Operation Manual

125
77-117
5. Meet de verticale afstand van de vloer
naar elk punt. Bereken het verschil tussen
de afstanden D
P1
en D
P3
om D
3
te bepalen
en de afstanden D
P2
en D
P4
om D
4
te
bepalen.
6. Calculeer de maximale toelaatbare offset
afstand en vergelijk dit met het verschil
van D
3
en D
4
zoals in de vergelijking is
getoond. Als het totaal niet minder dan
of gelijk is aan de berekende maximale
offset afstand, dan moet het apparaat
aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden.
1. Plaats laserapparaat zoals in de afbeelding
is getoond met de laser aan. Richt de
verticale straal op de eerste hoek of op
een referentiepunt. Meet de helft van de
afstand D
1
en markeer punt P
1
.
Nauwkeurigheid horizontale straal
P
1
D
1
D
1
2
D
1
2
Voorbeeld: D
1
= 10 m, D
2
= 0,5 m
D
P1
= 30,75 mm, D
P2
= 29 mm, D
P3
= 30 mm, D
P4
= 29,75 mm
D
3
= (30,75 mm - 30 mm) = 0,75 mm
D
4
= (29 mm - 29,75 mm) = - 0,75 mm
0,4 x (10 m - (2 x 0,5 m) = 3,6 mm (maximale toelaatbare offset afstand)
(0,75 mm) - (- 0,75 mm) = 1,5 mm
1,5 mm ≤ 3,6 mm (TRUE, apparaat is binnen toleratie)
mm
m
P
3
P
1
D
P3
D
P1
(D
P1
- D
P3
) = D
3
P
4
P
2
D
P2
D
P4
(D
P2
- D
P4
) = D
4
Vergelijk:
D
3
- D
4
± Max
Maximale offset afstand:
Max
in
ft
= 0,0048 x (D
1
ft - (2 x D
2
ft))
mm
m
= 0,4 x (D
1
m - (2 x D
2
m))