Operation Manual

Gebruiksaanwijzing B800p
-7-
RPM
Geeft het aantal omwentelingen per minuut weer.
DISTANCE
Geeft de afgelegde afstand weer in aantal KM.
CALORIES
Geeft het aantal calorieën weer dat u tijdens het trainen verbrandt.
PULSE
De computer geeft bij PULSE uw hartslag weer, uitgedrukt in aantal slagen per minuut. U dient
voor het meten van uw hartslag beide hartslagsensoren vast te houden of een hartslagmeter in de
vorm van een borstband toe te passen.
Let op dat u niet de hartslagsensoren vasthoudt wanneer u de borstband draagt. Het meten van
uw hartslag via de borstband geeft een betere meting dan het meten van uw hartslag via de
hartslagsensoren.
Bij het H.R.C. programma kunt u een doelhartslag selecteren/instellen om op te trainen.
WATT
Geeft het aantal WATT weer waarop u aan het trainen bent. Het aantal WATT dat berekend wordt
is een combinatie van RPM en de weerstand (LOAD).
U kunt bij het WATT programma het aantal WATT instellen waarop u wenst te trainen. Het aantal
WATT is in te stellen van 10 – 350. De computer zal dan de weerstand automatisch verhogen en
verlagen zodat u op het aantal WATT blijft trainen dat u vooraf heeft ingesteld.
LOAD
Geeft het weerstandsniveau weer zodra u de weerstand verhoogt/verlaagt. De weerstand kan
variëren van niveau 1 t/m niveau 16.
HET PROGRAMMAPROFIEL
Centraal op het scherm wordt het programmaprofiel weergegeven; deze geeft het
weerstandsverloop weer.
Het programmaprofiel bestaat uit 8 rijen, waarbij elke rij 2 weerstandsniveaus kan inhouden. Er
zijn in totaal 20 kolommen, waarbij u van links naar rechts beweegt. Het knipperende kolom geeft
aan waar u zich bevindt op het programmaprofiel.