Operation Manual

Een webadres delen met een ander apparaat door middel van NFC
1
Zorg ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide
schermen actief zijn.
2
Tik op uw Startscherm op het pictogram .
3
Tik op
om de webbrowser te openen.
4
Laad de webpagina die u wilt delen.
5
Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat met de achterkanten tegen
elkaar zodat de NFC-detectiegebieden van beide apparaten elkaar raken. Als de
apparaten verbinding maken, wordt er een miniatuur weergegeven.
6
Tik op de miniatuur om de overdracht te starten.
7
Nadat de overdracht is voltooid, wordt de webpagina weergegeven op het
scherm van het ontvangende apparaat.
NFC-tags scannen
Uw apparaat kan verschillende soorten NFC-tags scannen. Hij kan bijvoorbeeld
geëmbedde tags scannen op een poster, een affiche of naast een product in een winkel.
U kunt aanvullende informatie ontvangen, zoals een webadres.
Een NFC-tag scannen
1
Zorg ervoor dat de NFC-functie op uw apparaat is ingeschakeld en dat het
scherm actief is.
2
Plaats uw apparaat boven de tag zodat deze contact maakt met het NFC-
detectiegebied. Uw apparaat scant de tag en toont de verzamelde inhoud. Tik op
de inhoud van de tag om deze te openen.
Verbinding maken met een apparaat dat NFC ondersteunt
U kunt het apparaat aansluiten op andere apparaten met NFC-compatibiliteit die door
Sony worden geproduceerd, zoals een speaker of een hoofdtelefoon. Wanneer u dit type
verbinding gebruikt, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van het compatibele
apparaat voor meer informatie.
Mogelijk moet u Wi-Fi® of Bluetooth® op beide apparaten activeren om de verbinding te laten
werken.
Draadloze Bluetooth®-technologie
Gebruik de Bluetooth®-functie om bestanden te verzenden naar andere Bluetooth®-
apparaten of om een verbinding te maken met handsfree-accessoires. Bluetooth®-
verbindingen werken het beste binnen een straal van 10 meter (33 ft), zonder vaste
voorwerpen tussen de apparaten. In sommige gevallen moet u het apparaat handmatig
koppelen met andere Bluetooth®-apparaten.
De interoperabiliteit en compatibiliteit tussen Bluetooth®-apparaten varieert.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, kunnen alle gebruikers de Bluetooth®-
instellingen veranderen; de wijzigingen gelden dan voor alle gebruikers.
De functie Bluetooth
®
inschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
3
Tik op de aan/uit-schakelaar naast Bluetooth om de functie Bluetooth
®
in te
schakelen. Uw apparaat is nu zichtbaar voor apparaten in de omgeving en er
wordt een lijst met beschikbare Bluetooth
®
-apparaten weergegeven.
Uw apparaat een naam geven
U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt aan andere apparaten getoond,
als u de Bluetooth
®
-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat hebt ingesteld op
zichtbaar.
120
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.