Gebruikershandleiding Xperia™ XA F3112/F3116
Inhoudsopgave Aan de slag....................................................................................7 Over deze handleiding.........................................................................7 Overzicht.............................................................................................7 Kaarten plaatsen.................................................................................8 Schermbescherming...........................................................................
Een SIM-kaart selecteren voor dataverkeer.......................................45 Mobiele netwerken selecteren...........................................................45 VPN's (Virtual Private Network)..........................................................46 Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................48 Synchroniseren met online accounts.................................................48 Synchroniseren met Microsoft® Exchange ActiveSync®...................
Favorieten en groepen......................................................................77 Contactinformatie verzenden.............................................................78 Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden..........................78 Een back-up maken van contacten...................................................79 Berichten en chat.........................................................................80 Berichten lezen en verzenden.........................................
Startschermmenu Album.................................................................109 Uw foto’s op een kaart weergeven..................................................110 Video's.......................................................................................112 Video's bekijken in de toepassing Video..........................................112 Video naar uw apparaat overzetten.................................................113 Videocontent beheren..............................................
Beperkingen aan services en functies..............................................140 Juridische gegevens........................................................................140 6 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Aan de slag Over deze handleiding Dit is de Xperia™ XA handleiding voor de Android™ 6.0 softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, dan kunt u dat controleren in het menu Instellingen. Voor meer informatie over software-updates, raadpleegt u Uw apparaat updaten op de pagina 132. De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken 1 2 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Android™-versie.
1. Oplaad-/meldingslampje 11. Oplader-/USB-kabelpoort 2. Headsetaansluiting 12. Wi-Fi/Bluetooth/GPS-antennezone 3. Nabijheids-/lichtsensor 13. Hoofdcameralens 4. Oorspeaker 14. Hoofdcameraverlichting 5. Cameralens aan de voorzijde 15. Tweede microfoon 6. Aan-uitknop 16. Cover voor nano-SIM-kaart-/geheugenkaartsleuf 7. Volume-/zoomtoets 17. NFC™-detectiegebied 8. Cameratoets 9. Hoofdluidspreker 10. Hoofdmicrofoon Kaarten plaatsen Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten.
1 2 3 4 Met het scherm naar beneden opent u het klepje voor de sleuven van de nanoSIM-kaart en de geheugenkaart. Gebruik een nagel of een ander voorwerp om de houder voor de nano-SIMkaarthouder naar buiten te trekken. Verwijder de nano-SIM-kaart (of kaarten) uit de houder van de desbetreffende nano-SIM-kaartsleuf (of sleuven) en plaats de houder terug. Sluit het klepje. De geheugenkaart verwijderen 1 2 3 4 Schakel het apparaat uit en open het klepje voor de sleuven voor de nano-SIMkaart en geheugenkaart.
1 2 3 Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen. Voer de pincode van uw simkaart in wanneer hierom wordt gevraagd en tik . vervolgens op Wacht even tot het apparaat start. De pincode van uw simkaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Als u een fout wilt corrigeren tijdens het invoeren van de pincode van uw simkaart, dan tikt u op .
Een Google™-account verwijderen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Tik op Instellingen > Accounts & services > Account synchroniseren > Google. Selecteer het Google™-account dat u wilt verwijderen. Tik op > Account verwijderen. Tik opnieuw op Account verwijderen om uw keuze te bevestigen. Als u uw Google™-account verwijdert, zijn beveiligingsfuncties die aan uw Google™-account zijn gekoppeld niet langer beschikbaar.
1 2 3 4 Sluit de lader aan op een stopcontact. Sluit een uiteinde van de USB-kabel aan op de lader (of in de USB-poort van een computer). Sluit het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven aan op de micro-USB-poort van uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint. Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector niet buigt.
Apparaatbeveiliging Zorgen dat uw apparaat beveiligd is U kunt voorkomen dat andere mensen uw apparaat zonder uw toestemming gebruiken. Als uw apparaat bijvoorbeeld verloren, gestolen of gewist is, kan alleen iemand met uw Google™-account of uw vergrendelingsschermgegevens het apparaat gebruiken. Om te zorgen dat uw apparaat beveiligd is, is het belangrijk dat u een veilige schermvergrendeling instelt en uw Google™-account aan uw apparaat toevoegt.
• Wachtwoord – voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te ontgrendelen. Het is heel belangrijk dat u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor schermontgrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen. Als u op uw Xperia™-apparaat een Microsoft® Exchange ActiveSync® (EAS)-account hebt ingesteld, kunnen de EAS-beveiligingsinstellingen de schermvergrendeling beperken tot alleen een PIN of wachtwoord.
Zie Een verloren apparaat terugvindenop pagina 21 als u de service Protection by my Xperia wilt activeren. Schermvergrendeling opnieuw instellen met Protection by my Xperia 1 2 3 4 5 6 U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw Google™-account weten en de service Protection by my Xperia moet op uw apparaat zijn ingeschakeld. Ga naar myxperia.sonymobile.com op een apparaat met internetverbinding. Meld u aan met hetzelfde Google™-account waarmee u uw apparaat hebt ingesteld.
Als u het apparaat gedurende vier uur na herstarten niet gebruikt, moet u het apparaat handmatig ontgrendelen. Verbinding maken met vertrouwde Bluetooth®-apparaten U kunt een verbonden Bluetooth®-apparaat aanmerken als een "vertrouwd" apparaat. Het Xperia™-apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat verbonden is.
U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe. De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke wanden van uw huis liggen, of ander gebied dat is toegevoegd als een vertrouwde locatie. Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van 80 meter.
Een aangepaste plaats bewerken 1 2 3 4 5 6 7 Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt. Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen. Tik op de plaats die u wilt bewerken. Tik op Adres bewerken. Als u een andere locatie wilt invoeren, tikt u op het vergrootglaspictogram en voert u het adres in. De ingevoerde locatie wordt gezocht.
Op-lichaamdetectie uitschakelen 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie. Sleep de schuifregelaar naast Aan naar links. SIM-kaartbeveiliging U kunt elke SIM-kaart die u in uw apparaat gebruikt, vergrendelen en ontgrendelen met een pincode (PIN = Personal Identity Number). Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het bijbehorende abonnement beschermd tegen ongeoorloofd gebruik.
inschakelt, dan kunt u ervoor kiezen slechts één simkaart te ontgrendelen en gebruiken. Met andere woorden, u kunt één vergrendelde simkaart omzeilen. U kunt ook gesprekken die op simkaart 1 binnenkomen doorsturen naar simkaart 2 wanneer simkaart 1 niet bereikbaar is, en vice versa. De functie heet Dual SIM bereikbaarheid. U moet dit handmatig inschakelen. Zie Oproepen doorschakelen op pagina 69. Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen 1 2 3 Vanaf de Startscherm, tik op .
Uw IMEI-nummers weergeven via de apparaatinstellingen 1 2 Tik in het Startscherm op . Tik op Instellingen > Over de telefoon > Status >Algemeen > IMEI-informatie. Een verloren apparaat terugvinden Als u een Google™-account hebt, kan de webservice 'Protection by my Xperia' u helpen uw apparaat terug te vinden, mocht u het hebben verloren. Als u deze service hebt ingeschakeld op uw apparaat kunt u: • • • • Uw apparaat op een kaart lokaliseren.
Ga voor meer informatie over Android™-apparaatbeheer naar www.support.google.com. Android™-apparaatbeheer werkt niet als uw apparaat is uitgeschakeld of als het geen verbinding heeft met het internetinternet. De service van Android™-apparaatbeheer is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar. Android™-apparaatbeheer activeren 1 2 3 4 5 6 7 Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
De basisaspecten onder de knie krijgen Het aanraakscherm gebruiken Tikken • • • Een item openen of selecteren. Een selectievakje of optie in- of uitschakelen. Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord. Aanraken en vasthouden • • • Verplaats een item. Activeer een item specifiek menu. Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst. Knijpen en spreiden • In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
Vegen • • Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst. Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm. Vegen • Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.
• Het scherm vergrendelen Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop . Startscherm De Startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal zeven deelvensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave. Het aantal deelvensters van het startscherm wordt weergegeven door een reeks punten onderin het startscherm.
Een venster instellen als het hoofdvenster van het startscherm 1 2 Houd een leeg gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt. Veeg naar links of rechts om te bladeren naar het venster dat u wilt instellen als uw hoofdvenster van het startscherm, tik vervolgens op . Een deelvenster toevoegen aan het startscherm 1 2 Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt. Veeg helemaal naar rechts of links om door de deelvensters te bladeren en tik vervolgens op .
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm 1 2 Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op . Tik op Apps sorteren en selecteer vervolgens een optie. Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm 1 2 Raak op het applicatiescherm een applicatiepictogram aan totdat het wordt geselecteerd en sleep het pictogram vervolgens naar de bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend. Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat uw vinger vervolgens los.
• Een menu in een toepassing openen Druk tijdens het gebruik van de toepassing op . Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar. Widgets Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze functioneren tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. En wanneer u op de widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets downloaden via Google Play™.
1 Open een applicatie met een snelkoppeling 2 Open een map met applicaties Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm 1 2 3 Houd een leeg gebied op het Startscherm vast tot het apparaat trilt en het instelmenu wordt weergegeven. Tik in het instelmenu op Applicaties. Blader door de lijst met applicaties en selecteer een applicatie. De geselecteerde applicatie wordt toegevoegd aan het Startscherm.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen 1 2 Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt. Tik op Achtergrond en selecteer een optie. Een thema instellen 1 2 3 Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt. Tik op Thema´s. Selecteer een optie en volg de instructies op uw apparaat. Als u een thema wijzigt, verandert ook de achtergrond in sommige toepassingen. Batterij- en stroombeheer Uw apparaat is voorzien van een batterij.
• U heeft uw apparaat al langer dan 1 uur niet gebruikt. Doze wordt geannuleerd wanneer u het apparaat weer gebruikt. De stand wordt tevens periodiek onderbroken wanneer het apparaat wordt bijgewerkt. Deze functie wordt standaard ingeschakeld en wordt aanbevolen voor de beste prestaties. Als u voor bepaalde applicaties echter een uitzondering wilt maken, kijk dan Specifieke applicaties van optimalisatie uitsluiten op pagina 31.
Een schermafbeelding maken 1 2 Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat een venster verschijnt. Tik op . U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan/uit-toets en de toets voor volume omlaag tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als de schermafbeelding is gemaakt, kunt u de toetsen loslaten. • Uw schermafbeelding bekijken Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op de schermafbeelding die u wilt bekijken. U kunt uw schermafbeeldingen ook bekijken in de applicatie Album.
• Een melding uit het vergrendelingscherm verwijderen Plaats uw vinger op de melding en veeg naar links of rechts. • Een melding op het vergrendelingscherm vergroten Sleep de melding omlaag. Niet alle meldingen kunnen worden vergroot. Meldingen op het vergrendelscherm beheren U kunt uw apparaat zo instellen dat alleen geselecteerde meldingen op het vergrendelscherm worden weergegeven.
gesprek is. Het meldingslampje is standaard ingeschakeld maar u kunt het handmatig uitschakelen. Als het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat het alleen branden bij een waarschuwing voor de batterijstatus, bijvoorbeeld als het energieniveau lager is dan 15 procent. Het meldingslampje inschakelen 1 2 3 Tik in uw startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding. Sleep de schuifregelaar naast Meldingslampje naar rechts.
Modus Niet storen is actief Uitzonderingen toestaan in modus Niet storen Trilstand Er is een alarm ingesteld Gps is actief Er is een synchronisatie actief Probleem met aanmelding of synchronisatie De gehoorapparaatfunctie is geactiveerd Afhankelijk van uw serviceprovider, netwerk en/of regio, kunnen sommige functies of services die door sommige pictogrammen in deze lijst worden vertegenwoordigd, al dan niet beschikbaar zijn. Pictogrammen in de statusbalk beheren 1 2 3 Tik in uw startscherm op .
Het apparaat is via een USB-kabel met een computer verbonden Intern geheugen is 75% vol. Tik om gegevens naar een geheugenkaart over te brengen Waarschuwing Meer (niet weergegeven) meldingen Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen verschijnen, zijn hier vermeld. Deze pictogrammen zijn alleen bedoeld als leidraad, en er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande melding. Een applicatie blokkeren om notificaties te versturen 1 2 3 4 Tik op uw startscherm op .
Gebruik de applicatie Video om video's op uw apparaat af te spelen en inhoud te delen met uw vrienden. Gebruik de applicatie Muziek om muziek en audioboeken te rangschikken en af te spelen. Lees nieuws van Xperia™ News. Gebruik de applicatie Weer om de weersvoorspelling te bekijken. Voer telefoongesprekken door het nummer handmatig in te voeren of door middel van de functie Smart Dial. Optimaliseer de instellingen naar uw wensen. Gebruik de applicatie Hangouts™ om online met vrienden te chatten.
Applicaties downloaden Applicaties downloaden van Google Play™ Google Play™ is de officiële online Google-winkel voor het downloaden van applicaties, spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties. Voordat u begint met het downloaden van Google Play™, moet u ervoor zorgen dat u een werkende internetverbinding hebt, bij voorkeur via Wi-Fi®, om de kosten van gegevensverkeer te beperken. U moet een Google™-account hebben om Google Play™ te kunnen gebruiken.
Internet en netwerken Surfen op internet De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar http://support.google.com/chrome en klik op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van deze webbrowser. Bladeren met Google Chrome™ 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op .
Handmatig internet- en mms-instellingen toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 8 Tik op het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken. Selecteer een simkaart. Tik op Namen toegangspunten > . Tik op Naam en voer een naam in. Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in. Voer alle overige informatie in. Als u niet weet welke informatie noodzakelijk is, neem dan contact op met uw netwerkaanbieder voor nadere informatie. Als u klaar bent, tikt u op en vervolgens op OPSLAAN.
Een Wi-Fi®-netwerk handmatig toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 8 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Tik op > Netwerk toevoegen. Voer de Netwerknaam (SSID)informatie in. Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren. Voer zo nodig een wachtwoord in. Om een aantal geavanceerde opties zoals proxy- en IP-instellingen te bewerken, markeert u het selectievakje Geavanceerde opties en bewerkt u naar wens. Tik op Opslaan.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi®-netwerk weergeven 1 2 3 Tik op het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Tik op het Wi-Fi®-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven. Een Wi-Fi®-slaapbeleid toevoegen 1 2 3 4 Tik op het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Tik op en vervolgens op Instellingen> Wi-Fi behouden in slaapstand. Selecteer een optie.
Uw gegevensverbinding delen via een USB-kabel 1 2 3 4 5 6 Deactiveer alle USB-kabelverbindingen met uw apparaat. Gebruik de USB-kabel die bij uw apparaat is geleverd om uw apparaat op een computer aan te sluiten. Tik in het Startscherm op . Zoek naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot. Sleep de schuifregelaar naast USB-tethering naar rechts en tik op OK als daarom wordt gevraagd. verschijnt in de statusbalk nadat u bent verbonden.
Toestaan dat een door WPS ondersteund apparaat uw mobiele gegevensverbinding gebruikt 1 2 3 4 5 6 Zorg ervoor dat uw apparaat is ingesteld als draagbare Wi-Fi®-hotspot. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot > Instellingen mobiele Wi-Fi-hotspot. Sleep de schuifregelaar naast Kan worden gevonden naar rechts. Zorg er onder Wi-Fi-hotspot configureren voor dat uw draagbare hotspot door een wachtwoord is beveiligd.
Een limiet voor mobiel gegevensgebruik instellen 1 2 3 4 5 6 Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik. Selecteer een SIM-kaart. Sleep de schuifregelaar naast Mobiele-datalimiet instellen naar rechts en tik op OK. Om de limiet voor mobiel gegevensgebruik in te stellen, sleept u de betreffende lijn naar de gewenste waarde.
Voor elke simkaart kunt u instellen dat uw apparaat automatisch kan schakelen tussen mobiele netwerken, afhankelijk van welk mobiele netwerk beschikbaar is waar u bent. U kunt uw apparaat ook handmatig instellen om toegang te krijgen tot een bepaald type mobiel netwerk voor elke simkaart, bijvoorbeeld WCDMA of GSM. Afhankelijk van het type of modus van netwerk waarmee u verbinding hebt, worden verschillende statuspictogrammen in de statusbalk weergegeven.
Verbinding maken met een VPN (Virtual Private Network) 1 2 3 4 5 Tik op het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN. Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt maken. Voer de vereiste informatie in. Tik op Verbinding maken. De verbinding verbreken met een VPN (Virtual Private Network) 1 2 Sleep de statusbalk omlaag. Tik op de melding voor de VPN-verbinding om deze uit te schakelen. 47 Dit is een internetversie van deze publicatie.
Gegevens synchroniseren op uw apparaat Synchroniseren met online accounts Synchroniseer uw apparaat met contacten, e-mails, evenementen en andere informatie uit online accounts, bijvoorbeeld e-mailaccounts zoals Gmail™ en Exchange ActiveSync, Facebook™, Flickr™ en Twitter™. U kunt gegevens automatisch voor deze accounts synchroniseren door de functie Automatische synchronisatie te activeren. Tevens kunt u elk account handmatig synchroniseren.
Een EAS-account instellen voor synchronisatie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Zorg dat u de door de netwerkbeheerder van uw bedrijf verstrekte domein- en servergegevens bij de hand hebt. Tik in het Startscherm op . Tik op Instellingen > Account synchroniseren > Account toevoegen > Exchange ActiveSync. Voer uw zakelijke e-mailadres en wachtwoord in. Tik op Volgende. Uw apparaat haalt eerst uw accountgegevens op. Als er een fout optreedt, voert u de domein- en servergegevens in en tikt u op Volgende.
Basisinstellingen Instellingen openen U kunt instellingen voor uw apparaat weergeven en ze wijzigen vanuit het menu Instellingen, dat u zowel vanuit het startscherm als het meldingenvenster kunt openen Het Instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het scherm Toepassingen 1 2 Tik in het Startscherm op Tik op Instellingen. . Informatie over uw apparaat bekijken 1 2 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon.
Een ringtone instellen 1 2 3 4 5 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Geluid en melding >Beltoon telefoon. Selecteer een simkaart. Selecteer een optie in de lijst of tik op en tik daarna op om een muziekbestand te selecteren dat in uw apparaat staat opgeslagen. Tik ter bevestiging op Gereed. Het meldingsgeluid selecteren 1 2 3 4 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Geluid en melding >Meldingsgeluid.
Uitzonderingen instellen voor de modus voor niet storen U kunt aangeven welke soorten meldingen toch een geluidsmelding mogen afspelen in de modus voor niet storen. U kunt uitzonderingen filteren op basis van de afzender van de meldingen. De meest voorkomende soorten uitzonderingen zijn: • • • • Gebeurtenissen en herinneringen Gesprekken Berichten Alarmen Uitzonderingen toestaan in modus Niet storen 1 2 3 Tik in het startscherm op .
Scherm vastzetten Gebruik de optie Scherm vastzetten zodat het apparaat alleen het scherm voor een specifieke applicatie weergeeft. Als u bijvoorbeeld een game speelt en u per ongeluk de navigatietoets Startscherm aanraakt, voorkomt de optie Scherm vastzetten dat het actieve scherm van de game wordt geminimaliseerd. U kunt deze functie ook gebruiken als u het apparaat aan iemand anders uitleent, om het moeilijker te maken om meer dan één applicatie te openen.
Een bevoegdheid toestaan 1 2 3 • Om een bevoegdheid toe te staan, tikt u op Toestaan. Wanneer het bevestigingsdialoogvenster voor de tweede keer verschijnt, kunt u kiezen uit de Niet meer vragen-optie die u wilt. Een dialoogvenster geeft ook uitleg over waarom de app de bevoegdheid nodig heeft en waarvoor deze specifiek gebruikt wordt. Om dit dialoogvenster te negeren, tikt u op OK. Een bevoegdheid weigeren Om een bevoegdheid te weigeren, tikt u op Afwijzen wanneer het dialoogvenster verschijnt.
Applicatiegegevens wissen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Apps. Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN > OK. Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens voor de geselecteerde applicatie permanent van uw apparaat verwijderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services. Het cachegeheugen van de applicatie wissen 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op .
Taalinstellingen U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment weer wijzigen. U kunt tevens de schrijftaal voor tekstinvoer wijzigen. Zie Het virtuele toetsenbord aanpassen op pagina 63. De taal wijzigen 1 2 3 4 Tik op het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Taal en invoer > Taal. Selecteer een optie. Tik op OK. Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram en tikt u erop.
De modus Super-vivid aanzetten 1 2 3 Tik vanaf uw startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Scherm >Beeldverbetering. Tik op de Superlevendige modus radioknop als deze niet al geselecteerd is. De geluidsuitvoer verbeteren U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en surroundgeluid. U kunt de volumebalans inschakelen om volumeverschillen tussen nummers en video's te beperken.
Een normaal gebruikersaccount toevoegen 1 2 3 4 5 6 7 Zorg ervoor dat u bent ingelogd als de eigenaar, dat wil zeggen de gebruiker die het apparaat voor het eerst heeft ingesteld. Tik in uw startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker toevoegen. Tik op OK. Er wordt een nieuw account gemaakt. Tik op NU INSTELLEN. Het scherm wordt vergrendeld en in de rechterbovenhoek verschijnt een pictogram dat de nieuw toegevoegde gebruiker aangeeft. Ontgrendel het scherm door omhoog te vegen.
De gegevens van de gastsessie wissen 1 2 3 4 5 Zorg dat u bent ingelogd bij het gastaccount. Tik in uw startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers. Tik vervolgens op Gast verwijderen. Tik op Verwijderen. Als u bent ingelogd bij het gastaccount, kunt u de gastsessie wissen via de statusbalk van elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast verwijderen.
Tekst typen Virtueel toetsenbord U kunt tekst invoeren met het virtuele QWERTY-toetsenbord door elke letter afzonderlijk in te tikken, of u kunt de functie Glijden gebruiken en met uw vinger van de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen. Als u liever een kleinere versie van het virtuele toetsenbord gebruikt en tekst met slechts één hand wilt invoeren, kunt u in plaats daarvan het toetsenbord voor één hand activeren. U kunt maximaal drie talen selecteren voor tekstinvoer.
Tekst invoeren met de functie Gebaren 1 2 3 Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven. Als u klaar bent met een woord tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd. Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tik dan op voor meer opties en kies daaruit.
Tekst invoeren met het toetsenblok • • • Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u één keer op elke tekentoets, zelfs wanneer de gewenste letter niet de eerste letter op de toets is. Tik en houd vast op de rij met kandidaten voor meer woordsuggesties en kies een woord uit de lijst. Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u op de toetsen op het scherm voor de tekens die u wilt invoeren. Blijf op deze knop tikken tot het gewenste teken is geselecteerd.
Tekst selecteren 1 2 Voer wat tekst in en tik twee keer op de tekst. Het woord dat u aantikt, wordt aan beide zijden gemarkeerd door tabs. Sleep de tabs naar links of rechts om meer tekst te selecteren. Tekst bewerken 1 2 • Vul wat tekst in en dubbeltik op de ingevuld tekst om de applicatiebalk te laten verschijnen. Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om de gewenste wijzigingen aan te brengen.
De instellingen veranderen van Mijn schrijfstijl gebruiken 1 2 Als u tekst invoert met het virtuele toetsenbord tikt u op . Tik op , vervolgens op Instellingen voor toetsenbord > Mijn schrijfstijl gebruiken en selecteer een optie. De instellingen voor slimme taaldetectie wijzigen Als u slimme taaldetectie wilt gebruiken, moet in Schrijftalen meer dan één taal zijn geselecteerd. Houd er ook rekening mee dat alleen talen met een Latijns alfabet worden ondersteund.
Bellen Bellen U kunt bellen door handmatig een telefoonnummer te kiezen, door op een nummer te tikken dat is opgeslagen in de contactenlijst, of door op een telefoonnummer in de gesprekkenlijst te tikken. Met de functie Smart Dial kunt u snel nummers in de contactenlijst en gesprekkenlijsten vinden. Voer gewoon een deel van een telefoonnummer of naam in en kies een optie uit de lijst met suggesties. Als u een videooproep wilt voeren, kunt u de applicatie Hangouts™ voor chatten en videochats gebruiken.
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen 1 2 3 4 Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en het instelmenu wordt weergegeven. Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen. Blader door de lijst met applicaties en selecteer Direct bellen. Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
geen tijd hebt om ze te beantwoorden. En u kunt rechtstreeks vanaf uw apparaat berichten beluisteren die op het antwoordapparaat zijn achtergelaten. Voordat u het antwoordapparaat gebruikt, moet u een welkomstbericht opnemen. Een begroeting opnemen voor het antwoordapparaat 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Oproep. Selecteer een SIM-kaart. Tik op Xperia™-antwoordapparaat > Begroeting. Tik op Uw nieuwe begroeting opnemen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Een gesprek weigeren met een tekstbericht als het scherm actief is 1 2 3 Als er een oproep binnenkomt, tikt u op het bovenste gedeelte van het zwevende meldingsvenster, daar waar het telefoonnummer of de naam van het contact verschijnt. Tik op Antwoordopties. Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven Een tweede gesprek weigeren met een SMS-bericht 1 2 Tik op Antwoordopties wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
Uw gemiste gesprekken weergeven 1 2 Als u een gemiste gesprek hebt, wordt statusbalk omlaag. Tik op Gemiste oproep. in de statusbalk weergegeven. sleep de • Een nummer uit uw gesprekkenlijst bellen Tik op het nummer en selecteer vervolgens een SIM-kaart. Als u een nummer wilt bewerken voordat u het belt, houdt u het betreffende nummer in de gesprekkenlijst aangeraakt. Vervolgens tikt u op Nummer bewerken voor bellen.
Gesprekken beperken U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande gesprekken blokkeren. Als u een PIN2-code hebt ontvangen van uw serviceprovider, kunt u een lijst met vaste nummers gebruiken om uitgaande gesprekken te beperken. Als u een abonnement met een voicemailservice hebt, kunt u alle inkomende gesprekken van een bepaald contact rechtstreeks doorsturen naar de voicemail.
Wisselgesprek activeren of deactiveren 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Oproep. Selecteer een simkaart. Tik op Aanvullende instellingen. Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op Wisselgesprek. • Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek in de wacht plaatsen Als u tijdens een gesprek herhaalde pieptonen hoort, sleept u naar rechts.
niet het geval is, kunt u het nummer opvragen bij uw netwerkoperator en het vervolgens handmatig invoeren. Uw voicemailnummer invoeren 1 2 3 4 Tik op het Startscherm op . Tik op Instellingen > Oproep > Voicemail >Instellingen voor voicemail > Voicemailnummer. Voer uw voicemailnummer in. Tik op OK. De voicemailservice bellen 1 2 Open het toetsenblok. Houd 1 aangeraakt en selecteer vervolgens een SIM-kaart.
Contacten Contacten overbrengen Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen. U kunt contacten synchroniseren met een online account of rechtstreeks importeren vanaf een ander apparaat. Contacten overzetten met behulp van een computer Xperia™ Transfer is een applicatie die u helpt uw contacten vanaf uw oude apparaat te verzamelen en ze over te zetten naar uw nieuwe apparaat.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart 1 2 3 4 Tik vanaf uw Startscherm op en tik vervolgens op . Druk op en tik op Contacten importeren > SD-kaart. Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen. Selecteer het bestand dat u wilt importeren en tik op OK. Contacten importeren met Bluetooth®-technologie 1 2 3 4 5 Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en uw apparaat op zichtbaar is ingesteld.
Een contact zoeken 1 2 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op en voer een telefoonnummer, een naam of andere informatie in het veld Contacten zoeken in. De lijst met resultaten wordt gefilterd zodra u een teken invoert. Selecteren welke contacten moeten worden weergegeven in de applicatie Contacten 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op en vervolgens op . Druk op en tik vervolgens op Filteren. Selecteer of deselecteer de gewenste opties in de geopende lijst.
De beltoon voor een contact personaliseren 1 2 3 4 5 Tik vanaf uw Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op de contactgegevens die u wilt aanpassen en tik vervolgens op . Tik op > Ringtone instellen. Selecteer een optie in de lijst en tik op om een muziekbestand te selecteren dat in uw apparaat staat opgeslagen. Tik daarna op Gereed. Tik op OPSLAAN. Contacten verwijderen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op en vervolgens op . Houd het contact dat u wilt verwijderen, aangeraakt.
Uw medische en persoonlijke gegevens als onderdeel van de ICE-informatie tonen 1 2 3 Tik in het Startscherm op en vervolgens op . Tik op ICE – In geval van nood. Tik op en markeer het selectievakje Persoonlijke informatie tonen. Uw medische gegevens invoeren 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en vervolgens op . Tik op ICE – In geval van nood. Tik op en vervolgens op Medische gegevens bewerken. Bewerk de gewenste informatie. Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen 1 2 3 Tik vanaf het Startscherm op en vervolgens op . Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten. Tik op . Uw favoriete contacten weergeven 1 2 Tik in het Startscherm op Tik op Favorieten. en tik vervolgens op . Een contact aan een groep toewijzen 1 2 3 4 Tik in de applicatie Contacten op het contact dat u aan een groep wilt toewijzen. Tik op en tik daarna op de balk direct onder Groepen.
Gekoppelde contacten scheiden 1 2 3 Tik op het Startscherm op en vervolgens op . Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op Tik op Contactkoppeling verw. > Ontkoppelen. . Een back-up maken van contacten U kunt een geheugenkaart, simkaart of USB-opslag gebruiken om een back-up te maken van contacten. Zie Contacten overbrengen op de pagina 73 voor meer informatie over het herstellen van contacten op uw apparaat.
Berichten en chat Berichten lezen en verzenden De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat alle berichten naar en van een specifieke persoon zijn gegroepeerd. Als u MMS-berichten wilt verzenden, moeten de juiste MMS-instellingen zijn ingesteld op uw apparaat. Zie Internet- en mms-instellingen op pagina 39. Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhankelijk van de aanbieder en de taal die u gebruikt.
Een bericht beantwoorden 1 2 3 Tik in het Startscherm op en tik op . Tik op het gesprek met het bericht. Typ uw antwoord en tik op een van de twee SIM-kaart u wilt gebruiken. -knoppen, afhankelijk van welke Een bericht doorsturen 1 2 3 4 5 Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op . Tik op het gesprek dat het bericht bevat dat u wilt doorsturen. Houd het bericht dat u wilt doorsturen aangeraakt, en tik vervolgens op Bericht doorsturen.
Bellen vanuit een bericht De afzender van een bericht bellen 1 2 Tik in uw Startscherm op ; ga naar en tik op . Tik op een gesprek en tik op , en selecteer vervolgens een SIM-kaart. Het nummer van een afzender opslaan als contact 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op , ga naar en tik op . Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op Opslaan. Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken. Bewerk de contactgegevens en tik op Opslaan.
E-mail E-mail instellen Gebruik de e-mailapplicatie op uw apparaat voor het versturen en ontvangen van emailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd hebben, inclusief zakelijke Microsoft Exchange ActiveSync-accounts. Een e-mailaccount instellen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik op E-mail. Volg de instructies die worden weergegeven op het scherm om de installatie te voltooien.
E-mailberichten lezen 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op . Zoek naar en tik op E-mail. Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, sleep dan de linkerrand van het scherm naar rechts en selecteer het account waarmee u de e-mail wilt controleren. Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts en tik op Gecombineerd Postvak IN als u alle e-mailaccounts tegelijk wilt controleren, Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op het e-mailbericht dat u wilt lezen.
E-mails zoeken 1 2 3 4 5 Tik in uw Startscherm op ; ga naar en tik op E-mail. Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, sleep dan de linkerrand van het scherm naar rechts en selecteer het account dat u wilt doorzoeken. Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts en tik op Gecombineerd Postvak IN als u in alle emailaccounts tegelijk wilt zoeken. Tik op . Typ de tekst voor uw zoekopdracht en tik op op het toetsenbord. Het zoekresultaat verschijnt in een lijst die is gesorteerd op datum.
• 1 Een lijst weergeven van alle Gmail-accounts en -mappen 2 Zoeken naar e-mailberichten 3 Lijst met e-mailberichten 4 E-mailbericht schrijven Meer informatie over Gmail™ Wanneer de Gmail-applicatie is geopend, sleept u de linker rand van het scherm naar rechts en zoekt u naar en tikt u op Help. 86 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Muziek Muziek overbrengen naar uw apparaat • • • Er bestaan verschillende manieren om muziek vanaf een computer naar uw apparaat over te brengen: Alleen voor Windows®: Sluit het apparaat met behulp van een USB-kabel op de computer aan en sleep de muziekbestanden rechtstreeks naar de applicatie voor bestandsbeheer op de computer. Zie Bestanden beheren met behulp van een computer op de pagina 135.
12 Plaats muziekstukken in de huidige afspeelwachtrij in willekeurige volgorde Muziekstartpagina 1 Sleep de linkerkant van het scherm naar rechts om het menu op de Muziekstartpagina te openen 2 Omhoog of omlaag bladeren om de inhoud weer te geven 3 Speel een nummer af met behulp van de applicatie Music 4 Speel alle nummers in willekeurige volgorde af 5 Keer terug naar het scherm van de muziekspeler Een nummer afspelen met de applicatie Muziek 1 2 3 4 Tik in het Startscherm op , ga naar en tik
1 Terug naar startscherm Muziek 2 De huidige afspeelwachtrij weergeven 3 Bladeren door alle artiesten 4 Bladeren door alle albums 5 Bladeren door alle nummers 6 Bladeren door uw muziekbibliotheek en filteren op artiest, album of naam van nummer 7 Bladeren door alle afspeellijsten 8 Een gedeeld muziekbestand afspelen op een ander apparaat 9 Het instellingsmenu voor de applicatie Muziek openen 10 Het ondersteuningsmenu voor de applicatie Muziek openen Het startschermmenu Muziek openen 1 2
Uw eigen afspeellijsten afspelen 1 2 3 Open het startschermmenu Muziek en tik op Afspeellijsten. Selecteer onder Afspeellijsten de afspeellijst die u wilt openen. Tik op Shuffle alles als u alle nummers wilt afspelen. Nummers toevoegen aan een playlist 1 2 3 Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt toevoegen aan een playlist. Raak de titel van het nummer of album aan en houd deze vast, tik vervolgens op Toevoegen aan playlist.
welke muziek TrackID-gebruikers wereldwijd aan het zoeken zijn. Gebruik de applicatie TrackID™ voor optimale resultaten in een rustige omgeving.
FM-radio Naar de radio luisteren De FM-radio in uw apparaat werkt net als elke andere FM-radio. U kunt bijvoorbeeld door FM-radiozenders bladeren, deze beluisteren en zenders opslaan als favorieten. U moet een bedrade headset of hoofdtelefoon op het apparaat aansluiten voordat u de radio kunt gebruiken. Dit is noodzakelijk omdat de headset of hoofdtelefoon als antenne werkt. Als een van deze apparaten is aangesloten, kunt u het geluid eventueel uit de luidspreker laten komen.
Het radiogeluid naar de luidspreker omschakelen 1 2 Wanneer de radio is geopend, drukt u op . Tik op Via luidspreker afsp.. Druk op en tik op Afsp. op hoofdtelefoon om het geluid terug te schakelen naar de bedrade headset of hoofdtelefoon. Een nummer identificeren op de FM-radio via TrackID™ 1 2 3 Tik op terwijl het nummer op de FM-radio van uw apparaat wordt afgespeeld en selecteer TrackID™. Er wordt een voortgangsindicator weergegeven terwijl de toepassing TrackID™ het nummer analyseert.
Camera Foto's maken en video's opnemen 1 Cameralens aan de voorzijde 2 De opnamemodus selecteren 3 Schakelen tussen de camera aan de voorkant en de hoofdcamera 4 In- of uitzoomen 5 Cameratoets: camera activeren/foto's maken/video's opnemen 6 Foto's en video's weergeven 7 Foto's maken of video's opnemen 8 Een stap teruggaan of de camera afsluiten 9 Pictogram instellingen opnamemodus 10 Flitserinstellingen Een foto nemen vanaf het vergrendelingsscherm 1 2 3 Druk kort op de aan/uit-toets
Een video opnemen met de cameratoets 1 2 3 4 Activeer de camera. Veeg op het scherm naar videomodus. Druk op de cameratoets om het opnemen van een video te starten. Druk opnieuw op de cameratoets om de opname te stoppen. Een video opnemen 1 2 3 4 5 • Activeer de camera. Richt de camera op het onderwerp. Tik op om met opnemen te beginnen. Om een video-opname te pauzeren, tikt u op hervatten. Tik op om de opname te stoppen. .
Geografische posities toevoegen aan uw foto's Schakel de functie Locatie opslaan in om een benadering van de geografische locatie toe te voegen aan foto's die u maakt. De geografische locatie wordt bepaald met behulp van draadloze netwerken en/of GPS-technologie. Wanneer wordt weergegeven op het camerascherm, is Locatie opslaan ingeschakeld maar is de geografische positie niet gevonden. Wanneer wordt weergegeven, is Locatie opslaan ingeschakeld en is de geografische locatie beschikbaar.
Handmatige modus Gebruik Handmatige modus als u de camera-instellingen voor foto's en video's met de hand wilt instellen. AR-effect U kunt AR-effecten (Augmented Reality - verbrede realiteit) toepassen op uw foto's of video´s en ze leuker maken. Wanneer u de camera gebruikt, kunt u met deze instelling 3D-scenes in uw foto's of video's integreren. Selecteer gewoon de scène die u wilt en pas de positie aan in de zoeker.
technologie ondersteunt. Wat u in de zoeker ziet, kunt u vervolgens bewerken voordat u een foto maakt. Als u bijvoorbeeld bij een concert bent en u een foto wilt maken van de band vanuit een bepaalde hoek en van het publiek vanuit een andere hoek, kunt u het beste de multicameramodus gebruiken. U kunt de multi-cameramodus instellen met behulp van NFC, zodat de twee apparaten worden gekoppeld met Wi-Fi Direct™-technologie.
De foto of video wordt opgeslagen nadat u deze hebt gemaakt en er wordt geen voorbeeld weergegeven. Volumetoets gebruiken als Als u foto's maakt, kunt u de volumetoets voor verschillende functies gebruiken. Zoomfunctie Gebruik de volumetoets om in of uit te zoomen. Volume Gebruik de volumetoets om het geluidsniveau aan te passen. Sluiter Gebruik de volumetoets om foto's te maken. Geluid Kies om het sluitergeluid in of uit te schakelen.
Tl-licht Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-verlichting. Daglicht Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor zonnige omstandigheden buitenshuis. Bewolkt Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte hemel. Fotocamera-instellingen De fotocamera-instellingen aanpassen 1 2 3 Activeer de camera. Tik op om alle instellingen weer te geven. Selecteer de instellingen die u wilt aanpassen en bewerk deze dan zoals gewenst.
0,5 sec. Een vertraging van een halve seconde instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de foto wordt gemaakt. Uit De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt. Smile Shutter™ Gebruik de functie Smile Shutter™ om te bepalen op wat voor lach de camera reageert voordat u een foto neemt. Object volgen Als u een object selecteert door het in de zoeker aan te raken, volgt de camera dit object.
Meet de hoeveelheid licht op het gezicht en past de belichting aan zodat het gezicht niet te donker of te licht is. Gemiddeld Berekent de belichting op basis van de hoeveelheid licht voor het gehele onderwerp. Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig. Flitser Gebruik de flitser om foto's te maken bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht.
Sneeuw Gebruik deze optie in fel verlichte omgevingen om overbelichte foto's te voorkomen. Feest Gebruik deze optie voor foto's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst. Sport Gebruik deze optie voor foto's van snel bewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt de bewegingsvervaging geminimaliseerd.
HDR-video Gebruik de instelling HDR (High-Dynamic Range) om een video op te nemen bij sterk tegenlicht of onder omstandigheden waarin het contrast scherp is. Video HDR compenseert het verlies aan detail en produceert een afbeelding die representatief is voor zowel donkere als heldere delen. Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig. Videoresolutie De videoresolutie aanpassen voor verschillende indelingen.
Foto's en video's in Album Foto's en video's weergeven Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u met de camera hebt vastgelegd of om vergelijkbare content weer te geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een raster in chronologische volgorde weergegeven.
Een video afspelen 1 2 3 Tik in Album op de video die u wilt afspelen. Tik op . Als er geen afspeelknoppen worden weergegeven, tikt u op het scherm om deze weer te geven. Tik nogmaals op het scherm om de knoppen weer te verbergen. Een video onderbreken 1 2 Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de zoombesturingselementen weer te geven. Tik op .
Een foto of video verwijderen 1 2 Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt. Tik op Verwijderen. Werken met foto- of videobatches in Album 1 2 3 Druk bij het weergeven van miniaturen van foto's en video's in Album op een item en houd het vast totdat het gemarkeerd is. Tik op andere items waarmee u wilt werken om ze te selecteren. Als u alle items wilt selecteren, tikt u op en vervolgens op Alles selecteren.
Het verzadigingsniveau van kleuren in een foto instellen 1 2 3 4 Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt. Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Foto-editor. Tik op en selecteer vervolgens een optie. Tik op Opslaan om een kopie van de bewerkte foto op te slaan. Video's bewerken met de applicatie Videobewerker U kunt video's bewerken die u met uw camera gemaakt heeft. U kunt bijvoorbeeld de video inkorten of de afspeelsnelheid aanpassen.
Een foto of video weer zichtbaar maken 1 2 3 4 Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op Verborgen. Tik op de foto of video die u weer zichtbaar wilt maken. Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op . Tik op Niet verbergen. Startschermmenu Album Via het startschermmenu Album kunt u naar al uw fotoalbums bladeren, inclusief albums van foto's en video's die zijn gemaakt met speciale effecten van de camera.
Uw foto’s op een kaart weergeven Het toevoegen van locatiegegevens aan foto's wordt ook wel geotagging genoemd. U kunt uw foto’s op een kaart weergeven en aan uw vrienden en familie laten zien waar u was toen u de foto maakte. Zie Geografische posities toevoegen aan uw foto's op pagina 96 voor meer informatie. Als u locatiedetectie hebt ingeschakeld en geotagging in de camera hebt geactiveerd, kunt u uw foto's direct labelen voor latere weergave op de kaart.
De geotag van een foto wijzigen 1 2 Raak bij het bekijken van een foto op de kaart in Album deze foto aan en houd vast tot het kader blauw wordt, en tik vervolgens op de gewenste locatie op de kaart. Tik op OK. De kaartweergave wijzigen • Tik tijdens het weergeven van de kaart in Album op en selecteer Klassieke weergave of Satellietweergave. 111 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Video's Video's bekijken in de toepassing Video Gebruik de toepassing Video om films en andere videocontent af te spelen die u op uw apparaat hebt opgeslagen of naar uw apparaat hebt gedownload. De toepassing Video helpt u ook bij het ophalen van poster art, plot-samenvattingen, genre-informatie en informatie over de regisseur voor elke film. U kunt uw films ook op andere apparaten afspelen die met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Sommige videobestanden kunnen niet in de toepassing Video worden afgespeeld.
De geluidsinstellingen wijzigen terwijl een video wordt afgespeeld 1 2 3 Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de besturingselementen weer te geven. Tik op > Geluidsinstellingenen wijzig de instellingen als gewenst. Tik op OK wanneer u klaar bent. Een video delen 1 2 Tik op en tik op Delen terwijl een video wordt afgespeeld. Tik op de applicatie die u wilt gebruiken om de geselecteerde video te delen en volg vervolgens de relevante stappen om de video te verzenden.
Meldingen van Movie Creator uitschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Zoek naar en tik op Movie Creator. Tik op , vervolgens op Instellingen en schakel Meldingen uit. Movie Creator uitschakelen 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Apps. Vind en tik op Movie Creator > UITSCHAKELEN.
Connectiviteit Het scherm van het apparaat via een kabel op een tv weergeven U kunt het apparaat op een compatibele tv aansluiten met een MHL-kabel en beelden van het apparaatscherm op het tv-scherm weergeven. MHL- en HDMI™-kabels en -adapters worden afzonderlijk verkocht. Sony garandeert niet dat alle soorten MHL- en HDMI™-kabels en -adapters door het apparaat worden ondersteund.
Het scherm van uw apparaat op een tv weergeven 1 2 3 4 5 tv: Volg de aanwijzingen in de handleiding van uw tv om de functie voor scherm spiegelen (schermreproductie) in te schakelen. Uw apparaat: Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >Schermreproductie. Tik op Aan de slag. Tik op OK en selecteer een apparaat. Uw tv moet schermreproductie op basis van Wi-Fi CERTIFIED Miracast™ ondersteunen, anders werkt de hierboven beschreven functie niet.
Een gedeelde foto op uw apparaat weergeven 1 2 3 4 5 Zorg ervoor dat de apparaten waarmee u bestanden wilt delen, met hetzelfde WiFi®-netwerk als uw apparaat zijn verbonden. Tik vanuit het Startscherm op , zoek naar Album en tik hierop. Versleep de linkerrand van het hoofdscherm van Album naar rechts en tik op Thuisnetwerk. Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten. Blader in de mappen van het verbonden apparaat en selecteer een foto die u wilt weergeven.
Het toegangsniveau van een geregistreerd apparaat wijzigen 1 2 3 4 Tik vanuit het Startscherm op . Zoek en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >Mediaserver. Selecteer een apparaat in de Geregistreerde apparaten-lijst. Tik op Toegangsniveau wijzigen en selecteer een optie. Hulp krijgen over het delen van inhoud met andere DLNA Certified™-apparaten 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Mediaserver. Tik op en tik vervolgens op Help.
NFC ook gebruiken om tags te scannen die u meer informatie geven over een product of dienst en om tags te scannen die bepaalde functies op het apparaat activeren. NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter, dus de apparaten die gegevens delen moeten dicht bij elkaar worden gehouden. Voordat u NFC kunt gebruiken, moet u de functie NFC eerst inschakelen en het scherm van het apparaat moet actief zijn. NFC is mogelijk niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Een webadres delen met een ander apparaat door middel van NFC 1 2 3 4 5 6 7 Zorg ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide schermen actief zijn. Tik op uw Startscherm op het pictogram . Tik op om de webbrowser te openen. Laad de webpagina die u wilt delen. Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat met de achterkanten tegen elkaar zodat de NFC-detectiegebieden van beide apparaten elkaar raken. Als de apparaten verbinding maken, wordt er een miniatuur weergegeven.
Uw apparaat een naam geven 1 2 3 4 5 6 Zorg dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth. Tik op > De naam van dit apparaat wijzigen. Voer een naam in voor uw apparaat. Tik op Naam wijzigen. Koppelen met een ander Bluetooth®-apparaat Als u uw apparaat met een ander apparaat koppelt, kunt u het apparaat bijvoorbeeld verbinden met een Bluetooth®-headset of een Bluetooth®-carkit, en deze apparaten gebruiken om te bellen en gebeld te worden.
• Webpagina's Onderdelen verzenden via Bluetooth® 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Ontvangend apparaat: zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en dat het apparaat zichtbaar is voor andere Bluetooth®-apparaten. Verzendend apparaat: open de applicatie die het onderdeel bevat dat u wilt verzenden en ga naar het onderdeel. Afhankelijk van de applicatie en het item dat u wilt verzenden, moet u het item bijvoorbeeld aanraken en vasthouden, openen, en drukken op .
Slimme apps en functies die tijd sparen Uw apparaat voor betalingen gebruiken U kunt uw apparaat gebruiken om te betalen zonder uw echte portemonnee te hoeven pakken en u kunt alle betaalservices op één plaats beheren. Wanneer u een betaling uitvoert, moet u niet vergeten de NFC-functie in te schakelen voordat u met uw apparaat een kaartlezer aanraakt. Zie NFC op pagina 118 voor meer informatie over NFC.
Reizen en kaarten Locatieservices gebruiken Applicaties zoals Maps en de camera kunnen via locatieservices informatie gebruiken van mobiele en Wi-Fi®®-netwerken en tevens GPS-informatie (Global Positioning System) om uw locatie bij benadering te bepalen. Als de verbinding met GPS-satellieten niet optimaal is, kan uw apparaat uw locatie met behulp van de Wi-Fi®-functie bepalen. En als u niet binnen het bereik van een Wi-Fi®-netwerk bent, kan uw apparaat uw locatie met behulp van uw mobiele netwerk bepalen.
inschakelt, kunnen daarvoor extra kosten in rekening worden gebracht. Het wordt aangeraden om vooraf te controleren wat de kosten daarvoor zijn. Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich misschien aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om data roaming in of uit te schakelen. Data roaming activeren 1 2 3 4 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Meer >Mobiele netwerken. Selecteer een simkaart.
geheugenkaart of in het interne geheugen wordt opgeslagen. U kunt ook gewaarschuwd worden door alarmen als deze geactiveerd zijn. Inschakelen van de vliegmodus beperkt het batterijgebruik. De vliegtuigmodus inschakelen 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Vliegmodus. Sleep Vliegmodus naar rechts. 126 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Agenda en wekker Agenda Gebruik de app Agenda om uw agenda te beheren. Als u zich hebt aangemeld op diverse onlineaccounts die gebruikmaken van agenda's, bijvoorbeeld uw Google™account of Xperia™ met Facebook-account en u hebt uw apparaat daarmee gesynchroniseerd, dan verschijnen agendagebeurtenissen van deze accounts ook in de applicatie Agenda van uw apparaat. U kunt selecteren welke agenda's u in de gecombineerde Agenda-weergave wilt integreren.
1 Ga naar het startscherm van het alarm 2 Geef een wereldklok weer en pas de instellingen aan 3 Open de stopwatchfunctie 4 Open de timerfunctie 5 Weergaveopties 6 Open de datum- en tijdinstellingen van de klok 7 Schakel een alarm in of uit 8 Voeg een nieuw alarm toe Een nieuw alarm instellen 1 2 3 4 5 6 7 Tik in uw startscherm op . Zoek naar en tik op Klok. Tik op . Tik op Tijd en selecteer de gewenste waarde. Tik op OK. Bewerk eventueel andere alarminstellingen. Tik op Opslaan.
Een herhaald alarm instellen 1 2 3 4 Open de applicatie voor alarm en klok en tik op het alarm dat u wilt bewerken. Tik op Herhalen. Markeer de selectievakjes voor de gewenste dagen en tik op OK. Tik op Opslaan. De trilfunctie voor een alarm activeren 1 2 3 Open de applicatie voor alarm en klok en tik op het alarm dat u wilt bewerken. Markeer het selectievakje Trillen. Tik op Opslaan.
Toegankelijkheid Vergrotingsgebaren Met vergrotingsgebaren kunt u inzoomen op delen van het scherm door driemaal achterelkaar op het touchscreen te tikken. Vergrotingsgebaren in- of uitschakelen 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Toegankelijkheid > Vergrotingsgebaren. Tik op de aan-/uitknop. Een gebied vergroten en over het scherm pannen 1 2 Zorg dat Vergrotingsgebaren is ingeschakeld. Tik driemaal op een gebied. Houd vast en sleep met een vinger over het scherm.
TalkBack uitschakelen 1 2 3 Dubbeltik vanaf uw Startscherm op . Vind en dubbeltik op Instellingen > Toegankelijkheid> TalkBack. Dubbeltik op de aan-uitknop en dubbeltik vervolgens op OK. 131 Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Ondersteuning en onderhoud Ondersteuning in uw apparaat Gebruik de applicatie Ondersteuning op uw apparaat om te zoeken naar een gebruikershandleiding, oplossingen voor problemen te lezen en informatie te vinden over software-updates en andere productgerelateerde informatie. De applicatie voor gebruikersondersteuning openen 1 2 Tik in het Startscherm op . Vind en tik op en selecteer het gewenste ondersteuningsitem.
Ga naar www.sonymobile.com/update voor meer informatie over software-updates. Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u inloggen als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om het apparaat bij te werken. Als er onvoldoende vrije geheugenruimte is, kan dat de updates in de weg staan. Zorg er daarom voor dat er voldoende vrije geheugenruimte is voordat u het apparaat gaat updaten.
• Het dynamische geheugen (RAM) is ongeveer 2 GB groot en kan niet voor opslag worden gebruikt. Het RAM-geheugen wordt gebruikt om geopende applicaties en het besturingssysteem te beheren. U moet de geheugenkaart mogelijk afzonderlijk aanschaffen. Lees meer over het gebruik van geheugen in Android-apparaten door de whitepaper voor uw apparaat te downloaden via www.sonymobile.com/support. Geheugenprestaties verbeteren Het geheugen in uw apparaat raakt bij normaal gebruik langzaam vol.
Actieve applicaties en services stoppen 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Apps. Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK. De geheugenkaart formatteren 1 2 3 Tik in het Startscherm op . Tik vervolgens op Instellingen > Opslag en geheugen. Tik op , vervolgens op Geavanceerde instellingen > Opslagruimte > SD-kaart > en vervolgens op Instellingen > Formatteren > Wissen en formatteren. Bij het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist.
Een back-up maken met behulp van uw computer 1 2 3 4 5 Zorg dat de applicatie Xperia™ Companion op de pc of de Apple® Mac®computer geïnstalleerd is. Sluit uw apparaat via een USB-kabel op de computer aan. Computer: Start de applicatie Xperia™ Companion. Na enkele momenten detecteert de computer uw apparaat. Selecteer Back-up op het hoofdscherm. Volg de instructies op het scherm op vanaf uw apparaat een gegevensback-up te maken.
De automatische back-upfunctie instellen 1 2 3 4 5 6 7 Als u op een USB-opslag een back-up maakt van inhoud, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met de USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als back-upt op een SD-kaart, zorg dan dat de SD-kaart goed in uw toestel geplaatst is. Als u inhoud naar een online account back-upt, zorg dan dat u bent aangemeld bij uw Google™-account. Tik in het Startscherm op . Ga naar en tik op Instellingen > Back-up maken en resetten.
Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevenstypen: • • • • applicaties bladwijzers Wi-Fi®-netwerken andere instellingen Een back-up maken van gegevens naar een online-account 1 2 3 Tik vanaf uw Startscherm op . Vind en tik op Instellingen > Back-up maken en resetten. Onder Back-up en herstel van Google™, tik op Back-up maken van mijn data en versleep de schuifregelaar naar rechts.
opslagapparaat. Kijk voor meer informatie Back-up maken en herstellen van inhoud op pagina 135. Als uw apparaat niet opstart of als u de software van uw apparaat wilt resetten, kunt u Xperia™ Companion gebruiken om uw apparaat te herstellen. Kijk voor meer informatie over het gebruik van Xperia™ Companion in Computerhulpmiddelen op pagina 132. Uw apparaat start mogelijk niet opnieuw als de batterij bijna leeg is. Sluit het apparaat op een lader aan en probeer het opnieuw op te starten.
1 2 3 Zorg dat Xperia Companionop uw pc of Mac® geïnstalleerd is. Start de applicatie Xperia™ Companion op de computer en druk op het hoofdscherm op Softwarereparatie. Volg de scherminstructies om de software opnieuw te installeren en de reparatie te voltooien.
MPEG-4- of AVC-video die door een consument voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik is gecodeerd en/of is verkregen van een leverancier van video aan wie licentie is verleend door MPEG LA om MPEG-4- en/of AVCvideo te verstrekken. Voor enig ander gebruik wordt geen licentie toegekend, expliciet noch impliciet. Extra informatie, waaronder informatie over promotioneel, intern en commercieel gebruik en over licenties, kan worden verkregen van MPEG LA, L.L.C. Zie www.mpegla.com.