Operation Manual

De applicatie Smart Connect starten
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op .
Een Smart Connect-voorval maken
1
Start de applicatie Smart Connection. Als u Smart Connect voor het eerst opent,
tikt u op OK om het introscherm te sluiten.
2
Tik op het tabblad Afspraken op .
3
Geef het voorval een naam en tik op Maken.
4
Voeg onder Wanneer een accessoire of een tijdsinterval toe, of beide.
5
Voeg onder Deze acties uitvoeren toe wat u wilt laten plaatsvinden op uw
apparaat.
6
Voeg onder Bij het einde toe wat u wilt laten plaatsvinden als u de accessoire
verwijdert of als het tijdsinterval eindigt. Als aan beide voorwaarden is voldaan,
start de actie als u het accessoire verwijdert of na afloop van het tijdsinterval.
7
Druk op
als u het voorval wilt opslaan.
Om een Bluetooth®-accessoire toe te voegen, moet u die eerst koppelen met uw apparaat.
Een Smart Connect-gebeurtenis bewerken
1
Start de applicatie Smart Connection.
2
Tik op het tabblad Afspraken op een gebeurtenis.
3
Als de gebeurtenis is uitgeschakeld, sleep dan de schuifregelaar naar rechts.
4
Pas de instellingen naar wens aan.
Om een gebeurtenis te verwijderen, tikt u op de rij van de gebeurtenis en vervolgens op
>
Gebeurtenis verwijderen; tik op Verwijderen om dit te bevestigen.
Apparaten beheren
Gebruik de applicatie Smart Connect voor het beheren van een aantal handige
accessoires die u kunt aansluiten op uw apparaat, inclusief SmartTags, SmartWatch en
Smart Wireless Headset pro van Sony. Smart Connect downloadt de benodigde
applicaties en vindt applicaties van derden als die beschikbaar zijn. Apparaten die eerder
zijn aangesloten, worden weergegeven in een lijst waarmee u meer informatie krijgt over
de functies van elk apparaat.
Een accessoire koppelen en aansluiten
1
Start de applicatie Smart Connection. Als u Smart Connect voor het eerst opent,
tikt u op OK om het introductievenster te sluiten.
2
Tik op
Apparaten
en vervolgens op
.
3
Tik op OK om te beginnen met zoeken naar apparaten.
4
In de lijst met zoekresultaten tikt u op de naam van het apparaat dat u wilt
toevoegen.
De instellingen voor een aangesloten accessoire afstellen
1
Koppel en sluit het accessoire aan op uw apparaat.
2
Start de applicatie Smart Connection.
3
Tik op Apparaten en tik vervolgens op de naam van het aangesloten accessoire.
4
Stel de gewenste instellingen in.
98
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.