Operation Manual

Uw apparaat een naam geven
1
Zorg dat de Bluetooth
®
-functie is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op
.
3
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
4
Tik op
> De naam van dit apparaat wijzigen.
5
Voer een naam in voor uw apparaat.
6
Tik op Naam wijzigen.
Koppelen met een ander Bluetooth
®
-apparaat
Als u uw apparaat met een ander apparaat koppelt, kunt u het apparaat bijvoorbeeld
verbinden met een Bluetooth
®
-headset of een Bluetooth
®
-carkit, en deze apparaten
gebruiken om te bellen en gebeld te worden.
Nadat u uw apparaat hebt gekoppeld met een ander Bluetooth
®
-apparaat, onthoudt uw
apparaat deze koppeling. Als u uw apparaat koppelt met een Bluetooth
®
-apparaat, moet
u mogelijk een toegangscode invoeren. Uw apparaat probeert automatisch de generieke
code 0000. Als dat niet werkt, moet u de handleiding van uw Bluetooth
®
-apparaat
raadplegen voor het wachtwoord. U hoeft de toegangscode de volgende keer dat u
verbinding maakt met een gekoppeld Bluetooth
®
-apparaat, niet meer in te voeren.
Bepaalde Bluetooth
®
-apparaten, zoals de meeste Bluetooth
®
-headsets, moeten aan een
apparaat worden gekoppeld en hiermee worden verbonden voordat u ze kunt gebruiken.
U kunt uw apparaat met meerdere Bluetooth
®
-apparaten koppelen. U kunt echter met slechts
één Bluetooth
®
-profiel tegelijk verbinding maken.
Uw apparaat met een ander Bluetooth
®
-apparaat koppelen
1
Controleer of Bluetooth
®
is geactiveerd op het apparaat dat u met uw apparaat
wilt koppelen en of het zichtbaar is voor andere Bluetooth
®
-apparaten.
2
Tik in het Startscherm van uw eigen apparaat op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
4
Sleep de schuifregelaar naast Bluetooth om de functie Bluetooth
®
in te schakelen.
Er wordt een lijst met beschikbare Bluetooth
®
-apparaten weergegeven.
5
Tik op het Bluetooth
®
-apparaat waarmee u wilt koppelen.
6
Voer indien nodig een toegangscode in of bevestig dezelfde toegangscode op
beide apparaten.
Uw apparaat verbinden met een ander Bluetooth
®
-apparaat
1
Tik in het Startscherm op
.
2
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
3
Tik op het Bluetooth
®
-apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
De koppeling van een Bluetooth
®
-apparaat opheffen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
3
Tik onder Gekoppelde apparaten op
naast de naam van het apparaat waarvan
u de koppeling wilt opheffen.
4
Tik op Vergeten.
Onderdelen verzenden en ontvangen via Bluetooth
®
-technologie
Gebruik Bluetooth
®
om onderdelen te delen met andere Bluetooth
®
-compatibele
apparaten zoals telefoons of computers. U kunt de volgende soorten onderdelen
verzenden en ontvangen:
Foto's en video's
Muziek en andere audiobestanden
121
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.