Operation Manual

27-NL
4 Druk enkele malen op . of >
totdat OFF op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Als u wilt dat LP: wordt toege-
voegd, selecteer dan ON in deze
stap en druk vervolgens op ENTER.
Opmerking
LP: wordt toegevoegd bij muziekstukken die
in LP-stereo vanaf uw computer worden
overgebracht, ongeacht de LPStamp”-
instelling. Als u LP: wilt wissen, volg dan de
procedure Opnamen opnieuw benoemen
(pagina 40).
z
Audioapparaten die de LP2- of LP4-
stereostanden ondersteunen, zijn voorzien van
de logos of .
Als u de recorder zo instelt dat LP: niet aan
het begin van de muziekstuknaam wordt
toegevoegd, kunt u langere muziekstuknamen
invoeren, omdat u dan de volledige lengte van
de tekenreeks voor dit doel kunt benutten
Opnamen opnieuw benoemen (pagina 40).
U krijgt bij het opnemen in de SP-stereostand
(of in mono) een geluid van hoge kwaliteit
met rijke tonen dankzij de nieuw ontwikkelde
DSP TYPE-R voor ATRAC (Adaptive
TRansform Acoustic Coding) (pagina 18).
Opmerkingen
We raden u aan om bij het maken van
langdurige opnamen gebruik te maken van de
netspanningsadapter.
Als u via de digitale (optische) ingang een
mono-opname maakt van een stereobron, kunt
u het opgenomen geluid nog steeds in stereo
controleren. U moet dan gebruik maken van
een koptelefoon/oortelefoon die is
aangesloten op de i-aansluiting.
Geluid dat is opgenomen via digitale
(optische) invoer, kan in stereo worden
beluisterd via de koptelefoon/oortelefoon,
enz.
Als u opneemt in de LP4-stereostand, kan het
in zeer zeldzame gevallen voorkomen dat er
bij bepaalde geluidsbronnen een kortstondig
bijgeluid wordt geproduceerd. Dit wordt
veroorzaakt door de speciale digitale
audiocompressietechnologie, waardoor u 4
keer langer kunt opnemen dan normaal. Als
dit bijgeluid wordt geproduceerd, raden wij u
aan op te nemen in de normale stereostand of
in de LP2-opnamestand om zo een betere
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Muziekstukken
opnemen met de
groepsfunctie
(Groepsmodusopname)
Wat is de groepsfunctie
(Groepsmodus)?
Dit is een functie waarmee u een aantal
muziekstukken op een disc kunt
groeperen, zodat u deze apart kunt
afspelen, opnemen of bewerken.
Deze functie komt vooral van pas als u
werkt met MDs waarop u meerdere CDs
in de MDLP-stand (LP2-stereo of LP4-
stereo) hebt opgenomen. U kunt
maximaal 99 groepen op één disc
aanmaken.
Hoe worden de
groepsgegevens opgenomen?
Als u opneemt in de groepsmodus,
worden de groepsgegevens opgeslagen in
het gebied waar ook de discnaam wordt
opgeslagen.
Deze gegevens bestaan uit tekenreeksen
die zijn opgebouwd volgens onderstaand
voorbeeld.
123456
7
89
123
1234
12
Als de groepsmodus op UIT staat.
Disc
Muziekstuknummer
Disc
Als de groepsmodus op AAN staat.
Groep 1 Groep 2
Groep 3
Muziek-
stuk-
nummer
Muziek-
stuk-
nummer
Muziek-
stuk-
nummer
vervolgd