Operation Manual

29
nN
Aan de slag
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes.
Lampje Functies
Aan/Uit 1 Brandt als de computer is ingeschakeld, knippert als de computer op Sleep (stand-by) is gezet en brandt niet
als de computer in de Hibernate-stand (slaapstand) staat of is uitgeschakeld.
Batterij e Brandt wanneer de computer werkt op batterijstroom, knippert wanneer de batterij bijna leeg is en knippert
dubbel wanneer de batterij wordt opgeladen.
Memory Stick Duo/PRO Duo-media
(VGN-FE-serie)
Memory Stick PRO/Duo-media
(VGN-AR-serie)
Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven naar de Memory Stick-media in de Memory
Stick Duo/PRO Duo-sleuf of in de Memory Stick PRO/Duo-sleuf (zet de computer niet op Sleep (stand-by) of
schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt). Als het lampje niet brandt, wordt de Memory Stick-
media niet gebruikt.
Dempen % Brandt wanneer het volume is uitgeschakeld.
Ingebouwde MOTION EYE-camera
Brandt als de ingebouwde MOTION EYE-camera in gebruik is.
SD-geheugenkaart
(alleen de VGN-AR-serie)
Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven naar de media in de SD-geheugenkaartsleuf
(zet de computer niet op Sleep (stand-by) of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt). Als het
lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
Optisch station Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven op het optische station. Als het lampje niet
brandt, wordt het optische station niet gebruikt.
Harde schijf
Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven op de harde schijf. Zet de computer niet op
Sleep (stand-by) of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.
Num Lock
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het
numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.