videosignalen. Deze heeft een 29-pins aansluiting.
n 110 N Randapparaten gebruiken Een multimediamonitor aansluiten U kunt een multimediamonitor met ingebouwde luidsprekers en een microfoon direct aansluiten op de computer of op het (optionele) dokstation. Een multimediamonitor aansluiten ! De monitorpoort (VGA) van de computer is uitgeschakeld als de computer op het dokstation is aangesloten. 1 Steek het netsnoer van de multimediamonitor (1) in een stopcontact.
n 111 N Randapparaten gebruiken
n 112 N Randapparaten gebruiken Een TV aansluiten U kunt een TV rechtstreeks of via het dokstation op de computer aansluiten. Een TV aansluiten op uw computer 1 Steek het netsnoer van de TV in een stopcontact. 2 Sluit het ene uiteinde van een S Video-kabel (niet meegeleverd) aan op de S VIDEO OUT-poort van de computer of van het dokstation, en het andere uiteinde op de TV. Zorg dat u de S VIDEO OUT-poort op het dokstation gebruikt als de computer op het dokstation is aangesloten.
n 113 N Randapparaten gebruiken Een HDMI-compatibele TV op uw computer aansluiten 1 Steek het netsnoer van de TV in een stopcontact. 2 Steek het ene uiteinde van een HDMI-kabel in de HDMI-poort van de computer en het andere uiteinde in de TV. 3 Stel het ingangskanaal van de TV in op de externe ingang. 4 Stel het TV-configuratiesysteem in. ! Als uw TV is uitgerust met zowel een HDMI- als een DVI-D-poort, raden wij u aan de HDMI-poort te gebruiken.
n 114 N Randapparaten gebruiken Een projector aansluiten U kunt een projector (zoals de Sony LCD-projector) rechtstreeks of via het optionele dokstation aansluiten op de computer. Een projector aansluiten ! De monitorpoort (VGA) van de computer is uitgeschakeld als de computer op het dokstation is aangesloten. 1 Steek het netsnoer (1) van de projector in een stopcontact. 2 Sluit een RGB-signaalkabel (2) (niet meegeleverd) aan op de monitorpoort (VGA) (3) a van de computer of het dokstation.
n 115 N Randapparaten gebruiken
n 116 N Randapparaten gebruiken Weergavemodi selecteren U kunt selecteren welk scherm u als primair scherm wilt gebruiken als u een externe monitor (bureaubladmonitor, enzovoort) op de computer hebt aangesloten. Als u het computerscherm en de externe monitor tegelijkertijd wilt gebruiken, raadpleegt u De meerdere-monitorsmodus gebruiken (pagina 117) voor meer informatie. Een scherm selecteren 1 Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. 2 Klik op Andere opties van het Configuratiescherm.
n 117 N Randapparaten gebruiken De meerdere-monitorsmodus gebruiken Dankzij de meerdere-monitorsmodus kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende monitoren. Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de monitorpoort (VGA) hebt aangesloten, kunnen uw computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaubladmonitor fungeren. U kunt de cursor van het ene naar het andere scherm verplaatsen.
n 118 N Randapparaten gebruiken De meerdere-monitorsmodus selecteren 1 Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. 2 Klik op Andere opties van het Configuratiescherm. 3 Klik op NVIDIA Control Panel. 4 Klik op Beeldscherm (Display). 5 Klik op Beeldschermconfiguratie wijzigen (Change Display Configuration). 6 Volg de instructies op het scherm om de instellingen te wijzigen.
n 119 N Randapparaten gebruiken Een externe microfoon aansluiten Als u een geluidsinvoerapparaat nodig hebt (bijvoorbeeld om te chatten op het internet), moet u een externe microfoon (niet meegeleverd) aansluiten. Een externe microfoon aansluiten Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m. ✍ Sluit alleen microfoons aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
n 120 N Randapparaten gebruiken Een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten Om te voorkomen dat de computer en/of het USB-apparaat beschadigd worden, let u op de volgende punten: ❑ Als u de computer verplaatst terwijl er USB-apparaten zijn aangesloten, let u erop dat de USB-poorten niet worden blootgesteld aan schokken of grote druk. ❑ Plaats de computer niet in een zak of draagdoos terwijl er USB-apparaten zijn aangesloten.
n 121 N Randapparaten gebruiken Een USB-diskettestation aansluiten U kunt een USB-diskettestation kopen en aansluiten op de computer. Een USB-diskettestation aansluiten 1 Kies de USB-poort (1) die u wilt gebruiken. 2 Steek de kabel van het USB-diskettestation (2) in de USB-poort. Uw USB-diskettestation (3) is nu klaar voor gebruik. ! Als u een USB-diskettestation gebruikt, moet u erop letten dat de USB-poort niet wordt blootgesteld aan grote krachten. Hierdoor kan een storing worden veroorzaakt.
n 122 N Randapparaten gebruiken Een USB-diskettestation loskoppelen U kunt een USB-diskettestation loskoppelen terwijl de computer is in- of uitgeschakeld. Als u het station loskoppelt terwijl de computer zich in een stroombesparende modus (op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand)) bevindt, kan er een storing optreden. Als de computer is uitgeschakeld, kunt u de USB-kabel direct uit de computer verwijderen.
n 123 N Randapparaten gebruiken Een printer aansluiten U kunt een Windows-compatibele printer aansluiten op de computer om bestanden af te drukken. Een printer op een USB-poort aansluiten U kunt een USB-printer die compatibel is met uw versie van Windows aansluiten op de computer. Een printer aansluiten op de USB-poort 1 Sluit het netsnoer (1) van de printer aan op een stopcontact.
n 124 N Randapparaten gebruiken Een i.LINK-apparaat aansluiten Opmerkingen bij het aansluiten van i.LINK-apparaten ❑ Uw computer is voorzien van een i.LINK-poort, waarmee u een i.LINK-apparaat, bijvoorbeeld een digitale camcorder, kunt aansluiten of twee VAIO computers op elkaar kunt aansluiten om bestanden te kopiëren, te verwijderen of te bewerken. ❑ De i.LINK-poort van de computer levert geen stroom voor externe apparaten die gewoonlijk wel stroom ontvangen via een i.LINK-poort. ❑ De i.
n 125 N Randapparaten gebruiken Een digitale camcorder aansluiten Een digitale camcorder aansluiten 1 Steek het ene uiteinde van een i.LINK-kabel (1) (niet meegeleverd) in de i.LINK-poort (2) van de computer en het andere uiteinde in de DV In-/Out-poorten (3) van de digitale camcorder. 2 Start de DVgate Plus-software. ✍ Bij digitale videocamera's van Sony zijn de poorten met de aanduiding DV Out, DV In/Out of i.LINK i.LINK-compatibel.
n 126 N Randapparaten gebruiken Aansluiten op een netwerk (LAN) U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T*/100BASE-TX/10BASE-T via een Ethernet-netwerkkabel. Sluit het ene uiteinde van een netwerkkabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (Ethernet) van de computer of het optionele dokstation en sluit het andere uiteinde aan op uw netwerk. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de gedetailleerde instellingen en de apparaten die nodig zijn voor de aansluiting op het netwerk.
n 127 N Randapparaten gebruiken ! Telefoonlijnen kunnen niet worden aangesloten op de netwerkaansluiting (LAN) van uw computer. Als de netwerkaansluiting (LAN) is aangesloten op de hieronder genoemde telefoonlijnen, kan door hoge elektrische stroom naar de aansluiting schade, oververhitting of brand worden veroorzaakt.
n 128 N Uw VAIO-computer aanpassen Uw VAIO-computer aanpassen In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen, enzovoort.
n 129 N Uw VAIO-computer aanpassen Het wachtwoord instellen Stel het wachtwoord in met een van de BIOS-functies. Wanneer u het wachtwoord hebt ingesteld, moet u dit invoeren nadat het VAIO-logo is weergegeven bij het opstarten van uw computer. Met het opstartwachtwoord kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de computer. Het opstartwachtwoord toevoegen Met het opstartwachtwoord kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de computer.
n 130 N Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord toevoegen 1 Zet de computer aan. 2 Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt. 3 Druk op de knop < of , om Security te selecteren om het tabblad Security weer te geven, selecteer Set Machine Password en druk op de toets Enter.
n 131 N Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord wijzigen/verwijderen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen 1 Zet de computer aan. 2 Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt. 3 Voer bij Enter Password het huidige wachtwoord in en druk op Enter.
n 132 N Uw VAIO-computer aanpassen De computer instellen met VAIO Control Center Met het hulpprogramma VAIO Control Center kunt u systeeminformatie controleren en voorkeuren voor de werking van het systeem instellen. VAIO Control Center gebruiken 1 Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Het venster VAIO Control Center verschijnt. 2 Selecteer het gewenste besturingselement en wijzig de instellingen. 3 Als u klaar bent, klikt u op OK.
n 133 N Uw VAIO-computer aanpassen Energiebesparende modi gebruiken Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de computer, kunt u via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt specifieke apparaten uit te schakelen, heeft de computer twee andere energiebesparende modi: Sleep (stand-by) en Hibernate-stand (slaapstand).
n 134 N Uw VAIO-computer aanpassen Sleep (stand-by) gebruiken Met Sleep (stand-by) wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de harde schijf en de CPU ingesteld op laag energieverbruik. In deze modus knippert het oranje stroomlampje. De computer op Sleep (stand-by) zetten Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Sleep (stand-by).
n 135 N Uw VAIO-computer aanpassen Als de computer gedurende 25 minuten niet wordt gebruikt, wordt de computer op Sleep (stand-by) gezet. Om dit te voorkomen kunt u de instellingen voor Sleep (stand-by) wijzigen. De instellingen voor Sleep (stand-by) wijzigen 1 Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer. 2 Klik op Change plan settings (Schema-instellingen wijzigen) onder het huidige energieschema.
n 136 N Uw VAIO-computer aanpassen De Hibernate-stand (slaapstand) gebruiken In de Hibernate-stand (slaapstand) wordt de toestand van het systeem opgeslagen op de harde schijf en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. In deze modus brandt het stroomlampje niet. De Hibernate-stand (slaapstand) activeren Druk op Fn+F12. Het venster Hibernate (Slaapstand) verschijnt en de computer schakelt over op de Hibernate-stand (slaapstand).
n 137 N Uw VAIO-computer aanpassen Energiebeheer met VAIO Power Management Dankzij energiebeheer kunt u energiebeheerschema's instellen voor werking op netstroom of batterijen, geheel aangepast aan uw eisen op het gebied van energieverbruik. VAIO Power Management is een softwaretoepassing die exclusief voor VAIO-computers is ontwikkeld.
n 138 N Uw VAIO-computer aanpassen Energiebeheerschema's van VAIO Power Management inschakelen VAIO Power Management bevat een aantal vooraf ingestelde energiebeheerschema's. Elk energiebeheerschema bestaat uit een aantal energiebeheerinstellingen die tegemoetkomen aan specifieke energiebeheerdoelstellingen, variërend van maximaal energiebeheer tot helemaal geen energiebeheer.
n 139 N Uw VAIO-computer aanpassen De modem configureren Voordat u de interne modem kunt gaan gebruiken (niet alle modems zijn ingebouwd) of telkens als u de modem gebruikt terwijl u op reis bent, moet u ervoor zorgen dat het land van de actieve locatie die is gedefinieerd in het venster Telefoon- en modemopties overeenkomt met het land van waaruit u belt. De landinstellingen van de modem wijzigen 1 Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. 2 Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
n 140 N Uw VAIO-computer aanpassen 9 Controleer of uw modem staat vermeld op het tabblad Modems. Als de modem niet staat vermeld, klikt u op Toevoegen en volgt u de wizard. 10 Klik op Toepassen/OK. De modem is geconfigureerd. ! Zorg ervoor dat de telefoonkabel is losgekoppeld van de computer voordat u de nieuwe landinstellingen toepast.
n 141 N Uw VAIO-computer uitbreiden Uw VAIO-computer uitbreiden Uw VAIO-computer en geheugenmodules bevatten precisieonderdelen en werken op basis van een elektronischeconnectortechnologie. Om te vermijden dat de garantie vervalt tijdens de garantieperiode van het product, volgt u de onderstaande aanbevelingen: ❑ Neem contact op met de dealer als u een nieuwe geheugenmodule wilt installeren. ❑ Installeer geheugenmodules nooit zelf, tenzij u hiermee vertrouwd bent.
n 142 N Uw VAIO-computer uitbreiden Geheugen toevoegen en verwijderen Als u de functies van uw computer wilt uitbreiden, kunt u het geheugen uitbreiden door optionele geheugenmodules te installeren. Voordat u een upgrade uitvoert voor het geheugen van uw computer, leest u de opmerkingen en procedures op de volgende pagina's. Het aantal beschikbare sleuven is afhankelijk van de configuratie van uw computer.
n 143 N Uw VAIO-computer uitbreiden ❑ Gebruik het speciale zakje dat wordt geleverd met de geheugenmodule of wikkel de module in aluminiumfolie om deze te beschermen tegen elektrostatische ontlading. ❑ Het binnendringen van vloeistoffen of andere substanties of objecten in de geheugenmodulesleuven of in andere interne componenten van de computer leidt tot schade aan de computer. Reparatiekosten vallen dan niet meer onder de garantie.
n 144 N Uw VAIO-computer uitbreiden Een geheugenmodule verwijderen en installeren Modellen uit de VGN-FE-serie Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen 1 Sluit de computer af en koppel alle randapparaten los. 2 Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij. 3 Wacht tot de computer is afgekoeld. 4 Schroef de schroeven (aangegeven door de onderstaande pijlen) onder in de computer los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment.
n 145 N Uw VAIO-computer uitbreiden 6 Verwijder de geheugenmodule: ❑ Trek de palletjes in de richting van de pijlen (1). De geheugenmodule komt nu los. ❑ Zorg dat de geheugenmodule omhoog kantelt en trek deze in de richting van de pijl naar buiten (2). 7 Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
n 146 N Uw VAIO-computer uitbreiden 8 Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt. ! Als u maar één geheugenmodule gebruikt, plaatst u die in de sleuf die het dichtst bij de achterzijde van de computer zit. Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan. 9 Plaats het kapje van het geheugenmodulecompartiment weer terug. 10 Draai de schroeven voorzichtig vast. 11 Plaats de batterij weer terug en schakel de computer in.
n 147 N Uw VAIO-computer uitbreiden Modellen uit de VGN-AR-serie Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen 1 Sluit de computer af en koppel alle randapparaten los. 2 Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij. 3 Wacht tot de computer is afgekoeld. 4 Schroef de schroef (die wordt aangegeven door de onderstaande pijl) onder in de computer los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment.
n 148 N Uw VAIO-computer uitbreiden 7 Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking. 8 Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt. ! Als u maar één geheugenmodule gebruikt, plaatst u die in de sleuf die het dichtst bij de achterzijde van de computer zit. Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan. 9 Plaats het kapje van het geheugenmodulecompartiment weer terug. 10 Draai de schroef voorzichtig vast.
n 149 N Uw VAIO-computer uitbreiden De geheugencapaciteit controleren De geheugencapaciteit controleren 1 Zet de computer aan. 2 Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. 3 Dubbelklik op de map Systeeminformatie (System Information) in het venster VAIO Control Center. 4 Dubbelklik op het pictogram Systeeminformatie (System Information) in het venster Systeeminformatie. U kunt de geheugencapaciteit van het systeem bekijken.
n 150 N Voorzorgsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te voorkomen.
n 151 N Voorzorgsmaatregelen Met het LCD-scherm omgaan ❑ Stel het LCD-scherm niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan het LCD-scherm beschadigd raken. Wees voorzichtig als u de computer gebruikt in de nabijheid van een venster. ❑ Kras niet over het LCD-scherm en oefen er geen druk op uit. Dit kan een defect veroorzaken. ❑ Als u de computer gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, kan het beeld op het LCD-scherm wat blijven hangen. Dit is geen defect.
n 152 N Voorzorgsmaatregelen De stroomvoorziening gebruiken ❑ Zie de on line Specificaties voor informatie over de stroomvoorziening van de computer. ❑ Sluit op het stopcontact waarop de computer is aangesloten geen andere toestellen aan die stroom verbruiken (bijvoorbeeld een kopieerapparaat of papierversnipperaar). ❑ U kunt een contactdoos met een stroomstootbeveiliging kopen.
n 153 N Voorzorgsmaatregelen Met de computer omgaan ❑ Reinig de behuizing met een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze de afwerkingslaag van de computer kunnen beschadigen. ❑ Als er een voorwerp of vloeistof in de computer terechtkomt, sluit u de computer onmiddellijk af en verwijdert u de stekker uit het stopcontact.
n 154 N Voorzorgsmaatregelen ❑ De computer gebruikt hoogfrequente radiosignalen die de radio- of tv-ontvangst kunnen storen. Als dit probleem zich voordoet, plaatst u de computer verder weg van het desbetreffende toestel. ❑ Gebruik alleen de aanbevolen randapparaten en interfacekabels, anders kunnen er zich problemen voordoen. ❑ Gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
n 155 N Voorzorgsmaatregelen De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken ❑ Raak het spiegelvlak over de lens aan de voorzijde van de ingebouwde MOTION EYE-camera niet aan. Als u dit wel doet, kunnen er krassen op het vlak ontstaan, die te zien zijn op de vastgelegde beelden. ❑ Laat geen direct zonlicht in de lens van de ingebouwde MOTION EYE-camera vallen, ongeacht de energiemodus van de computer. Dit kan namelijk een defect aan de camera veroorzaken.
n 156 N Voorzorgsmaatregelen Met schijven omgaan ❑ Raak het oppervlak van een schijf nooit aan. ❑ Laat een schijf nooit vallen en buig een schijf niet. ❑ Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf kunnen tot leesfouten leiden. Houd een schijf altijd vast bij de rand en het gat in het midden, zoals hieronder wordt weergegeven: ❑ De betrouwbaarheid van een schijf is alleen gewaarborgd wanneer u hier zorgvuldig mee omgaat.
n 157 N Voorzorgsmaatregelen De batterij gebruiken ❑ Stel de batterij nooit bloot aan een temperatuur van meer dan 60° C (bijvoorbeeld in direct zonlicht of in een auto die geparkeerd staat in de zon). ❑ De batterij raakt sneller leeg bij lage temperaturen. Dit komt omdat het rendement van de batterij afneemt bij lage temperaturen. ❑ Laad de batterijen op bij een temperatuur tussen 10° C en 30° C. Bij lagere temperaturen duurt het opladen langer.
n 158 N Voorzorgsmaatregelen Een hoofdtelefoon gebruiken ❑ Verkeersveiligheid: Gebruik geen hoofdtelefoon terwijl u een voertuig/rijtuig bestuurt, fietst of een gemotoriseerd voertuig bedient. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar is in sommige landen zelfs bij wet verboden. Loop niet rond met een hoofdtelefoon met luide muziek. Dit kan gevaarlijk zijn, vooral op zebrapaden. ❑ Gehoorbeschadiging voorkomen: Zet het volume van de hoofdtelefoon niet te hoog.
n 159 N Voorzorgsmaatregelen Met een Memory Stick omgaan ❑ Gebruik het apparaat niet op een locatie die blootstaat aan statische elektriciteit of elektrische ruis. ❑ Raak de connector van een Memory Stick niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat wordt geleverd bij de Memory Stick. ❑ Buig een Memory Stick niet, laat hem niet vallen of stel hem niet bloot aan krachtige schokken. ❑ Haal een Memory Stick niet uit elkaar of wijzig deze niet.
n 160 N Voorzorgsmaatregelen Met de harde schijf omgaan De harde schijf heeft een hoge opslagdichtheid en kan in hoog tempo gegevens lezen of schrijven. De harde schijf is echter ook kwetsbaar voor mechanische trillingen, schokken en stof. Hoewel de harde schijf is voorzien van een ingebouwde beveiliging tegen het verlies van gegevens door mechanische trillingen, schokken of stof, is het toch belangrijk dat u de computer voorzichtig behandelt.
n 161 N Voorzorgsmaatregelen Met de geheugenkaartadapter omgaan ! De geheugenkaartadapter wordt alleen bij modellen uit de VGN-FE-serie geleverd. ❑ Raak de connector van een geheugenkaartadapter niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat exclusief is ontworpen voor de geheugenkaartadapter. ❑ Buig een geheugenkaartadapter niet, laat hem niet vallen of stel hem niet bloot aan krachtige schokken. ❑ Haal een geheugenkaartadapter niet uit elkaar of wijzig deze niet.
n 162 N Problemen oplossen Problemen oplossen In dit deel wordt beschreven hoe u veelvoorkomende problemen met de VAIO-computer kunt oplossen. Veel problemen zijn eenvoudig op te lossen. Probeer eerst deze suggesties alvorens contact op te nemen met VAIO-Link.
n 163 N Problemen oplossen Computer Wat moet ik doen als mijn computer niet opstart? ❑ Controleer of uw computer correct is aangesloten op een stopcontact en is ingeschakeld. Controleer of het stroomlampje aangeeft dat de computer is ingeschakeld. ❑ Zorg dat de batterij correct is geïnstalleerd en is opgeladen. ❑ Controleer of het diskettestation (indien aanwezig) leeg is.
n 164 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als er een BIOS-foutbericht wordt weergegeven wanneer ik de computer aanzet? Als het bericht 'Press to resume, to setup' onder in uw computerscherm wordt weergegeven, voert u de volgende stappen uit: 1 Druk op de F2-toets. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt. 2 Stel de datum in (maand/dag/jaar). Druk op Enter.
n 165 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als het stroomlampje (groen) brandt, maar er niets op mijn computerscherm verschijnt? Voer de volgende stappen uit: 1 Houd de aan/uit-knop gedurende meer dan vier seconden ingedrukt om te controleren of het stroomlampje uit gaat. Zet uw computer opnieuw aan. 2 Als er nog steeds niets op uw computerscherm verschijnt, koppelt u de netadapter los, verwijdert u de batterij en laat u de computer circa één minuut uitgeschakeld.
n 166 N Problemen oplossen Waarom wordt mijn computer niet op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand) gezet? Uw computer kan instabiel worden als de werkingsmodus wordt gewijzigd voordat de computer volledig in de Sleep-stand (stand-bystand) of in de Hibernate-stand (slaapstand) is gegaan. De normale stabiliteit van uw computer herstellen 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Opnieuw opstarten.
n 167 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als er een venster verschijnt met het bericht dat de batterij incompatibel of verkeerd geplaatst is, en mijn computer overgaat op de Hibernate-stand (slaapstand)? ❑ Dit probleem kan worden veroorzaakt doordat de batterij niet correct is geplaatst. U verhelpt dit probleem door uw computer uit te schakelen en de batterij te verwijderen. Plaats vervolgens de batterij terug in de computer. Raadpleeg De batterij gebruikenn (pagina 33) voor meer informatie.
n 168 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als mijn spelsoftware niet werkt of steeds vastloopt? ❑ Kijk op de website van het spel of er patches of updates kunnen worden gedownload. ❑ Zorg dat u het meest recente videostuurprogramma hebt geïnstalleerd. ❑ Op sommige VAIO-modellen wordt het grafische geheugen gedeeld met het systeem. In dit geval kunnen geen optimale grafische prestaties worden gegarandeerd.
n 169 N Problemen oplossen Hoe wijzig ik het volume van het opstartgeluid? Het volume van het opstartgeluid wijzigen 1 Zet de computer aan. 2 Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt. 3 Druk op de toets < of , om Advanced te selecteren. 4 Druk op de toets M of m om Speaker Volume te selecteren en druk op Enter.
n 170 N Problemen oplossen Systeembeveiliging In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u ervoor zorgt dat de computer probleemloos blijft werken en hoe u de computer beschermt tegen mogelijke inbreuken op de beveiliging. Hoe kan ik mijn computer beschermen tegen beveiligingsproblemen, zoals virussen? Het besturingssysteem Microsoft Windows is vooraf op uw computer geïnstalleerd.
n 171 N Problemen oplossen Batterij Hoe weet ik wat de oplaadstatus van de batterij is? Zie De batterij opladen (pagina 35). Wanneer werkt de computer op netstroom? Als uw computer rechtstreeks op de netadapter is aangesloten, werkt deze op netstroom, zelfs als de batterij is geplaatst. Wanneer moet ik de batterij opnieuw opladen? ❑ Als het batterijniveau minder dan 10 procent bedraagt. ❑ Als het batterijlampje en het stroomlampje beide knipperen.
n 172 N Problemen oplossen Kan mijn computer in de Hibernate-stand (slaapstand) gaan terwijl de batterij wordt gebruikt? Uw computer kan in de Hibernate-stand (slaapstand) gaan terwijl de batterij wordt gebruikt, maar sommige softwareprogramma's en randapparaten kunnen voorkomen dat de Hibernate-stand (slaapstand) wordt geactiveerd. Als u een programma gebruikt dat voorkomt dat de Hibernate-stand (slaapstand) wordt geactiveerd, slaat u uw gegevens regelmatig op om te voorkomen dat u gegevens kwijtraakt.
n 173 N Problemen oplossen Ingebouwde MOTION EYE-camera Waarom worden er in het viewervenster geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven? ❑ De ingebouwde MOTION EYE-camera kan niet tegelijk worden gebruikt in meer dan één softwaretoepassing. Als de camera wordt gebruikt in een andere softwaretoepassing, moet u deze toepassing eerst sluiten voordat u de ingebouwde MOTION EYE-camera kunt gebruiken.
n 174 N Problemen oplossen Waarom gaan er bij het vastleggen van de beelden frames verloren en treden onderbrekingen op in het geluid? ❑ De effectinstellingen van uw softwaretoepassingen kunnen de oorzaak zijn van de verloren frames. Raadpleeg het Help-bestand van de softwaretoepassing voor meer informatie. ❑ Er worden mogelijk meer softwaretoepassingen uitgevoerd dan de computer kan verwerken. Sluit de toepassingen die u op dat moment niet gebruikt.
n 175 N Problemen oplossen Waarom wordt de video-invoer van de ingebouwde MOTION EYE-camera een paar seconden onderbroken? De video-invoer kan een paar seconden worden onderbroken als: ❑ u een sneltoets met de toets Fn gebruikt; ❑ de belasting van de CPU hoger wordt. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Waarom kan ik de ingebouwde MOTION EYE-camera niet gebruiken? ❑ De ingebouwde MOTION EYE-camera kan niet tegelijk worden gebruikt in meer dan één softwaretoepassing.
n 176 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als mijn computer instabiel gedrag vertoont wanneer hij in de Sleep-stand (stand-bystand) of in de Hibernate-stand (slaapstand) wordt gezet terwijl de ingebouwde MOTION EYE-camera in gebruik is? ❑ Zet de computer nooit op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand) als u de ingebouwde MOTION EYE-camera gebruikt.
n 177 N Problemen oplossen Internet Wat moet ik doen als de modem niet werkt? ❑ Controleer of de telefoonkabel correct is aangesloten op de modempoort van uw computer en op het stopcontact. ❑ Controleer of de telefoonkabel werkt. Sluit de kabel aan op een gewone telefoon en luister of u een kiestoon hoort. ❑ Controleer of het telefoonnummer dat het programma gebruikt correct is. ❑ Controleer of de software die u gebruikt compatibel is met uw computermodem.
n 178 N Problemen oplossen Why is my modem connection slow? Uw computer is uitgerust met een V.92/V.90-compatibele modem. De verbindingssnelheid van de modem wordt beïnvloed door vele factoren, waaronder ruis op de telefoonlijn of compatibiliteit met communicatieapparaten, zoals faxapparaten of andere modems.
n 179 N Problemen oplossen Netwerk Wat moet ik doen als mijn computer geen verbinding kan maken met een draadloos LAN-toegangspunt? ❑ De beschikbaarheid van de verbinding wordt beïnvloed door de afstand en door obstakels. Mogelijk moet u uw computer verder weg van obstakels of dichter bij een gebruikt toegangspunt plaatsen. ❑ Controleer of de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN is ingeschakeld en of het lampje voor WIRELESS LAN op uw computer brandt. ❑ Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
n 180 N Problemen oplossen Waarom verloopt de gegevensoverdracht traag? ❑ De gegevensoverdrachtsnelheid van het draadloze LAN wordt beïnvloed door de afstand en obstakels tussen apparaten en toegangspunten. Andere factoren zijn apparaatconfiguraties, zendomstandigheden en softwarecompatibiliteit. Voor een maximale overdrachtsnelheid moet u uw computer mogelijk verder weg van obstakels of dichter bij een gebruikt toegangspunt plaatsen.
n 181 N Problemen oplossen Waarom wordt de netwerkverbinding verbroken als ik de coderingssleutel wijzig? De peer-to-peer netwerkverbinding tussen twee computers met ingebouwd draadloos LAN kan worden verbroken als de coderingssleutel wordt gewijzigd. U kunt de coderingssleutel uit het oorspronkelijke profiel herstellen of de sleutel opnieuw invoeren op beide computers, zodat de sleutels overeenstemmen.
n 182 N Problemen oplossen Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten mijn computer niet kunnen detecteren? ❑ Controleer of de Bluetooth-functionaliteit op beide apparaten is ingeschakeld. ❑ Als het Bluetooth-lampje niet brandt, zet u de schakelaar WIRELESS aan. ❑ U kunt de Bluetooth-functies niet gebruiken wanneer de computer in de Sleep-stand (stand-bystand) of Hibernate-stand (slaapstand) staat. Ga terug naar de normale modus en schakel de schakelaar WIRELESS in.
n 183 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten geen verbinding met mijn computer kunnen maken? ❑ Controleer of het andere apparaat is geverifieerd. ❑ Mogelijk staat de computer niet toe dat andere apparaten verbinding maken. Voer de volgende stappen uit om verbindingen van andere Bluetooth-apparaten in te schakelen: 1 Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk. 2 Selecteer Opties (Options) in het menu. Het venster Opties (Options) verschijnt.
n 184 N Problemen oplossen Waarom is mijn Bluetooth-verbinding traag? ❑ De snelheid van de gegevensoverdracht hangt af van de obstakels en/of de afstand tussen de twee apparaten, de kwaliteit van de radiogolven, het besturingssysteem of de gebruikte software. Zet uw computer en Bluetooth-apparaten dichter bij elkaar. ❑ De 2,4GHz-radiofrequentie die door Bluetooth- en draadloze LAN-apparaten wordt gebruikt, wordt ook gebruikt door andere apparaten.
n 185 N Problemen oplossen Kan ik een apparaat met Bluetooth-technologie in vliegtuigen gebruiken? Met Bluetooth-technologie verzendt de computer een radiofrequentie van 2,4 GHz. Op gevoelige locaties, zoals ziekenhuizen en vliegtuigen, kunnen beperkingen gelden voor het gebruik van Bluetooth-apparaten vanwege radiostoring. Vraag het personeel of het gebruik van de Bluetooth-functionaliteit op de computer is toegestaan.
n 186 N Problemen oplossen Optische schijven Waarom blijft mijn computer hangen als ik probeer een schijf te lezen? De schijf die uw computer probeert te lezen is mogelijk vuil of beschadigd. Voer de volgende stappen uit: 1 Start de computer opnieuw op door te klikken op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Opnieuw opstarten. 2 Verwijder de schijf uit het optische schijfstation. 3 Kijk of de schijf vuil of beschadigd is.
n 187 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als ik CD's of DVD's niet correct kan afspelen op mijn computer? ❑ Controleer of de schijf met het label omhoog in het optische station is geplaatst. ❑ Controleer of de benodigde toepassingen zijn geïnstalleerd aan de hand van de instructies van de fabrikant. ❑ Als een CD of DVD vuil of beschadigd is, reageert uw computer niet meer.
n 188 N Problemen oplossen 5 Dubbelklik op het optische schijfstation om een lijst met de optische schijfstations van uw computer te openen. 6 Dubbelklik op het gewenste station. U kunt het stuurprogramma controleren door te klikken op het tabblad Stuurprogramma en vervolgens op Stuurprogrammagegevens. 7 Klik op OK om het venster te sluiten. ❑ Controleer of er geen label op een CD of DVD is geplakt.
n 189 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als ik geen gegevens op CD-media kan schrijven? ❑ Start geen software en zorg dat er geen programma's automatisch worden gestart, zelfs geen schermbeveiliging. ❑ Gebruik het toetsenbord niet. ❑ Als u een cd-r/rw-schijf gebruikt waarop een label is geplakt, moet u deze vervangen door een exemplaar zonder label. Als u een schijf gebruikt waarop een label is geplakt, kan er een leesfout of een andere beschadiging optreden.
n 190 N Problemen oplossen Beeldscherm Waarom gaat het computerscherm uit? ❑ Uw computerscherm kan uitgaan als de computer geen stroom meer krijgt of als een energiebesparingsmodus wordt geactiveerd (Sleep-stand (stand-bystand) of Hibernate-stand (slaapstand)). Als de computer op LCD (Video) Sleep (stand-by) staat, drukt u op een toets om het computerscherm te activeren. Raadpleeg Energiebesparende modi gebruiken (pagina 133) voor meer informatie.
n 191 N Problemen oplossen Hoe pas ik de schermresolutie van mijn televisiescherm aan? ❑ Uw tv-scherm toont mogelijk niet het hele beeld van een video als de schermresolutie hoger dan 1024 x 768 is ingesteld. Wijzig de schermresolutie in 1024 x 768 of kleiner. ❑ Als u de AV Out-aansluiting gebruikt, sluit u de AV-kabel (audio/video) aan op uw computer voordat u deze opstart.
n 192 N Problemen oplossen Waarom geeft mijn computerscherm geen video weer? ❑ Als het externe beeldscherm voor de uitvoer is geselecteerd, maar het externe beeldscherm niet is aangesloten, kunt u geen videobeeld op uw computerscherm zien. Stop het afspelen van de video, wijzig de uitvoer naar het computerscherm en speel de video opnieuw af. Zie Weergavemodi selecteren (pagina 116). U kunt ook op Fn+F7 drukken om de uitvoer te wijzigen.
n 193 N Problemen oplossen Wat moet ik doen als met de toetsen Fn+F7 de schermuitvoer niet wordt overgeschakeld naar de externe monitor die is aangesloten op de monitorpoort (VGA) van de computer? Als de computer is aangesloten op het optionele dokstation, is de monitorpoort (VGA) van de computer uitgeschakeld. Als u op de toetsen Fn+F7 drukt, wordt er overgeschakeld van het computerscherm naar de externe monitor die is aangesloten op de monitorpoort (VGA) van het dokstation.
n 194 N Problemen oplossen Afdrukken Wat moet ik doen als ik geen document kan afdrukken? ❑ Controleer of uw printer aanstaat en of de printerkabel correct is aangesloten op de poorten van de printer en de computer. ❑ Controleer of uw printer compatibel is met het Windows-besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. ❑ U moet mogelijk een printerstuurprogramma installeren voordat u uw printer kunt gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij uw printer voor meer informatie.
n 195 N Problemen oplossen Microfoon Wat moet ik doen als mijn microfoon niet werkt? ❑ Als u een externe microfoon gebruikt, controleert u of de microfoon is ingeschakeld en correct is aangesloten op de microfoonaansluiting van uw computer. ❑ Er is mogelijk gedrukt op de dempknop. Controleer of het demplampje brandt. Als dit het geval is, drukt u op de dempknop om het volume in te schakelen.
n 196 N Problemen oplossen Muis Wat moet ik doen als de muis niet wordt herkend door de computer? ❑ Controleer of de muis correct is aangesloten op de poort. ❑ Start uw computer opnieuw op wanneer uw muis is aangesloten. Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt wanneer ik mijn muis gebruik? ❑ Controleer of er geen andere muis is aangesloten.
n 197 N Problemen oplossen Luidsprekers Wat moet ik doen als de luidsprekers niet werken? ❑ Controleer of uw luidsprekers correct zijn aangesloten en of het volume hoog genoeg staat om geluid te horen. ❑ Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer. ❑ Als uw luidsprekers zijn voorzien van een knop om het geluid te dempen, schakelt u deze knop uit. ❑ Mogelijk is het luidsprekervolume uitgeschakeld. Druk op de dempknop op uw computer.
n 198 N Problemen oplossen Touchpad Wat moet ik doen als het touchpad niet werkt? ❑ Mogelijk hebt u het touchpad uitgeschakeld zonder dat u een muis op uw computer hebt aangesloten. Raadpleeg Het touchpad gebruiken (pagina 42). ❑ Zorg ervoor dat er geen muis op de computer is aangesloten. ❑ Als u de aanwijzer niet meer kunt verplaatsen terwijl er een softwaretoepassing wordt uitgevoerd, drukt u op de toetsen Alt+F4 om het toepassingsvenster te sluiten.
n 199 N Problemen oplossen Toetsenbord Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is? ❑ De taalindeling van het toetsenbord van uw computer staat vermeld op de doos. Als u een andere toetsenbordindeling kiest tijdens de installatie van Windows, komt de toetsenconfiguratie niet overeen. ❑ Voer de volgende stappen uit om de toetsenbordconfiguratie te wijzigen: 1 Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
n 200 N Problemen oplossen Diskettes Waarom verschijnt het pictogram Hardware veilig verwijderen niet op de taakbalk wanneer het diskettestation is aangesloten? Uw computer herkent het diskettestation niet. Controleer eerst of de USB-kabel correct is aangesloten op de USB-poort. Als u de aansluiting moet herstellen, wacht dan enkele ogenblikken, zodat de computer het station kan herkennen.
n 201 N Problemen oplossen PC Cards Wat moet ik doen als mijn PC Card niet werkt? ❑ Controleer of de PC Card correct is geplaatst. Raadpleeg Een PC Card plaatsen (pagina 61) voor meer informatie. ❑ Controleer of de PC Card compatibel is met het Microsoft Windows-besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. ❑ Raadpleeg de handleiding van uw PC Card voor meer informatie. Mogelijk moet u een stuurprogramma installeren als u geen PC Card van Sony gebruikt.
n 202 N Problemen oplossen Waarom herkent mijn computer aangesloten apparaten niet? Als u bij sommige PC Cards schakelt tussen de normale modus en de Sleep-stand (stand-bystand) of de Hibernate-stand (slaapstand) terwijl de kaart in de PC Card-sleuf is geplaatst, herkent uw computer de PC Card of het aangesloten apparaat mogelijk niet. Start de computer opnieuw op. Waarom kan ik mijn PC Card niet plaatsen? ❑ Zorg dat u de kaart correct plaatst.
n 203 N Problemen oplossen Audio/video Wat moet ik doen als ik mijn DV-camcorder niet kan gebruiken? Als het bericht verschijnt dat de verbinding met de DV-apparatuur is verbroken of dat de DV-apparatuur is uitgeschakeld, is de i.LINK-kabel mogelijk niet goed aangesloten op de poorten van uw computer of camcorder. Verwijder de stekkers en sluit ze opnieuw aan. Raadpleeg Een i.LINK-apparaat aansluiten (pagina 124) voor meer informatie. ✍ i.
n 204 N Problemen oplossen Memory Sticks Wat moet ik doen als ik een op de VAIO-computer geformatteerde Memory Stick niet op andere apparaten kan gebruiken? U moet uw Memory Stick mogelijk opnieuw formatteren. Als u een Memory Stick formatteert, worden alle gegevens die er eerder op zijn opgeslagen, zoals muziekgegevens, verwijderd.
n 205 N Problemen oplossen Randapparatuur Wat moet ik doen als ik een USB-apparaat niet kan aansluiten? ❑ Controleer indien van toepassing of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt. Als u bijvoorbeeld een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterij is opgeladen. Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op het stopcontact. ❑ Probeer een andere USB-poort van uw computer.
n 206 N Problemen oplossen Dokstation Wat moet ik doen als ik de apparaten die zijn aangesloten op het dokstation niet kan gebruiken? Gebruik de netadapter die bij het dokstation is geleverd om het dokstation aan te sluiten op een stopcontact. Het dokstation kan niet van stroom worden voorzien met de batterij die in de computer is geïnstalleerd.
n 207 N Ondersteuningsopties Ondersteuningsopties Dit deel bevat informatie over waar u terecht kunt voor antwoorden op vragen over de computer. Sony-ondersteuningsinformatie Raadpleeg de volgende bronnen voor antwoorden. Raadpleeg Documentatie (pagina 9) voor meer informatie over de gedrukte en niet-gedrukte documentatie die bij uw computer wordt geleverd, en over andere naslagbronnen. ❑ Ga naar de Help-bestanden bij de software voor instructies over het gebruik van de software.
n 208 N Ondersteuningsopties e-Support Wat is e-Support? U hebt onze handleidingen doorgenomen, bent op onze website (http://www.vaio-link.com) geweest, maar u hebt geen antwoord gevonden op uw vraag/probleem. e-Support is de ideale oplossing voor u! Ons e-Support-webportaal is een interactieve website waar u terecht kunt met al uw technische vragen over de computer en waar een gespecialiseerd ondersteuningsteam klaar staat met antwoorden.
n 209 N Ondersteuningsopties Kan ik mijn vragen op ieder moment versturen? Ja, u kunt uw vragen 24 uur per dag, 7 dagen per week versturen. Houd er echter rekening mee dat ons e-Support Team uw vragen slechts van maandag tot vrijdag tussen 8 uur 's ochtends en 6 uur 's avonds kan beantwoorden. Wat kost mij het gebruik van e-Support? Helemaal niets.
n 210 N Ondersteuningsopties Handelsmerken Sony, Battery Checker, Click to DVD, DVgate Plus, SonicStage CP, SonicStage Mastering Studio, VAIO Control Center, VAIO Edit Components, VAIO Media, VAIO Power Management, My Club VAIO, VAIO Update, Memory Stick, het Memory Stick-logo, VAIO en het VAIO-logo zijn handelsmerken van Sony Corporation. Intel, Pentium en Intel SpeedStep zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
n 211 N Ondersteuningsopties Het ExpressCard-woordmerk en -logo zijn eigendom van PCMCIA en het gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation valt onder een licentieovereenkomst. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars. SD is een gedeponeerd handelsmerk van Toshiba Corporation. MultiMediaCard™ is een handelsmerk van MultiMediaCard Association. xD-Picture Card™ is een handelsmerk van Fuji Photo Film Co., Ltd.
n © 2007 Sony Corporation