Operation Manual

SportsArt 1160/1180
14
Hoe werkt de computer
Basisfuncties
1. Snelheid: gebruik de pijltjes onder de “SPEED” knop om de gewenste
snelheid in te stellen. Het snelheidsbereik van deze loopband is (0,8 – 14,5
kph). Druk het pijltje omhoog om de snelheid te verhogen en het pijltje
naar beneden om de snelheid te verlagen.
2. Hellingshoek: gebruik de pijltjes onder de “INCLINE” knop om de loop-
band te verhogen of te verlagen. De hellingshoek heeft een bereik van 0%
- 12%.
3. Mode: Als u de veiligheidssleutel plaatst, zal het elektronische display au-
tomatisch “MANU” weergeven. Druk op de “MODE” knop om door de
modes, SCAN, TIME, DIST (Distance), CAL (Calorieën) of PULSE.
4. De pijltjes: deze worden gebruikt om de gewenste tijd of afstand te kiezen.
5. Programma: door de knop “PROGRAM” in te drukken kan u kiezen uit de
programma’s: MANU, PROG 1, PROG 2, PROG 3 en INTV (interval).
6. Stop: gebruik deze knop als u de loopband onmiddellijk stop wilt zetten
als deze draait. Als de loopband stil staat kunt u op de stop knop drukken
om alle workout informatie te wissen.
7. Veiligheidssleutel: zet de loopband aan door de “power switch” in te druk-
ken. Deze bevindt zich aan de rechter zijkant van de loopband, en plaats
de veiligheidssleutel op de “SAFETY KEY” positie.
8. Enter: deze knop bevestigd uw gekozen acties.