Operation Manual

CONTROLE VAN DE BOUGIE (Afb. 18)
Periodiek wordt de bougie gedemonteerd en gereinigd, 
door eventuele restjes te verwijderen met een metalen 
borsteltje.
Controleer  en  herstel  de  correcte  afstand  tussen  de 
elektrodes.
Hermonteer de bougie en draai hem stevig vast met de 
bijgeleverde sleutel.
De bougie moet ingeval van doorgebrande elektroden of 
een beschadigde isolatie, en ieder geval elke 100 werk
-
uren, vervangen worden door een bougie met analoge 
karakteristieken.
REGELING VAN DE CARBURATOR
De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog 
op de beste prestaties in alle omstandigheden, met een 
minimale uitstoot van schadelijke gassen, overeenkom-
stig de geldende normen.
In geval  van schaarse prestaties,  wendt u zich tot de 
Verkoper voor  een  controle  van  de  brandstoftoevoer 
en de motor.
Regeling van het minimumtoerental
LET OP!
De snijinrichting mag niet
bewegen met de motor op het minimumtoerental.
Als de snijinrichting beweegt met de motor op zijn
minimumtoerental, neem dan contact op met uw
verkoper om de motor goed af te stellen.
HOEKRETOUR (Afb. 19)
Smeren met vet op basis van lithium. 
Verwijder de schroef (1) en breng het vet aan door de as 
handmatig te laten draaien tot het vet naar buiten komt; 
vervolgens de schroef (1) hermonteren.
SLIJPEN VAN HET MES MET 3 of 4  PUNTEN
(Afb. 20)
LET OP!
Draag werkhandschoenen.
Indien het slijpen gebeurt zonder het mes te de
-
monteren, de bougiekap loskoppelen.
Het slijpen moet gebeuren volgens de typologie van het 
mes en de bladen, met behulp van een platte vijl en op 
gelijke wijze op alle punten.
Een correct onderhoud is fundamenteel om in de tijd de 
oorspronkelijke eciëntie en gebruiksveiligheid van de 
machine in stand te houden.
LET OP!
Tijdens het onderhoud:
Haal de kap van de bougie.
Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is.
Gebruik werkhandschoenen voor alle handelin
-
gen die betrekking hebben op de messen.
Houd de mesbescherming op zijn plaats, tenzij
aan het mes zelf gewerkt moet worden.
De olie, benzine of andere vervuilende materialen
niet in het milieu gooien.
CILINDER EN GELUIDSDEMPER
Om brandgevaar te beperken, worden de vleugels van 
de cilinder regelmatig gereinigd met perslucht en wordt 
de zone van de geluidsdemper vrijgemaakt van zaagsel, 
takjes, bladeren of ander afval.
STARTGROEP
Om oververhitting en schade aan de motor te voorko
-
men, moeten  de  roosters  voor  de  aanzuiging  van  de 
koellucht altijd schoon en vrij van zaagsel en vuil zijn.
Het starttouw moet vervangen worden bij de eerste te
-
kenen van slijtage.
BEVESTIGINGEN
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren goed 
aangezet zijn en of de handgrepen stevig vastzitten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER (Afb. 17)
BELANGRIJK
Het is essentieel dat de lucht-
lter gereinigd wordt, voor de goede werking en de le
-
vensduur van de machine. Werk nooit zonder lter of
met een beschadigde lter, om geen onherroepelijke
schade toe te brengen aan de motor.
De reiniging wordt uitgevoerd elke 15 werkuren.
Om de lter te reinigen:
–  Druk op de toets (1), draai het deksel (2) om en ver
-
wijder het lterelement (3).
–  Was het lterelement (3) met water en zeep. Gebruik 
geen benzine of andere oplosmiddelen.
–  Laat de lter drogen aan de lucht.  
–  Hermonteer het lterelement (3) en sluit het deksel 
(2) weer door erop te duwen totdat u een klik hoort.
272 ONDERHOUD EN OPSLAG
NL
8.  ONDERHOUD EN OPSLAG