Operation Manual

36
nN
Aan de slag
Als de batterij bijna leeg is, knippert zowel het batterij- als het stroomlampje.
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer
gebruikt.
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of de computer
uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de
levensduur van de batterij.
Het batterijlampje brandt als de computer op batterijstroom werkt. Als de batterij bijna leeg is, beginnen het batterijlampje en het stroomlampje allebei
te knipperen.
Bij sommige toepassingen en randapparaten is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de Hibernate-stand (slaapstand), zelfs niet als de
batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan en
handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld Sleep (stand-by) of de Hibernate-stand (slaapstand). Als de batterij leeg raakt wanneer
uw computer op Sleep (stand-by) is gezet, verliest u gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande
werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.