Operation Manual
Cirkelvormige libel
Centreer de libel met behulp van de nivelleerschroeven en draai het instrument
vervolgens 180°. De luchtbel dient in het midden te blijven (fig. 6). Als de
luchtbel uit het midden beweegt, dient de libel te worden afgesteld (fig. 7).
Draai aan de nivelleerschroeven om de luchtbel halverwege naar het midden
te verplaatsen (fig. 8). Draai met de inbussleutel aan de twee afstelschroeven
voor de libel om de luchtbel te centreren (fig. 9).
Herhaal de bovenstaande procedure tot de luchtbel in het midden blijft
wanneer de waterpas 180° wordt gedraaid.
Gezichtlijn
De gezichtslijn is nauwkeurig als hij zich horizontaal binnen 3 mm van
waterpas bevindt.
Stel een statief op en plaats het instrument waterpas in het midden tussen
twee landmeetstokken die circa 30 m tot 50 m uit elkaar staan. Focus op
meetstok A en B; de hoogtemetingen zijn a1 en b1 (fig. 10). De waarde “H” is
gelijk aan (a1 – b1). Plaats het instrument op minder dan 2 m van meetstok A
en zet het opnieuw waterpas. Focus opnieuw op meetstokken A en B; deze
hoogtemetingen zijn a2 en b2 (fig. 11).
Als a1 – b1 = a2 – b2 = H, is de gezichtslijn horizontaal. Zo niet, dan dient de
waterpas als volgt te worden afgesteld.
Doordat het instrument in het midden tussen A en B is opgesteld, leidt een
fout in de gezichtslijn tot dezelfde afwijking van beide meetwaarden. Fout
“e” valt weg en dus is de waarde a1 – b1 = H correct. De
aanpassingswaarde is daarom a2 – H = b3.
Om de aanpassing door te voeren schroeft u de dop van het oogglas
los. Draai de afstelschroef met de afstelpin (fig. 12) tot het horizontale
dradenkruis op meetstok B op b3 staat. Herhaal de hiervoor beschreven
procedure tot {(a1-b1) – (a2-b2)} </= 3 mm.
AL24 • 6