Instruction Manual

Table Of Contents
0478 216 9907 C - NL
78
Draai de schroeven (1) los, maar draai
ze er niet helemaal uit (blijven op
beschermplaat) en neem de
beschermplaat (2) weg.
Druk met uw duim op de V-riem tussen
de twee snaarwielen.
De V-riem moet circa 10 mm kunnen
worden doorgedrukt.
V-riemspanning afstellen:
Motorschroefverbinding losmaken
(zonder afbeelding):
Maak de 3 bouten van de
motorbevestiging los, maar draai ze
niet eruit; houd de moeren aan de
bovenzijde tegen.
Span de V-riem door de afstelmoer (3)
te draaien.
Haal de bevestigingsbouten van de
motor na het afstellen weer aan en
monteer de beschermplaat.
11.5 Motorolie verversen
Onderhoudsinterval:
De aanbevolen olieverversingsintervallen,
de te gebruiken motorolie en de
hoeveelheid olie die u per keer moet
verversen, vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor.
Olieaftapschroef:
schroeven (1) losdraaien, maar niet
geheel losdraaien (blijven op
beschermplaat) en beschermplaat (2)
wegnemen.
Olieaftapschroef (3) losdraaien en
motorolie aftappen.
Olieaftapschroef (3) weer aanbrengen
en verse motorolie bijvullen.
Beschermplaat (2) monteren.
11.6 Opslag en winterpauze
Tuinhakselaar in een droge, afgesloten en
stofvrije ruimte opslaan. Bewaar het
apparaat altijd buiten het bereik van
kinderen.
De tuinhakselaar alleen in veilige toestand
en met gemonteerde vultrechter opslaan.
Neem bij een langere stilstand van de
tuinhakselaar (winterpauze) de volgende
punten in acht:
Maak alle onderdelen aan de
buitenkant van het apparaat zorgvuldig
schoon.
Smeer alle bewegende delen goed in
met olie of vet.
Maak de brandstoftank en carburator
leeg (bijv. door de verbrandingsmotor
leeg te rijden).
Schroef de bougie eruit en giet door de
bougieboring ca. 3 cm³ motorolie in de
verbrandingsmotor. laat de
verbrandingsmotor een paar keer
zonder bougie doordraaien.
Schroef de bougie er weer in.
Ververs de olie ( zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Dek de verbrandingsmotor goed af en
bewaar het apparaat rechtopstaand in
een droge, stofarme ruimte.
12.1 Tuinhakselaar trekken of
duwen
Tuinhakselaar aan de
uitworpverlenging (1) vasthouden en
achterover kantelen.
De tuinhakselaar kan langzaam
(stapvoets) worden getrokken of
geduwd.
12.2 Tuinhakselaar optillen of
dragen
Houd de tuinhakselaar bij het optillen
rechts aan de behuizing en links onder
de verbrandingsmotor vast.
12.3 Tuinhakselaar op een
laadoppervlak transporteren
Transporteer de tuinhakselaar
op laadoppervlakken uitsluitend
rechtop.
20
Brandgevaar!
Houd de bougiestekker uit de buurt
van het bougiegat (gevaar voor
ontsteking).
12. Transport
Kans op letsel!
Lees voor het transport het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid", in
het bijzonder het hoofdstuk
"Transport van het apparaat"
zorgvuldig door en volg de
instructies op. ( 4.4)
Tuinhakselaar vanwege het grote
gewicht minstens met twee man
optillen. Draag geschikte
beschermende kleding, die uw
onderarmen en bovenlichaam
geheel bedekt.
21
22
23