User Manual

27
1. Maak het pastadeeg. Het basisrecept
en andere deegvarianten vind je in het
bijgeleverde receptenboek.
2. Maak de pastamachine met de
bevestigingsklemmen vast aan een
tafel of aan het werkblad en plaats het
snij-inzetstuk in de machine.
3. Verdeel het deeg in kleine porties en
dek het gedeelte dat je niet gebruikt
af met vershoudfolie of een vochtige
keukendoek totdat je het nodig hebt.
Stel de machine in op de grootste
walsafstand door aan de draaiknop te
trekken en vervolgens te draaien tot
hij in elkaar klikt.
4. Bestrooi het werkvlak rondom je
pastamachine met bloem en strooi
ook wat bloem over de walsen. Plaats
de slinger en draai het deeg in een
gelijkmatig tempo door de platte
walsen. Vouw het deeg een keer vanaf
links, een keer vanaf rechts naar het
midden toe, zodat er 3 lagen ontstaan.
Draai het deeg opnieuw door de walsen.
Herhaal dit proces 3 keer. Op deze ma-
nier wordt het deeg elastisch. Verklein
na elke keer walsen de walsafstand met
één stap. Het deeg hoeft niet meer te
worden gevouwen. Als het deeg te lang
wordt, kun je het halveren.
5. Heeft het de gewenste dikte bereikt,
dan kun je het deeg in lasagnevellen
snijden of het deeg met behulp van
de geschikte walsen tot lintpasta of
spaghetti snijden. Selecteer hiervoor
het juiste wals-opzetstuk en draai het
deeg door de snijwalsen. Laat de zojuist
gemaakte pasta even drogen. Hiervoor
kun je de pasta ophangen. Herhaal het
hele proces tot al het deeg op is.
Tips voor de pastabereiding
De juiste soort bloem: voor het
perfecte pastadeeg zoals bij de Italiaan
kun je het beste durum tarwebloem
van het type 00 gebruiken. Het bevat
veel gluten en de pasta breekt minder
snel. Als je geen durum tarwebloem in
huis hebt, kun je gewone tarwebloem
(type 405 of 550) mengen met even-
veel delen durum tarwegriesmeel.
De toevoeging van ei aan het
pastadeeg zorgt ervoor dat de pasta
steviger is, lekkerder smaakt en een
mooiere kleur heeft. Voor dit deeg
heb je geen durum tarwegriesmeel
nodig en kun je gewoon tarwebloem
gebruiken. Pastadeeg met ei moet
voor de verwerking 30 minuten rusten
op kamertemperatuur.
Bestrooi je werkblad altijd met
voldoende bloem, wanneer je met het
deeg werkt. Ook de walsen moeten
altijd met een laagje bloem zijn bedekt
om vastkleven te voorkomen.
Verdeel je deeg in porties en dek het