XP10 English Deutsch Français Italiano Español Nederlands
Veiligheidsoverwegingen I Veiligheidsoverwegingen Alvorens u met de SUBGEAR XP10 duikt, dient u deze handleiding zorgvuldig gelezen en begrepen te hebben. Aan het duiken zijn bepaalde risico’s verbonden. Zelfs als u de aanwijzingen in deze handleiding nauwkeurig opvolgt, loopt u kans op levensbedreigende verwondingen als gevolg van decompressieziekte, zuurstofvergiftiging of een ander risico inherent aan het duiken met perslucht of Nitrox.
Veiligheidsoverwegingen • • • • • • • • • • • een opstijging te maken; hieronder valt een langzame opstijging en een veiligheidsstop van 3 tot 5 minuten op 5 meter diepte. Houd u aan de maximale stijgsnelheid en maak altijd alle voorgeschreven decompressiestops. Indien de duikcomputer onverhoopt uitvalt, mag u niet sneller dan 10 meter per minuut opstijgen.
NEDERLANDS Veiligheidsoverwegingen De XP10 duikcomputer is een uitrustingsstuk dat valt onder de categorie Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), in overeenstemming met de minimale veiligheidseisen gedefinieerd in Europese Unie richtlijn 89/686/EEG. Testinstituut no. 0474 Rina SpA, Via Corsica 12, I-16128 Genua heeft vastgesteld dat de XP10 is geproduceerd volgens de eisen van EN13319:2000.
Inleiding Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van een XP10 duikcomputer en welkom bij SUBGEAR! Vanaf nu kunt u genieten van de begeleiding van de meest bijzondere duikcomputer op de markt, voorzien van SUBGEARs innovatieve technologieën. Wij danken u voor uw keuze voor de XP10 en hopen dat u er in de toekomst nog vele veilige duiken mee zult maken. Als u meer informatie wilt over SUBGEAR en de SUBGEAR producten, kunt u onze website bezoeken op www.SUBGEAR.com.
Referentie Referentie Tijd / Datum Decompressiediepte Desaturatietijd (DESAT) Duur van de waarschuwing ‘niet duiken’ Duur van de Oppervlakte-interval Huidige Diepte Hoogte-instelling Symbool van Vliegverbod Instellingensymbool Onderhoudssymbool Duiktijd / Tijd van Vliegverbod / Duur van SOS-toestand Herhalingsduiknummer Batterijsymbool ndicatie geen-decompressiefase Opstijgtijdsymbool Geen-decompressietijd / Totale Opstijgtijd DIVE TIME NO NO Decompressiestop Verplicht Decompressiestop Gemist AMPM DE
Bedieningsschema Display uitgeschakeld O2 mix Logboek + Zuurstof– percentage + ppO2 max – (MOD) Bevestigen Pagina 1 Maximum diepte Datum van de duik Duikplanner DEPTH DIVE TIME Duiktijd Batterijspanning Zuurstofpercentage + Duik– nummer ) interval DEPTH DIVE TIME Geendecompressietijd NO STOP Herhalingsduiknummer CNS O2% Pagina 3 SOS indien van toepassing Aanvangstijd CNS-zuurstofblootstelling an het einde van de duik Oppervlakteinterval indien van toepassing Einde Na de oudste duik: S
I Veiligheidsoverwegingen.......................................................................................................201 Inleiding...................................................................................................................................204 Belangrijke opmerkingen met betrekking tot gebruikte termen en symbolen ...............204 Referentie / Bedieningsschema ...........................................................................................
Inhoudsopgave IV Duikplanner ........................................................................................................................... 229 1 Het plannen van een geen-decompressieduik .......................................................................... 229 2 De duikplanner verlaten ............................................................................................................ 230 V 1 2 Logboek ..............................................................................
Systeem en Bediening II Systeem en Bediening 1 Beschrijving De XP10 geeft tijdens de duik alle essentiële duik- en decompressiegegevens weer en beschikt over een geheugen waarin alle gegevens van de duik worden opgeslagen. Deze gegevens kunt u met behulp van een infraroodinterface (IrDA) en de Dive.Log-software downloaden naar een Windows®-pc. De cd met de Dive.Log-software wordt bij de XP10 geleverd. Infraroodinterfaces zijn beschikbaar in pc. Op onze website (www.subgear.
Bediening 2.2 Watercontacten De watercontacten op de XP10 zorgen ervoor dat de computer automatisch wordt ingeschakeld wanneer deze ondergedompeld wordt in water. Als u ervoor heeft gekozen om de watercontacten uit te schakelen (Set 1, ->32), zal de XP10 met een vertraging van ongeveer een minuut inschakelen. Dit beïnvloedt de werking van de computer en de berekeningen voor de duik. Ga altijd na of de computer geactiveerd is voordat u een duik begint. 2.3 Speciale Dive.Log software Met Dive.
Bediening De volgende instellingen kunnen met behulp van Dive.
Bediening Het Duikvenster Duikinformatievenster Duikcomputerdisplay Duikprofielvenster Weefselverzadiging Waarschuwingssymbolen Aantekeningen Venster met Duiklijst 212 Fysiologische informatie
Bediening 2.4 Het display inschakelen DEPTH DIVE TIME • Automatisch na het onderdompelen in water* of wanneer een aanpassing aan de atmosferische druk nodig is; • Handmatig door of in te drukken. Als u de computer met activeert, zullen alle segmenten van het display 5 seconden lang oplichten. Na het activeren zal de XP10 de huidige tijd, het ingestelde zuurstofpercentage en de temperatuur laten zien NO NO AMPM DESAT NO STOP DECO STOP STOP CNS O2% S L O W Dit display noemt men het tijdsdisplay.
Bediening 2.6 De desaturatietijd controleren Tijd van vliegverbod Symbool van vliegverbod Waarschuwing ‘niet duiken’ NO NO DESAT CNS O2% S L O W Reststikstofgrafiek Vanuit het tijdsdisplay kunt u de desaturatietijd* controleren door op te drukken. De desaturatietijd wordt bepaald door de zuurstofblootstelling, de stikstofverzadiging of de afbouw van microbelletjes in het lichaam; de getoonde tijd is de langste van de drie.
Bediening De temperatuur beïnvloedt het batterijvermogen. In koud water presteren batterijen beduidend slechter dan in warm water. Als de batterijspanning nog op 4 segmenten staat aan de oppervlakte, kan deze dalen tot 3 segmenten in kouder water. In dit geval zal de displayverlichting tijdelijk worden uitgeschakeld. Zie onder. Batterijspanning hoog genoeg om te duiken. Batterijspanningswaarschuwing verschijnt. Displayverlichting wordt uitgeschakeld.
SOS-modus 3 SOS-modus De resterende tijd totdat de SOS-modus uitgeschakeld wordt Activering: automatisch Wanneer u langer dan drie minuten boven een diepte van 0,8 meter verblijft na het overslaan van een decompressiestop, zal de computer automatisch de SOS-modus activeren na het beëindigen van de duik. NO NO DESAT Druk op om de resterende duur van de SOS-modus te controleren. Hierbij wordt de tekst "SoS" getoond. Na 24 uur wordt de SOS modus gedeactiveerd.
Duiken met de XP10 III Duiken met de XP10 1 Algemene terminologie De informatie die u te zien krijgt op het display van de XP10, varieert en is afhankelijk van het soort duik dat u maakt, en in welke fase van de duik u zich bevindt. 1.
Terminologie en Symbolen 1.3 Nitrox-informatie (O2-informatie) Voor duiken met perslucht is stikstof het gas dat de noodzaak tot decompressie bepaalt. Wanneer u met Nitrox duikt, kan echter uw zuurstofblootstelling, als functie van het percentage zuurstof en de diepte, uw maximumdiepte en duikduur gaan beperken. De XP10 maakt deze berekeningen voor u en toont u de benodigde informatie: O2% mix Het ingestelde zuurstofpercentage.
Attentiesignalen en Waarschuwingen 2 Attentiesignalen en Waarschuwingen De XP10 maakt gebruik van akoestische en visuele waarschuwingen om de aandacht van de duiker te vestigen op een onveilige handeling. Attentiesignalen zijn akoestisch en/of visueel. • De akoestische attentiesignalen kunnen uitgeschakeld worden in Set 1 ->233 of met behulp van Dive.Log. Als u gebruikmaakt van Dive.Log, kunt u ieder afzonderlijk signaal in- of uitschakelen.
Voorbereiden op de Duik 3 Voorbereiden op de Duik U dient de instellingen van de XP10 te controleren, in het bijzonder voordat u uw eerste duik met het instrument maakt. Alle instellingen kunt u direct op de computer nalopen of met behulp van de Dive. Log applicatie controleren en veranderen. 3.1 Instellen van het gasmengsel en de ppO2 max Voor iedere duik, oftewel na het wisselen van de fles, dient u na te gaan of de instellingen overeenkomen met het gasmengsel dat u gaat gebruiken.
Functies gedurende de Duik 4 Functies gedurende de Duik 4.1 Te water gaan Als u de watercontacten heeft uitgeschakeld (-> 233), dient u de XP10 handmatig te activeren voordat u het water in gaat. Als u heeft gekozen voor de instelling "Watercontacten uit" (m.b.v. Set 1 of Dive.Log), zal de XP10 met een vertraging tot 1 minuut activeren. Dit beïnvloedt het functioneren van de duikcomputer. Ga altijd na of de duikcomputer aanstaat voordat u uw duik begint.
Functies gedurende de Duik 4.5 Stijgsnelheid DEPTH DIVE TIME De optimale maximale stijgsnelheid is afhankelijk van de diepte waarop u zich bevindt, en varieert tussen 7 en 20 meter per minuut. Uw snelheid wordt op de XP10 weergegeven als een percentage van de maximaal toelaatbare snelheid. Als uw stijgsnelheid groter is dan 100%, zal de zwarte "SLOW" pijl verschijnen. Als uw stijgsnelheid groter is dan 140%, zal de pijl gaan knipperen.
Functies gedurende de Duik 4.6 Partiële zuurstofdruk (ppO2 max) / Maximumdiepte (MOD) 4 sec DEPTH DIVE TIME NO STOP CNS O2% Maximum Operating Depth (MOD) ofwel de maximale duikdiepte ! De maximale partiële zuurstofdruk (ppO2 max) (standaard 1,4 bar) bepaalt de maximale duikdiepte (MOD; maximum operating depth). Wanneer u dieper duikt dan de MOD, stelt u zich bloot aan een partiële zuurstofdruk die hoger is dan het ingestelde maximum.
Functies gedurende de Duik 4.8 Stikstofverzadigingsgrafiek De stikstofverzadigingsgrafiek geeft op grafische wijze weer hoe lang het duurt voordat u uw geendecompressielimiet bereikt. Naarmate u meer stikstof in uw lichaam opneemt, zullen meer segmenten van de grafiek zichtbaar worden. Naarmate uw diepte groter wordt, zullen de segmenten sneller verschijnen.
Functies gedurende de Duik Decompressiegegevens Decompressieverplichting DEPTH DIVE TIME Wanneer u uw geen-decompressielimiet overschrijdt, wordt de duik een decompressieduik. De tekst "NO STOP" verdwijnt en daarvoor in de plaats verschijnt het symbool. Daarbij klinkt een attentiesignaal. De stikstofverzadigingsgrafiek stopt met knipperen en het 6e segment gaat aan (rood gebied). De diepste decompressiestop wordt getoond en de tijd die u op deze stop moet doorbrengen, ziet u links ernaast op het display.
Functies gedurende de Duik / Functies aan de Oppervlakte 4.10 Veiligheidsstoptimer DEPTH DIVE TIME STOP CNS O2% Symbool van veiligheidsstoptimer Resterende tijd minuten seconden De veiligheidsstoptimer houdt bij hoe lang de duiker aan het einde van de duik op de veiligheidsstopdiepte moet verblijven. De timer wordt door de duiker zelf gestart en telt terug van 3 naar 0 minuten. Deze timer kan eindeloos vaak opnieuw gestart worden.
Functies aan de Oppervlakte 5.3 Desaturatietijd, Tijd van het vliegverbod en Waarschuwing ‘niet duiken’ Tijd van vliegverbod Symbool van vliegverbod Waarschuwing ‘niet duiken’ NO NO Vijf minuten na de duik geeft de XP10 de huidige tijd, de tijd van het vliegverbod, de waarschuwing ‘niet duiken’ (indien van toepassing), de huidige hoogtesectie en de verboden hoogtesectie (->228). De tijd van het vliegverbod is de tijd in uren die u moet wachten alvorens u een vliegreis maakt.
Bergmeerduiken 6 Bergmeerduiken 6.1 Hoogtesecties Hoogtesymbool De XP10 meet iedere minuut de atmosferische druk. Als de computer een voldoende grote daling in de luchtdruk meet, zal hij automatisch aangaan. De computer geeft de nieuwe hoogtesectie (1-4) en desaturatietijd weer. De desaturatietijd die op dat moment wordt weergegeven, is de tijd die uw lichaam nodig heeft om zich aan te passen aan de grotere hoogte.
Duikplanner IV Duikplanner De XP10 is uitgerust met een duikplanner waarmee u geen-decompressieduiken kunt plannen. De planning wordt gebaseerd op: • • • • • het ingestelde zuurstofpercentage en de MOD de watertemperatuur van de meest recente duik eventuele bergmeerinstellingen de stikstofverzadiging op het moment dat de duikplanner geactiveerd wordt.
Duikplanner / Logboek 2 De duikplanner verlaten Druk een- of tweemaal op minuten inactiviteit. V om de duikplanner te verlaten. Dit gebeurt ook automatisch na drie Logboek 1 Overzicht Een duik wordt pas in het logboek opgeslagen wanneer deze langer heeft geduurd dan 2 minuten. De XP10 slaat de duikprofielen van de laatste 25 uur aan duiken op. Alle gegevens die de XP10 opslaat, kunnen met behulp van de Windows® Dive.Log software en een standaard IrDA infraroodinterface naar een pc worden gedownload.
Logboek Pagina 2 Hoogtesectie (indien > 0) Herhalingsduiknummer Aanvangstijd CNS O2% CNS-zuurstofblootstelling aan het einde van de duik Laagst gemeten temperatuur Druk op om meer informatie over de betreffende duik te bekijken. Pagina 3 SOS indien van toepassing NEDERLANDS Als u een duik maakt binnen de aanpassingstijd (desaturatietijd na een verandering in hoogte boven zeeniveau), ziet u de aanpassingstijd in plaats van de oppervlakte-interval.
Logboek / Instellingen Statistieken Vanuit het tijdsdisplay kunt u de statistieken van alle duiken die u ooit met de XP10 heeft gemaakt, bekijken. Druk achtereenvolgens op , en : Diepste duik DEPTH DIVE TIME De duur van de langste duik Cumulatieve bodemtijd S L O W Totaalaantal duiken Het logboek verlaten te drukken. U kunt het logboek verlaten door één of twee keer op Na drie minuten inactiviteit zal de XP10 het logboek automatisch afsluiten. VI Instellingen 1 Menu Set 1 Met Menu Set 1 of Dive.
Instellingen Instellen van de termijn waarna het O2% ingesteld wordt op 21% (lucht) 1. Bevestig met dat u de tijdslimiet voor wijzigingen aan het zuurstofpercentage wilt veranderen. De huidige instelling begint te knipperen. 2. Verander met of de tijdslimiet (1-48 uur, of niet resetten "- - h"). (1 - 48 hrs or no reset: "– – h") 3. Bevestig de nieuwe instelling met .
Instellingen Resetten van het reststikstofgeheugen Duiken na het resetten van het reststikstofgeheugen kan tot zeer gevaarlijke situaties leiden, met ernstig lichamelijk letsel en de dood tot gevolg. Na het resetten van het reststikstofgeheugen mag u minimaal 48 uur niet duiken. Als u toch duikt na het resetten van het reststikstofgeheugen, zal de computer een te optimistische decompressiestatus berekenen, waardoor u kans loopt op decompressieziekte.
Instellingen 5. Bevestig de instelling met . "On" of "Off" gaat nu knipperen. 6. "On" wil zeggen dat de wekker aanstaat (op het tijdsdisplay ziet u "Off" wil zeggen dat de wekker uitstaat. Kies met voor "On" of "Off". 7. Bevestig de gekozen status met . ) Instellen van de UTC offset (de tijdszone, UTC, coordinated universal time) Met deze instelling kunt u de tijd op uw duikcomputer snel aanpassen aan een nieuwe tijdzone zonder dat u de instelling van de huidige tijd wijzigt.
Instellingen Instellen van de IrDA-snelheid De standaardinstelling van de XP10 is "Lo" (low; laag). Voor een snellere gegevensoverdracht kunt u de hoge instelling kiezen, maar niet alle IrDAinterfaces zijn compatibel met deze instelling. dat u de IrDA-snelheid wilt veranderen. De huidige 1. Bevestig met instelling gaat knipperen ("lo" of "hi"). 2. Stel de XP10 met in op de gewenste snelheid. 3. Bevestig uw keuze met . Laag: 9600 bits/seconde (bps) Hoog: max.
Appendix VII Appendix 1 Technische specificaties Max.
Appendix 2.1 De batterij vervangen (Batterijkit 06.201.919 bevat een batterij en o-ring met tefloncoating) Het verwijderen van de batterij heeft tot gevolg dat het reststikstofgeheugen van de computer gewist wordt. Dit houdt in dat de computer bij eventuele herhalingsduiken geen correcte berekeningen kan uitvoeren.
Appendix 6. Gebruik altijd een nieuwe O-ring wanneer u de batterij vervangt. Gooi de oude batterij direct weg. Ga na of de nieuwe O-ring in perfecte toestand verkeert en of de O-ring en alle contactoppervlakken 100% schoon zijn. Reinig ze indien noodzakelijk met een pluisvrije doek. Plaats de nieuwe O-ring in zijn uitsparing in de batterijcover. ! 7. Gebruik alleen de originele SUBGEAR O-ring. Deze O-ring is voorzien van een tefloncoating en heeft geen siliconenvet nodig. 8.
Appendix 4 Index Akoestische aandachtssignalen _____ 219, 232 AM/PM (vm/nm) _______________________ 235 Batterij, levensduur _____________________ 238 Batterij, vervangen______________________ 238 Batterijspanningswaarschuwing __________ 219 Batterijtoestand, controleren van de… _____ 214 Bediening XP10 _______________ 204, 205, 209 Bergmeren, duiken in… _________________ 228 CNS O2 ______________________ 218, 219, 223 Datum ___________________________ 214, 235 Decompressiegegevens gedurende decoduik _____