User Instructions

Table Of Contents
0478 907 9930 A - NL
64
ASP 125:
Steek de uitneemstang (C) van buiten
in de boring van de houder (4). Steek
de borgsplitpen (5) in de boring van de
uitneemstang (C).
9.1 Afdekking monteren
RT 4082, RT 5097/ C/ Z, RT 5112 Z en
RT 6112 C/ ZL, RT 6127 ZL:
Demonteer het uitwerpkanaal.
(zie gebruiksaanwijzing van de
zitmaaier)
RT 5097/ C/ Z, RT 5112 Z:
Breng de afdekking (D) met de
binnenste boringen (1) op de bouten (2)
aan. Bevestig de afdekking (D) door de
moeren (3) erop te draaien.
RT 6112 C/ ZL, RT 6127 ZL:
Breng de afdekking (D) met de
buitenste boringen (4) op de bouten (2)
aan. Bevestig de afdekking (D) door de
moeren (3) erop te draaien.
9.2 Sneeuwruimschild monteren
Schakel de verbrandingsmotor uit
(zie de gebruiksaanwijzing van de
zitmaaier).
Trek de handrem aan
(zie de gebruiksaanwijzing van de
zitmaaier).
Demonteer het maaiwerk. (Voer de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
van de zitmaaier nauwgezet en volledig
uit.)
Monteer de afdekking. (Ö 9.1)
Kantel het sneeuwruimschild (A) iets
zodat het op beide drukwielen staat. Til
de ophanging van het
sneeuwruimschild (1) aan de
handgreep (2) op. Schuif het
sneeuwruimschild naar het
bevestigingsgat (3) van het
opzetframe (4). Steek de bout (5) in het
bevestigingsgat (3).
Schuif de vergrendelingshendel (6)
naar buiten tot de pijl op de
vergrendelingshendel bij de buitenste
markering (A) staat.
Schuif het sneeuwruimschild (A) tot de
aanslag naar het opzetframe (4). Laat
de vergrendelingshendel (6) weer los
en let erop dat deze volledig vastklikt. In
vastgeklikte toestand staat de pijl op de
vergrendelingshendel bij de binnenste
markering (B).
Monteer de uitneemstang. (Ö 9.3)
Monteer de zwenkstang. (Ö 9.4)
9. Montage en demontage
sneeuwruimschild
Aanwijzing!
Om schade aan het uitwerpkanaal
bij een niet-gemonteerd maaiwerk
te voorkomen, moet deze bij de
modellen RT 4082, RT 5097/ C/ Z,
RT 5112 Z en RT 6112 C/ ZL,
RT 6127 ZL worden gedemonteerd.
Bij een niet-gemonteerd
uitwerpkanaal moet als
veiligheidsvoorziening de afdekking
worden gemonteerd.
6
Kans op letsel!
Til het sneeuwruimschild (A) bij het
monteren niet op. Let op het
gewicht van het complete
sneeuwruimschild. (Ö 21.)
Uit veiligheidsoverwegingen wordt
aanbevolen om het
sneeuwruimschild alleen met hulp
van een tweede persoon op te
tillen. (Ö 16.1)
Bij het monteren van het
sneeuwruimschild mogen zich geen
andere personen in de directe
omgeving ophouden.
ASP 125:
Draag bij het monteren van het
sneeuwruimschild
werkhandschoenen. Kans op
brandwonden door hete onderdelen
(uitlaat, enz.) van de zitmaaier!
7
Houd het sneeuwruimschild bij het
monteren met één hand aan de
handgreep (2) vast. Bedien met de
andere hand de
vergrendelingshendel (6).
Kans op verbranding!
Raak de hete uitlaat bij het
bedienen van de
vergrendelingshendel niet aan. Een
uitzondering is het model RT 4082.
Hierbij bevindt de uitlaat zich niet in
de buurt van de
vergrendelingshendel.
Kans op knellen!
Houd het sneeuwruimschild bij het
monteren niet tegen bewegende
delen.