User manual

- 20 - - 21 -
Beschrijving van het apparaat
Bij de levering inbegrepen (afb. 1.1)
Productafmetingen (afb. 1.2)
Overzicht lamp (afb. 1.3)
Koppeling van groepen via een communicatie-
kabel (afb. 1.9)
Montagehoogte/reikwijdte (afb. 2.0)
Permanente verlichting (afb. 2.1)
A. Wandhouder
B. Lampbehuizing
C. IR-sensor
D. Afdeklip groepskoppeling
Installatie (afb. 1.4 – 1.8)
De plaats van montage moet minimaal 50 cm
van een andere lamp verwijderd zijn, omdat
warmtestraling de sensor kan activeren. Bij een
minimale reikwijdte (5 m) mag de montagehoog-
te max. 1,8 m bedragen. Om de aangegeven
reikwijdte van 12 m te bereiken, mag de monta-
gehoogte max. 2,2 m zijn.
Aansluiting van netsnoer en toevoer
verbruiker (1.9.)
De stroomtoevoer bestaat uit een 3-polige
kabel:
L = stroomdraad (meestal zwart of bruin)
N = nuldraad (meestal blauw)
PE = aarde (groen/geel)
K = communicatiekabel (optioneel)
In geval van twijfel moeten de draden met een
spanningstester worden geïdentificeerd; vervol-
gens weer spanningsvrij maken. De fase (L) en
de nuldraad (N) worden in het kroonsteentje
aangesloten. Verwisseling van de aansluitingen
leidt in het apparaat of in uw zekeringenkast tot
kortsluiting. In dit geval moeten de afzonderlijke
kabels geïdentificeerd en opnieuw gemonteerd
worden. Aardedraad (PE) isoleren en gewoon
toevoegen.
Opmerking: in de stroomtoevoerkabel kan
natuurlijk een netschakelaar voor in- en uitscha-
kelen worden gemonteerd. Voor de functie
permanente verlichting is dit zelfs noodzakelijk
(afb. 2.1, zie hoofdstuk Permanente verlichting)
Groepskoppeling (afb. 1.9)
Met communicatiekabel K is een STEINEL inter-
ne groepskoppeling mogelijk van L 900 LED en
L 910 LED. Verwijder hiervoor het afdeklipje (F)
in de aansluitkamer op de met (K) gemarkeerde
plek. Er kunnen max. 10 lampen aan elkaar wor-
den gekoppeld. De max. lengte van de commu-
nicatiekabel mag 50 m zijn.
Opmerking:
- Er mag geen spanning worden gezet op de
communicatiekabel. Er mogen geen externe
belastingen worden geschakeld!
- Binnen de gekoppelde groepen volgen
alle lampen hun individueel m.b.v. de
DIP-schakelaars ingestelde waarden.
- In de testmodus is geen groepskoppeling
mogelijk.
Functies (afb. 1.7)
Na de installatie kan de sensorlamp in gebruik
worden genomen. Alle voorgeprogrammeerde
functies worden met de DIP-schakelaars
1-6 uitgevoerd. Fabrieksinstelling
DIP-schakelaars OFF
DIP 1 effectlicht
OFF = sensormodus hoofdlicht/Soft-lightstart
ON = effectlicht vanaf de ingestelde schemer-
waarde, hoofdlicht via sensor
DIP 2 nachtspaarstand effectlicht
OFF = effectlicht AAN hele nacht
ON = effectlicht AAN halve nacht, afhankelijk
van de bij DIP 1 gekozen positie
DIP 3 Schemerinstelling (drempelwaarde)
OFF = 20 lux
ON = 2 lux
DIP 4 Tijdinstelling (uitschakelvertraging)
OFF = 2 min.
ON = 15 min.
DIP 5 testmodus
OFF = testmodus uitgeschakeld
ON = testmodus ingeschakeld (5 sec.)
Opmerking:
De communicatie (optionele groepskoppeling)
met de gekoppelde lampen is tijdens de test-
modus uitgeschakeld. Alleen de actuele lamp
bevindt zich in testmodus. De andere lampen
staan nog steeds in groepsmodus.
DIP 6 Reikwijdte-instelling (gevoeligheid)
OFF = 12 m
ON = 5 m
Permanente verlichting (afb. 2.1)
Als er een netschakelaar in de kabel gemon-
teerd wordt, zijn naast het eenvoudige in- en
uitschakelen ook de volgende functies mogelijk:
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inschakelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp wordt
4 uur lang permanent ingeschakeld. Vervol-
gens schakelt de lamp automatisch weer over
op sensormodus.
2) Permanente verlichting uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit
resp. schakelt over op sensormodus.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schakelaar
drukken moet snel achter elkaar gebeuren
(ca. 0,2-1 sec.).
Opmerking:
Bij gekoppelde groepen wordt dit commando
doorgegeven aan alle aangesloten lampen.
NL