Instruction Manual

Table Of Contents
0458-191-9621-A
175
Nederlands
7 Hoogsnoeier samenstellen
Spanbout (3) zolang rechtsom draaien, tot de zaagketting
aansluit op het zaagblad. Hierbij de aandrijfschakels van
de zaagketting in de groef van het zaagblad leiden.
Het zaagblad (6) en de zaagketting liggen tegen de
hoogsnoeier aan.
Kettingtandwieldeksel (2) dusdanig op de hoogsnoeier
plaatsen, dat hij vlak aansluit op de hoogsnoeier.
Moer (1) aanbrengen en vastdraaien.
7.2.2 Zaagblad en zaagketting uitbouwen
Hoogsnoeier uitschakelen en de accu eruit nemen.
Moer zo ver linksom draaien tot het kettingtandwieldeksel
kan worden weggenomen.
Kettingtandwieldeksel verwijderen.
Spanbout tot aan de aanslag linksom draaien.
De zaagketting is ontspannen.
Zaagblad en zaagketting verwijderen.
7.3 Zaagketting spannen
Tijdens het gebruik rekt de zaagketting uit of trekt samen.
De spanning van de zaagketting verandert. Tijdens de
werkzaamheden moet de zaagkettingspanning regelmatig
worden gecontroleerd en moet deze zo nodig worden
nagespannen.
Hoogsnoeier uitschakelen en de accu eruit nemen.
Moer (1) losdraaien.
Zaagblad bij de punt optillen en spanschroef (2) zolang
rechtsom draaien, tot aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
De afstand a in het midden van het zaagblad bedraagt
1 mm tot 2 mm.
De zaagketting kan nog met twee vingers en met
geringe krachtsinspanning over het zaagblad worden
getrokken.
Zaagblad bij de punt blijven optillen en moer (1)
vastdraaien.
Als de afstand a in het midden van het zaagblad niet 1 mm
tot 2 mm bedraagt: zaagketting opnieuw spannen.
7.4 Zaagkettingolie bijvullen
De zaagkettingolie zorgt voor de smering en de koeling van
de ronddraaiende zaagketting.
Hoogsnoeier uitschakelen en de accu eruit nemen.
De hoogsnoeier zo op een vlakke ondergrond plaatsen
dat de olietankdop naar boven is gericht.
Het gebied rondom de olietankdop schoonmaken met een
vochtige doek.
De beugel van de olietankdop opklappen.
Olietankdop tot aan de aanslag linksom draaien.
Olietankdop wegnemen.
De zaagkettingolie zo bijvullen dat er geen zaagkettingolie
wordt gemorst en de olietank niet tot aan de rand wordt
gevuld.
0000-GXX-4761-A1
a
2
1
0000-GXX-2930-A0