Operation Manual

53
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Draadloos LAN gebruiken
Opmerking over de gegevenscodering
De WLAN-standaard bevat de volgende coderingssystemen: Wired Equivalent Privacy (WEP), een beveiligingsprotocol, Wi-Fi
Protected Access 2 (WPA2) en Wi-Fi Protected Access (WPA). WPA2 en WPA zijn ontstaan uit een gezamenlijk voorstel van
de IEEE en de Wi-Fi Alliance. Beide zijn specificaties van op standaarden gebaseerde, onderling uitwisselbare verbeteringen
in de beveiliging waardoor de bescherming van de gegevens en de toegangscontrole van de bestaande Wi-Fi-netwerken
worden verbeterd. WPA is ontwikkeld om voorwaarts compatibel te zijn met de specificatie IEEE 802.11i. Het maakt gebruik
van het verbeterde gegevenscodeersysteem TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) naast de gebruikersidentificatie met behulp
van 802.1X en EAP (Extensible Authentication Protocol). De kwetsbare draadloze verbinding tussen de clients en de
toegangspunten wordt beveiligd door middel van codering. Daarnaast zijn er een aantal speciaal voor LAN's ontwikkelde
beveiligingsmechanismen voor het beschermen van de privacy zoals: wachtwoordbeveiliging, end-to-end codering, VPN's
(virtual private networks) en verificatie. WPA2, de tweede generatie van WPA, biedt betere gegevensbeveiliging en
netwerktoegangscontrole, en is ook ontworpen om alle versies van 802.11-apparaten te beveiligen, inclusief de standaarden
802.11b, 802.11a, 802.11g en 802.11n en multi-band en multi-mode. Bovendien biedt WPA2 op basis van de geratificeerde
norm IEEE 802.11i beveiliging van overheidsniveau door toepassing van de AES-coderingsalgoritme die voldoet aan NIST
(National Institute of Standards and Technology) FIPS 140-2, en op 802.1X-gebaseerde verificatie. WPA2 is achterwaarts
compatibel met WPA.