R-net bediening R-net bediening Systeem Gebruikershandleiding 015674
NEDERLANDS ALS U VISUEEL GEHANDICAPT BENT KAN DIT DOCUMENT OOK WORDEN GELEZEN IN PDF-FORMAAT OP: WWW.SUNRISEMEDICAL.NL.
Gebruik elektrisch aangedreven rolstoelen: Gebruik De elektrisch aangedreven rolstoelen zijn uitsluitend bedoeld voor personen die niet kunnen lopen of verminderd mobiel zijn. De rolstoel is bedoeld voor persoonlijk gebruik, zowel binnensals buitenshuis. Wanneer de stoel is uitgerust met een begeleidingsbesturing, kan de elektrische stoel namens de gebruiker worden bestuurd door een begeleider.
NEDERLANDS 1.0 R-net bedieningssysteem 4 12.0 Inleiding R-Net Omni 34 2.0 Garantie 5 13.0 Speciale bedieningen (SID’s) 36 2.0 Garantie 5 3.0 Het R-net bedieningssysteem 7 13.1 Installeren van de speciale bediening (SID) op een elektrisch aangedreven rolstoel 36 13.2 Aansluiting van de SID (Fig. 13.0) 36 13.3 Gebruikersschakelaar 36 13.4 D-type aansluiting 36 13.5 Blaas - zuig bediening 36 13.6 Voorbeelden SID's te gebruiken met de Omni 37 13.
1 16.0 Infrarood bediening (IR) 16.1 Gebruikersmenu 16.2 Toegang tot het IR setup menu 16.3 Een IR code leren 16.4 IR codes activeren en deactiveren 16.5 Verwijderen van IR codes 51 51 52 53 54 55 17.0 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik 56 17.1 Gevaarlijke situaties 17.2 Veiligheidscontrole 17.3 Dagelijkse controle 17.4 Wekelijkse controle 17.5 Onderhoud 56 56 56 56 57 18.0 R-Net muismodule 58 18.1 Inleiding 18.2 Bediening 18.3 Hoe werkt het 18.
NEDERLANDS 1.0 R-net bedieningssysteem Stempel en handtekening dealer Wij van Sunrise Medical willen dat u het beste uit uw rolstoel haalt. Met deze handleiding raakt u vertrouwd met de rolstoel en de mogelijkheden ervan. De handleiding bevat tips voor dagelijks gebruik en algemeen onderhoud. Daarnaast vindt u ook informatie over de kwaliteitsnorm die wij aanhouden en details met betrekking tot de garantievoorwaarden.
NEDERLANDS 2.0 Garantie 2.0 Garantie DEZE GARANTIE DOET OP GEEN ENKELE WIJZE AFBREUK AAN UW RECHTEN. Sunrise Medical* biedt haar klanten een garantie op rolstoelen, zoals bepaald in de garantievoorwaarden die het onderstaande dekken. Garantievoorwaarden: 1.
LED & CJSM1 6 R-Net Rev.5.
Fig. 3.0 NEDERLANDS 3.0 Het R-net bedieningssysteem Joystickmodule Stroommodule LED knoppen Joystickmodule LCD scherm Communicatiekabel 3.0 Inleiding Het R-net bedieningssysteem voor rolstoelen is eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen. Het bedieningssysteem bevat zeer geavanceerde elektronica (het resultaat van vele jaren onderzoek) voor optimaal gebruiksgemak en een zeer hoog veiligheidsniveau.
NEDERLANDS 3.1 R-net Joystickmodules Het R-net bedieningssysteem heeft twee soorten joystickmodule, met LCD scherm (Fig. 3.3) en met LED knoppen (Fig. 3.5). De meeste bedieningsfuncties zijn gelijk, maar er zijn ook enkele verschillen. Beide modules worden in dit hoofdstuk uitgelegd. 3.2 Joystickmodule LCD scherm (Fig. 3.3) Aan/uit knop Met de Aan/Uitknop wordt de stroomtoevoer naar de elektronica van het bedieningssysteem beheerst.
Fig. 3.3 Aan/uit knop NEDERLANDS Joystickmodule met LCD-scherm Claxon Verlichting Alarmlichten LCD Scherm Binnen profiel Mode - knop Profiel - knop Richtingaanwijzer links MODE en LED Snelheidsregelaar Ingang externe aan/uit-schakelaar PROFIEL Richtingaanwijzer rechts Snelheidsregelaar Ingang externe profielschakelaar Fig. 3.4 R-Net Rev.5.
NEDERLANDS 3.3 Joystickmodule met LED knoppen (Fig. 3.5) Accu indicator De accu indicator toont dat de rolstoel ingeschakeld is. Hij geeft ook de operationele status van de rolstoel weer. Meer hierover vindt u in hoofdstuk 5. Als de accu indicator rood, geel of groen toont, zijn de accu's opgeladen. (LED’s 1 – 10) Als de accu indicator alleen rood en geel oplicht, moet u de accu's zo snel mogelijk opladen.
Aan/uit knop NEDERLANDS Joystickmodule met LED-knoppen Fig. 3.5 Accu indicator Claxon Alarmlichten Verlichting Mode - knop Stoelpictogram, actuators MODE Indicator maximumsnelheid/ profiel Richtingaanwijzer links Richtingaanwijzer rechts Snelheidsregelaar Fig. 3.6 R-Net Rev.5.
NEDERLANDS 4.0 Het R-net LCD Scherm Joystickmodule 4.0 LCD Scherm A B Door middel van het LCD scherm kunt u zien wat de status van het bedieningssysteem is. Het gekleurde LCD scherm bestaat uit drie onderdelen met informatie. De bovenbalk, de onderbalk en het hoofdscherm. De drie onderdelen worden afzonderlijk behandeld in dit hoofdstuk. Bovenste balk Accu indicator & Weergave Onboard diagnostiek. Binnen profiel Fig. 4.0 A. Bovenste balk: B. Hoofdschermgedeelte: C. Hoofdscherm: Fig. 4.1 Fig.
Binnen profiel Fig. 4.7 14:35 Profielnaam (Fig. 4.6) Deze tekst geeft de naam weer van het huidige geselecteerde profiel. Klok (Fig. 4.7) De tijdsweergave geeft de huidige tijd weer in cijfers. De weergave kan aan de gebruiker worden aangepast. De opties zijn: • Zichtbaarheid: of de klok wordt weergegeven op het scherm. • De wijze waarop de klok wordt weergegeven, in 12 of 24 uur. • De gebruiker kan de tijd aanpassen. Deze aanpassingen worden gedaan via het menu Instellingen. Zie hoofdstuk 7.
NEDERLANDS 4.2 Hoofdscherm: Mode - schermen Door de MODE knop in te drukken, hebt u toegang tot verschillende functies. Voorbeelden hiervan zijn 'rijmode'. ‘verstellingen mode’ en 'Bluetooth mode'. De gebruiker kan de gewenste mode selecteren via de modeknop op de stuurkast. Opmerking: het is alleen mogelijk een mode te selecteren indien er een module op het systeem aangesloten is die de mode ondersteunt. Als er bijvoorbeeld geen muismodule aangesloten is, kan de gebruiker die mode niet selecteren. Fig. 4.
Slaapstand (Fig. 4.20) NEDERLANDS Dit symbool wordt even weergegeven voordat het R-net in slaapstand over gaat. Fig. 4.20 Kruis & vinkje (Fig. 4.21) Deze symbolen worden weergegeven tijdens het configureren. 1. Proces correct afgerond. 2. Proces niet correct afgerond. Fig. 4.21 E-stop (Fig. 4.22) Als de externe profielschakelaar tijdens het rijden of het functioneren van een actuator wordt gebruikt, wordt dit symbool weergegeven. Fig. 4.22 Joystick bewogen (Fig. 4.
4.3 Hoofdscherm: Diagnostiek (Fig. 4.24) NEDERLANDS Fig. 4.24 B C 2C00 PM (Powermodule) Accuspanning laag A Wanneer de veiligheidscircuits van het bedieningssysteem in werking zijn gesteld en hiermee werd voorkomen dat de rolstoel in beweging kwam, wordt een diagnosescherm getoond. Dit geeft een fout in het systeem aan, dwz dat het R-net heeft ontdekt dat er ergens in het elektrische systeem een probleem is.
4.4 Vergrendelen van de joystickmodule (Fig. 4.26 4.29) Vergrendelen van de rolstoel: • Druk op de Aan/Uitknop en houdt deze ingedrukt, terwijl het bedieningssysteem is ingeschakeld (Fig. 4.26). • Na 1 seconde geeft het bedieningssysteem een pieptoon en het scherm wordt blanco (Fig. 4.27). Laat nu de Aan/Uitknop los.
4.4 Verstellingen selectiescherm Fig. 4.30 NEDERLANDS Via de modeknop heeft men toegang tot het verstellingen selectiescherm. Het verstellingsscherm moet zichtbaar zijn als u de zitpositie wilt aanpassen. Druk op de modeknop om door de modeschermen te scrollen totdat u het verstellingsscherm bereikt (Fig. 4.30). Aanpassingen in de verstellingen doet u als volgt. Rugleuning • Beweeg de joystick naar links of rechts om de gewenste as te selecteren (Fig. 4.31 ).
5.1 LED controlelampjes status bedieningssysteem De accu indicator en de controlelampjes maximale snelheid/ profiel geven de status van het bedieningssysteem weer. Met de informatie uit dit hoofdstuk kunt u problemen vaststellen die aanvankelijk zeer ernstig lijken, maar die mogelijk op heel simpele wijze opgelost kunnen worden. Fig. 5.0 Accu indicator is stabiel (Fig. 5.0) Dit geeft aan dat alles in orde is. Accu indicator knippert langzaam (Fig. 5.
NEDERLANDS 5.2 Zelfhulphandleiding Fig. 5.6 Wanneer er een storing in het systeem optreedt, kunt u nagaan wat het probleem is door het aantal LED's te tellen dat op de accu indicator knippert. Hieronder staat een lijst met mogelijke oplossingen. Probeer eerst het probleem aan de hand van deze lijst op te lossen, voordat u contact opneemt met uw dealer. Zoek in de lijst het getal op dat overeenkomt met het aantal knipperende LED lampjes en volg de aanwijzingen op.
9 LED lampjes (Fig. 5.14) NEDERLANDS Er is een slechte aansluiting op de parkeerremmen. Controleer de aansluitingen op parkeerrem en de motoraansluitingen. Controleer of de aansluitingen van het bedieningssysteem goed zijn. 10 LED lampjes (Fig. 5.15) Fig. 5.12 Er werd een te hoog voltage geleverd aan het bedieningssysteem. Dit wordt veroorzaakt door een slechte aansluiting op de accu. Controleer de verbindingen met de accu. 7 LED lampjes + LED lampjes snelheidsmeter (Fig. 5.
NEDERLANDS 6.0 Klaar voor gebruik 6.1 Klaar voor gebruik 2F01 • Zet door middel van de Aan/Uit knop de stroom aan. Het scherm gaat door een opstartproces en geeft vervolgens het basisscherm weer (Fig. 6.0). JSM Midden joystick • Wanneer gebruik wordt gemaakt van de JSM LED, knippert de accu indicator en blijft vervolgens na enkele seconden aan. • Controleer of de instelling van de snelheid naar wens is. Fig. 6.1 • Beweeg de joystick om de snelheid en richting van de rolstoel te bedienen.
NEDERLANDS 6.2 Gebruik van het bedieningssysteem Controleer of het bedieningssysteem goed is bevestigd en of de joystick zich in de juiste positie bevindt (Fig. 6.2). De hand of arm waarmee u de joystick bedient, moet worden ondersteund, bijvoorbeeld door het armkussen van de rolstoel. Gebruik de joystick niet als de enige ondersteuning voor uw hand en arm. Door bewegingen en stoten van de rolstoel kunt u de controle over de stoel verliezen. Rijtechniek Fig. 6.
Met behulp van het instellingenmenu kunt u het LCD scherm naar wens aanpassen wat betreft tijdsweergave en weergavescherm, de helderheid van de achtergrond, de achtergrond kleur en de kilometerteller. U krijgt toegang tot het menu door tegelijkertijd de knoppen 'Snelheid omhoog' en 'Snelheid omlaag' in te drukken (Fig. 7.0). Fig. 7.0 PROFIEL MODE Een voorbeeld van de weergave van het Instellingenmenu wordt getoond in Fig. 7.1.
Tijd Instellen Tijd weergeven Afstand Achtergrondverlichting > > Dit bepaalt de wijze waarop de tijdweergave wordt weergegeven, of zet de functie uit. De mogelijkheden zijn 12 uur, 24 uur of uit. Door links of rechts te bewegen met de joystick kunt u wisselen van keuze. > • Trek de joystick achteruit om "Tijd weergeven" te kiezen, (Fig. 7.3).
NEDERLANDS 7.4 Afstand Fig. 7.6 Hiermee wordt de functionaliteit van de kilometerteller geprogrammeerd. Om de afstandskeuze te selecteren Tijd Instellen > Tijd weergeven <12 uur> Afstand > Achtergrondverlichting Achtergrond Afsluiten > • Beweegt u de joystick achterwaarts, totdat 'Afstand' oplicht (Fig. 7.6). • Beweeg de joystick naar rechts om de keuze te selecteren. • Het volgende scherm verschijnt (Fig. 7.7). Totale afstand.
Achtergrondverlichting (Fig. 7.9) Tijd Instellen Tijd weergeven Afstand Achtergrondverlichting > > Dit bepaalt de intensiteit van het LCD achtergrondlicht. Dit kan van 0% tot 100% worden aangepast in stappen van 10%. > • Beweeg de joystick achterwaarts totdat 'Achtergrond' oplicht. <100%> Achtergrond Afsluiten > • Beweeg de joystick naar rechts om de waarde te vergroten. • Beweeg de joystick naar links om de waarde te verlagen.
8.0 De accu indicator NEDERLANDS De accu indicator is in het scherm geïntegreerd zodat u weet over hoeveel stroom de accu's nog beschikken. U leert het beste in de praktijk hoe de accu indicator werkt. Net als de brandstofmeter in een auto is de meter niet helemaal nauwkeurig, maar toch helpt hij voorkomen dat u 'zonder benzine' komt te staan (Fig. 8.0). Binnen profiel Fig. 8.0 Fig. 8.1 Fig. 8.
NEDERLANDS 9.0 Aansluiting acculader Fig. 9.0 Oplaadstekker Aansluiting acculader 9.1 Opladen van de accu Om de accu’s van de rolstoel op te laden: • Sluit de oplaadstekker aan op de aansluiting voor de acculader op de R-net JSM. • U kunt niet met de rolstoel rijden wanneer de oplader aangesloten is. • Controleer voordat u de stekker van de oplader in het contact steekt, of de enkele pen zich aan de onderkant bevindt, zoals weergegeven fig. 9.0.
NEDERLANDS 10.0 Module begeleidersbediening Fig. 10.0 Max. Snelheid-/profielindicator Max. Snelheids-/profielknop Mode - knop Bedieningsindicator MODE Bedieningsschakelaar Joystick OPMERKING: Hoofdstuk 10.1 - 10.9 Zie Fig. 10.0 10.3 Knop snelheid verhogen/verlagen 10.1 Joystick Door deze knop in te drukken, verhoogt of verlaagt u de instelling maximale snelheid. Met de joystick wordt de snelheid en richting van de rolstoel bepaald. Duw de joystick in de richting waarin u wilt gaan.
11.0 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik 1. Wees voorzichtig met het bedieningssysteem, vooral met de joystick. Voorkom botsen of stoten van de apparatuur. 2. Zorg ervoor dat het bedieningssysteem tijdens transport goed wordt beschermd. 3. Voorkom blootstelling aan extreme omstandigheden, zo zorgt u voor optimale levensduur van het bedieningssysteem. Maak het bedieningssysteem zo snel mogelijk schoon als er eten of drinken op wordt gemorst. 4. Gebruik een vochtige doek met een mild schoonmaakmiddel.
NEDERLANDS 11.2 Veiligheidscontrole 11.5 Onderhoud De elektronische circuits in uw bedieningssysteem zijn ontworpen met de grootst mogelijke veiligheid en betrouwbaarheid voor ogen. De microcomputer die op de rolstoel aanwezig is, voert wel 100 keer per seconde een veiligheidscheck uit.
NEDERLANDS Omni R-Net Rev.5.
NEDERLANDS 12.0 Inleiding R-Net Omni WAARSCHUWING: 12.1 Inleiding De Omni is een universele interface voor speciale bedieningsmodules en kan signalen ontvangen van veel verschillende soorten invoermodules (SID's). Vervolgens zet de Omni deze signalen om in commando's die compatibel zijn met het R-net bedieningssysteem. 12.2 Bediening en aansluitingen In het onderstaande diagram worden de bediening en aansluitingen weergegeven (Fig. 12.0, 12.1, 12.2).
Stekkers gebruikersschakelaar, (Fig. 12.2). Een full-colour verlicht LCD scherm waarop gegevens betreffende Omni configuratie en functioneren worden weergegeven. U vindt meer informatie over de weergave in de LCD schermen in het betreffende hoofdstuk en in deze handleiding. Er zijn twee 3,5 mm /1/8” jack contactpunten waarmee een aansluiting op de gebruikersschakelaars kan worden gemaakt. Alle informatie over gebruikersschakelaars vindt u in het hoofdstuk 'Aansluiting van SID's'.
NEDERLANDS 13.0 Speciale bedieningen (SID’s) 13.1 Installeren van de speciale bediening (SID) op een elektrisch aangedreven rolstoel Er zijn veel verschillende SID's beschikbaar en de specificaties veranderen steeds. Daarom is het niet praktisch om een lijst met SID classificaties op te nemen in deze handleiding. U, uw medische zorgverlener en de leverancier van de rolstoel bepalen gezamenlijk de exacte classificatie van het gekozen SID type.
13.8 Vijfweg schakelaar & Gebruikersschakelaar (Fig. 13.3) De Omni is compatibel met zes soorten SID's. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de Tash Penta schakelaars of de Buddyknoppen, of producten van ASL en Switch-it. Dit apparaat bevat 4-richting schakelaars en één gebruikersschakelaar verbonden met de Omni via de 9-pins D-type aansluiting. Aanvullend moet een “normallyclosed” gebruikersschakelaar worden verbonden via het 3,5 mm /1/8” jack contact.
NEDERLANDS 13.10 Drie-as schakelaar en gebruikersschakelaar (Fig. 13.6) Hiertoe behoren bijvoorbeeld hoofdbedieningsmechanismes. Dit apparaat bevat 3- of 4-richting schakelaars en één gebruikersschakelaar verbonden met de Omni via de 9-pins D-type aansluiting. Aanvullend moet een “normally-closed” gebruikersschakelaar worden verbonden via het 3,5 mm /1/8” jack contact.
Zuigen Zacht Blazen Zacht Hard Drempelwaarde Markering De Omni kan op twee manieren worden geprogrammeerd om toegang te krijgen tot de beschikbare rolstoelfuncties; via 'Menu' of via 'Reeks'. Standaard is de Omni bediening geprogrammeerd op 'Menu'. Wanneer de menumethode wordt gebruikt, komt een gebruikersmenu op het scherm wanneer de gebruikersschakelaar wordt geactiveerd, terwijl men in rijmode is, Dit wordt weergegeven in Fig. 13.9.
NEDERLANDS 14.0 Omni gebruiksmogelijkheden 14.1Omni rijkenmerken De programmering van de Omni is afgestemd op de SID, de rijprestaties van de rolstoel zijn afgestemd op uw wensen. De snelheden, acceleratie- en remwaarden kunnen zeer nauwkeurig worden aangepast om te voldoen aan uw wensen. Overleg hierover met uw medische zorgverlener of dealer. Controleer voordat u het systeem uitprobeert of er voldoende ruimte is om met de rolstoel te rijden, en zorg ervoor dat u weet hoe u de rolstoel snel kunt stoppen.
Verstellingen* Verstellingen* 2 Verstellingen* Snelheid afstellen Modus x tot y* Slaapstand Verlichting Afsluiten Instellingen * ** > Gaat rijmode in het thans geselecteerde profiel > Gaat rijmode in het aangegeven profiel Bepaalt het profiel dat wordt gebruikt bij de volgende keer dat men rijmode ingaat > Gaat verstellingenprofiel in > G aat een tweede verstellingenprofiel in Bv. Als niet-vergrendeld en vergrendeldewerking vereist is.
NEDERLANDS 14.6 Gebruik met 3-as proportionele SID's en SID's type schakelaar (hoofdbediening) (Fig. 13.5) Deze types SID bevatten een commando voorwaarts/ achterwaarts en links/rechts, en daarnaast een of meer gebruikersschakelaars*. Rijden geschiedt via de commando's voorwaarts/achterwaarts en links/rechts. * Afhankelijk van de installering en een “normally-closed” gebruikersschakelaar, kan er een gebruikersschakelaar worden geïntegreerd in de hoofdbediening.
Hard blazen Hard zuigen Zacht zuigen Zacht blazen NEDERLANDS 14.7 Gebruik van Blaas-zuig bediening (Fig. 13.8) Vooruit Achteruit Links Rechts Fig. 14.3 Rijden wordt aangestuurd via een buisje dat is verbonden met de door lucht aangedreven invoer van de Omni. De gebruikersschakelaar wordt gebruikt om het gebruikersmenu in te gaan. Voor zowel dit type SID is er behalve de standaard gebruikersschakelaar, ook de optie van een door lucht aangedreven gebruikersschakelaar.
14.8 Gebruik met SID type enkele schakelaar scanner NEDERLANDS Alle functies, inclusief rijden, zijn toegankelijk via een enkele schakelaar die is verbonden aan een van de jack contacten van de Omni gebruikersschakelaar. Meer informatie over installatie en aansluitingen vindt u in hoofdstukken 13.2, 13.3 & 13.13. Profiel 5 14.8.1 Rijden De scansnelheid in de rijmode kan naar wens van de gebruiker worden geprogrammeerd. Overleg hierover met uw medische zorgverlener of dealer.
Profiel 5 Fig. 14.8 Rijden > Verstellingen > Profiel > Slaapstand > Bluetooth muis > 14.8.5 Bijbehorende programmering Het is mogelijk om de Omni zo in te stellen dat de navigeren door de functies hoorbaar is. Dit is praktisch omdat de gebruiker het scherm van de Omni misschien niet altijd goed kan zien. Overleg hierover met uw medische zorgverlener of dealer.
14.9 Mode snelheidsaanpassing NEDERLANDS Wanneer de parameter gebruikersbediening is bepaald op 'reeks', verschijnt een scherm 'Mode snelheidsaanpassing', zoals weergegeven in Fig. 14.14. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 13.15. De instelling voor maximale snelheid wordt aangepast door middel van linker en rechter SID commando's. De gebruikersschakelaar gaat naar de volgende beschikbare menu-ingang. WAARSCHUWING: Snelheid afstellen Fig. 14.
15.1 Details LCD scherm De informatie in deze paragraaf is een aanvulling op de informatie van hoofdstuk 4. Lees hoofdstuk 4 en combineer dit met deze paragraaf om een volledige beeld te krijgen van alle afbeeldingen die op de LCD schermen worden weergegeven. Fig. 15.0 1 15.2 Bovenbalk (Fig. 15.0) Fig. 15.1 15.3 Poortidentificatie (Fig. 15.1) Indien de Omni is geconfigureerd om 2 invoerapparaten te accepteren, dan wordt in de balk d.m.v.
NEDERLANDS 15.10 Modeschermen 15.11 Actuatormode (Fig. 15.8) Geeft weer welke delen van de rolstoel nu voor beweging zijn geselecteerd en de naam van die selectie. Ook wordt door middel van een pijl weergegeven wat voor soort beweging beschikbaar is en in welke richting. Rugleuning Fig. 15.8 5 15.12 Omgevingsmode (Fig. 15.9) Wanneer men de omgevingsmode is ingegaan, wordt het volgende scherm weergegeven. 15.13 PC Mode (Fig. 15.
15.15 Vergrendelen van de joystickmodule (Fig. 15.12 - 15.15) Vergrendelen van de rolstoel: • Hiervoor is een reeks bewegingen van de joystick nodig, of, wanneer de SID een schakelaar is, drukken op de knop. • Druk op de Aan/Uit knop op de Omni of SID en houdt deze vast, terwijl het bedieningssysteem aan is. Binnen profiel Fig. 15.12 • Na 1 seconde geeft het bedieningssysteem een pieptoon en het scherm wordt blanco (Fig. 15.13).
15.16 Hoofdscherm: Diagnostiek (Fig. 15.16) NEDERLANDS Fig. 15.16 2C00 PM (Powermodule) Accuspanning laag A B C Wanneer de veiligheidscircuits van het bedieningssysteem in werking zijn gesteld en hiermee werd voorkomen dat de rolstoel in beweging kwam, wordt een diagnosescherm getoond. Dit geeft een fout in het systeem aan, dwz dat het R-net heeft ontdekt dat er ergens in het elektrische systeem een probleem is.
NEDERLANDS 16.0 Infrarood bediening (IR) Zender Fig. 16.0 IR-MODUS TV1 Kabel/Satelliet DVD > > > Houder 16.0 Infrarood bediening (IR) IR-MODUS TV1 Kabel/Satelliet DVD > > > Fig. 16.1 IR-MODUS TV1 Kabel/Satelliet DVD Fig. 16.2 R-Net Rev.5.0 > > > De Omni komt met een IR-zender en ontvanger, (Fig. 16.
NEDERLANDS De onderbroken lijn wordt alleen getoond als verwijzing naar de huidige positie. Het zal niet op het scherm worden weergegeven. Hieronder gebruiken we de joystick als voorbeeld hoe u door de IR mode kunt navigeren: IR-MODUS Aan/Uit Kanaal omhoog 1. De joystick naar achteren bewegen zal de toepassing tonen onder de momenteel weergegeven toepassing, (Fig. 16.1). Kanaal omlaag Volume omhoog 2.
IR codes kunnen worden opgeslagen of verwijderd, zoals wordt uitgelegd in het volgende hoofdstuk. IR-MODUS TV1 > 1. Open het IR Instellingenmenu, (onderdeel 16.2). Kabel/Satelliet > 3. De opdrachten voor deze toepassing verschijnen op het scherm, (Fig. 16.8). DVD > 4. Selecteer het commando dat geleerd moet worden. In dit voorbeeld, TV > Kanaal omhoog, (Fig. 16.8). Fig. 16.7 2. Selecteer een toepassing. Bv. TV, (Fig. 16.7). 5.
NEDERLANDS 9. Wanneer de eerste code succesvol geladen is, druk op de Aan/Uit-knop om de Omni Uit en dan Aan te zetten, (Fig. 16.14). 10. Naast de aangeleerde code staat nu een vinkje (Fig. 16.15). 11. Volg stappen 4-8 voor de andere codes van die toepassing. U hoeft de Omni niet aan en uit te zetten voor de rest van de codes voor die specifieke toepassing. WAARSCHUWING: Fig. 16.14 Aan/Uit Als u een andere toepassing kiest nadat u de eerste code hebt geladen, schakel de Omni dan even aan en uit.
16.5 Verwijderen van IR codes IR-MODUS Aan/Uit Kanaal omhoog Kanaal omlaag Volume omhoog NEDERLANDS Om een IR code voor een specifiek commando te verwijderen; 1. Laat u het specifieke commando in het toepassingenmenu oplichten (Fig. 16.20). 2. Druk op de rechterknop (Fig. 16.21). 3. Selecteer de optie 'Code verwijderen' (Fig. 16.22). Om alle IR codes voor een toepassing te verwijderen; 1. Selecteert u 'Alle codes verwijderen' binnen het submenu van die toepassing (Fig. 16.23). Fig. 16.
NEDERLANDS 17.0 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik WAARSCHUWING: Wanneer de rolstoel onverwachtse manier beweegt, LAAT DAN DE SID JOYSTICK/KNOP LOS of DRUK OP DE GEBRUIKERSSCHAKELAAR EN HOUD DEZE VAST. Hierdoor komt de rolstoel onder alle omstandigheden tot stilstand. 17.1 Gevaarlijke situaties Overschrijdt met uw rolstoel niet: 1. De beperkingen zoals aangegeven in uw gebruikershandleiding, zoals maximale hellingen, hoogte van stoepranden en dergelijke. 2.
Aansluitingen: NEDERLANDS Controleer of alle verbindingsstukken goed zijn aangesloten. Kabels: Controleer alle kabels en verbindingsstukken op mogelijke beschadigingen. SID Joystick omhulsel: Controleer het dunne rubberen omhulsel aan de onderkant van de joystickhendel op schade en scheuren. Controleer dit alleen visueel, kom er niet aan. SID knoppen Controleer of de knoppen niet vies (voedselresten of gemorste drank), of beschadigd zijn.
NEDERLANDS 18.0 R-Net muismodule 18.1 Inleiding 18.3 Hoe werkt het De muismodule wordt gebruikt om u de mogelijkheid te bieden een Pc muis te bedienen via het R-net controlesysteem. Dit kan ofwel via een joystick, of via een invoerapparaat dat aangesloten is op de R-net Omni. De muismodule kent de volgende vereisten en beperkingen: De muismodule heeft een operationeel bereik van 10 meter. De muismodule kan de ID's van maximaal 4 computers onthouden.
18.5 Systeemintegratie NEDERLANDS Een muismodule kan op elk punt binnen een R-net bedieningssysteem worden verbonden Zie Fig. 18.1 en 18.2. Joystickmodule JSM SYSTEEM Stroommodule Bluetooth muismodule Communicatiekabel Communicatiekabel Fig. 18.1 Special invoer Device OMNI SYSTEEM Omni Stroommodule Bluetooth muismodule Communicatiekabel Communicatiekabel Fig. 18.2 R-Net Rev.5.
18.6 Koppelen NEDERLANDS Koppelen is nodig wanneer u uw computer omruilt, of wanneer u elders een andere computer wilt gebruiken. 'Koppelen' is de term die wordt gebruikt om de begininstellingen (setup) van de muismodule en een bepaalde computer te beschrijven. Koppelen staat voor een reeks stappen die uitgevoerd moeten worden op het R-net bedieningssysteem en de computer die gebruikt wordt. Zie ook de volgende paragrafen.
Apparaten Opties COM Poorten Hardware NEDERLANDS 18.8 Koppelen van computer Bluetooth apparaten De computer moet beschikken over Bluetooth connectiviteit. 1. Ga naar 'Mijn Bluetooth apparaten' op uw computer. 2. Nu verschijnt het volgende scherm (Fig. 18.7). 3. Klik op 'Toevoegen' (Fig. 18.7). 4. De Bluetooth Apparaat Wizard verschijnt (Fig. 18.8). 5. Vink het vakje 'Mijn apparaat is ingesteld en klaar om gevonden te worden' aan (Fig. 18.8). 6. Wanneer dit oplicht, klikt u op 'Volgende' (Fig. 18.8).
NEDERLANDS Bluetooth Apparaat Wizard toevoegen Selecteer het Bluetooth apparaat dat u wilt toevoegen. Als u het apparaat dat u wilt toevoegen niet ziet, controleer dan of het aan staat. Volg de aanwijzigingen voor de setup die met het apparaat zijn meegeleverd en klik dan op 'Opnieuw zoeken'. < Terug Fig. 18.9 Opnieuw zoeken Volgende > Annuleren Bluetooth Apparaat Wizard toevoegen Selecteer het Bluetooth apparaat dat u wilt toevoegen.
NEDERLANDS Zie ook de lijst op de pagina hiernaast. Bluetooth Apparaat Wizard toevoegen Hebt u een wachtwoord nodig om toe te voegen aan uw apparaat? Kijk in het hoofdstuk 'Bluetooth' van de gebruikershandleiding die met uw apparaat werd meegeleverd voor antwoord op deze vraag. Wanneer er in deze handleiding een wachtwoord of sleutel wordt genoemd, gebruik dan deze. Kies een wachtwoord voor mij. 0000 Gebruik het wachtwoord uit de handleiding. Ik wil mijn eigen wachtwoord kiezen.
NEDERLANDS Bluetooth Apparaat Wizard toevoegen Bezig de Bluetooth apparaat toevoegen Wizard af te ronden. Het Bluetooth apparaat is succesvol met uw computer verbonden. Wanneer uw computer en het apparaat dicht bij elkaar zijn, kunnen zij communiceren. Om de Wizard af te sluiten, klik op 'Voltooien'. < Terug Fig. 18.13 Voltooien Annuleren 10. Klik op 'Gebruik het wachtwoord uit de handleiding'. (Fig. 18.
NEDERLANDS CJSM2 R-Net Rev.5.
NEDERLANDS 19.0 R-net CJSM2 bedieningssysteem 19.1 Inleiding Het R-net bedieningssysteem voor rolstoelen is eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen. Het bedieningssysteem bevat zeer geavanceerde elektronica (het resultaat van vele jaren onderzoek) voor optimaal gebruiksgemak en een zeer hoog veiligheidsniveau. Net als bij andere elektronische apparaten is een correct gebruik van de eenheid van belang om maximale betrouwbaarheid te garanderen.
19.2 Bediening, (Fig. 19.1 - Fig. 19.2 - Fig. 19.3). NEDERLANDS De Joystick-module is leverbaar met en zonder lichtsensor. De bediening is hetzelfde voor beide maar de lichtknoppictogrammen worden alleen weergegeven op de lichtsensorversie. A. JOYSTICK De primaire functie van de joystick is om de snelheid en richting van de rolstoel te regelen. Hoe verder u de joystick naar voren beweegt, hoe sneller de rolstoel zal bewegen. Als u de joystick loslaat, worden automatisch de remmen geactiveerd. B.
NEDERLANDS OPMERKING: Als u de joystick gebruikt direct voor of nadat u het bedieningssysteem hebt ingeschakeld, knippert het scherm met het 'Joystick uit positie' symbool (Fig. 19.33). Om terug te keren naar normale functie, moet u de joystick loslaten. Deze keert vanzelf terug naar het midden. Indien u de joystick niet binnen vijf seconden loslaat, kan de stoel niet bewegen. Zelfs niet als u hierna de joystick loslaat en hem weer gebruikt. Nu wordt in het scherm het diagnosescherm weergegeven.
19.3 Knoppen (Fig. 19.4). NEDERLANDS Fig. 19.4 A B C A. De mode - knop stelt de gebruiker in staat om door de beschikbare modi voor het bedieningssysteem te navigeren. Het aantal beschikbare modi is afhankelijk van hoe het programma geprogrammeerd is. Raadpleeg uw erkende Sunrise Medical dealer voor programmering. B. Met de profiel - knop kan de gebruiker door de beschikbare profielen van het bedieningssysteem navigeren.
NEDERLANDS ACCU INDICATOR, (Fig. 19.6) De accu indicator geeft weer in hoeverre de accu opgeladen is. Hiermee wordt de gebruiker geattendeerd op de status van de accu: Fig. 19.6 • Continu: Dit geeft aan dat alles in orde is. • Snel knipperend: Het bedieningssysteem functioneert goed, maar de accu moet zo snel mogelijk worden opgeladen. Fig. 19.7 • Versnellend: De accu's van de rolstoel worden opgeladen.
Dit deel van het scherm geeft verschillende informatie afhankelijk van de actuele bedieningsmodus van het bedieningssysteem. Dit deel wordt ook gebruikt om algemene systeeminformatie weer te geven, indien nodig. Fig. 19.13 NEDERLANDS HOOFDSCHERM RIJMODUSSCHERM, (Fig. 19.13) Geeft de symbolen die relevant zijn voor de besturing van de rolstoel. HUIDIG PROFIEL (Fig. 19.14) Dit geeft het momenteel geselecteerde profiel in numerieke vorm/ SNELHEIDSINDICATOR, (Fig. 19.
NEDERLANDS BLOKKADE, (Fig. 19.19) Wanneer de rolstoel wordt geblokkeerd en niet kan rijden, knippert dit rode symbool. Wanneer de snelheid van de rolstoel wordt beperkt, bijvoorbeeld omdat de stoel in een hoge positie staat, wordt dit oranje symbool weergegeven. LATCHED RIJDEN, (Fig. 19.20) Fig. 19.19 Fig. 19.20 Dit symbool wordt weergegeven als het bedieningssysteem is ingesteld op latched rijden. TIJDELIJKE SCHERMEN, (Fig. 19.21 - Fig. 19.
Fig. 19.25 NEDERLANDS SCHERM BLUETOOTHMODUS (Fig. 19.25 - Fig. 19.26). Het eerste Bluetooth modusscherm is afhankelijk van of de CJSM2 is ingesteld om een of meerdere apparaten te bedienen. Als de instelling maar één apparaat betreft, dan wordt een scherm getoond als in Fig. 19.25. Als de instelling meer dan één apparaat betreft, dan wordt een scherm getoond als in Fig. 19.26. De joystick moet gebruikt worden om door het menu te navigeren en het apparaat te selecteren om te bedienen.
NEDERLANDS HERSTART (Fig. 19.29). Dit symbool knippert wanneer het bedieningssysteem opnieuw opgestart moet worden, bijvoorbeeld nadat een module is geconfigureerd. Fig. 19.29 SLAAPSTAND (Fig. 19.30). Dit symbool wordt even weergegeven voordat het R-net in slaapstand over gaat, (standby). KRUIS & VINK (Fig. 19.31). Deze symbolen worden weergegeven tijdens het configureren. • • VINK KRUIS = Proces correct voltooid. = Proces niet correct voltooid. E-STOP (Fig. 19.32).
Als de joystick wordt bediend voordat of net na u het bedieningssysteem inschakelt, dan zal het scherm kortstondig het 'joystick bewogen' scherm tonen. Om terug te keren naar normale functie, moet u de joystick loslaten. Deze keert vanzelf terug naar het midden. Indien u de joystick niet binnen vijf seconden loslaat, kan de stoel niet bewegen. Zelfs niet als u hierna de joystick loslaat en hem weer gebruikt. In dat geval laat het scherm het diagnosescherm zien.
NEDERLANDS AFSTAND De joystick naar rechts bewegen gaat naar een sub-menu met de volgende gegevens van de kilometerteller en functies: Fig. 19.36 Totale afstand Dit is een waarde in de stroommodule en is gerelateerd aan de totale afstand die is afgelegd met die stroommodule. Tripafstand Dit is een waarde in de joystickmodule en is gerelateerd aan de totale afstand die werd afgelegd sinds de laatste reset.
19.5 Programmeren (Fig. 19.37) NEDERLANDS De joystick naar rechts bewegen gaat naar een sub-menu voor het programmeren van gebruikersfuncties als volgt: Slaapstand Stelt de tijd in waarna het bedieningssysteem in slaapstand gaat als er geen opdracht wordt ontvangen van een invoerapparaat. Geluidsvolume Bepaalt het volume waarmee wordt aangegeven dat er op een knop wordt gedrukt. Claxonvolume Stelt het volume in van de claxon indien gebruikt.
NEDERLANDS 20.0 CJSM2 IR Instelling & Bediening Fig. 20.1 INLEIDING De CJSM2 komt met een IR-zender en ontvanger, waardoor de CJSM2 in staat is om veel gebruikte IR-apparaten, zoals de afstandbediening voor tv's, dvd's, kabel/satelliet of milieuregelingen zoals automatische deuropeners te repliceren. 20.
Toegang tot de IR-bedieningsmodus is op de normale manier via Modusselectie, d.w.z. het indrukken van de Modusknop of opdracht van het R-net systeem. De IR-bedieningsmodus is alleen beschikbaar als er IR-codes zijn opgeslagen in de CJSM2. Fig. 20.2 NEDERLANDS 20.2 IR-code Gebruikersmenu Er zijn twee manieren om IR-codes op te slaan in de CJSM2: 1. Codes kopiëren van IR handsets, (bv. afstandsbediening van de tv). 2.
NEDERLANDS 20.4 Een IR code leren Zie (Fig. 20.6 tot Fig. 20.11). Fig. 20.8 1. Open het IR Instellingenmenu. 2. Selecteer een toepassing. Bv. TV – Samsung. 3. De opdrachten voor deze toepassing verschijnen op het scherm. 4. Kies de opdracht die moet worden geleerd door de joystick naar rechts te bewegen. In dit voorbeeld, TV > Kanaal omhoog. 5. Selecter Leer Code, door de joystick naar rechts te bewegen terwijl de opdracht gemarkeerd is. 6.
Meerdere IR-codes kunnen worden geleerd voor één opdracht in het CJSM2 IR-instellingenmenu. Op deze manier kunnen meerdere IR-codes worden verzonden met één opdracht in de CJSM2 als deze in IR-modus staat. Fig. 20.12 NEDERLANDS 20.5 Opeenvolgende IR-codes leren Voorbeelden: 1. De aan-/uit-functie van meerdere apparaten (de tv en de dvd bijvoorbeeld) kunnen worden geleerd voor één opdracht in het IR-instelllingenmenu.
NEDERLANDS 20.7 Verwijderen van IR codes Om een IR-code te wissen voor een bepaalde opdracht, markeer de opdracht in het toepassingenmenu en duw de joystick naar rechts. Kies dan de Wissen optie, (Fig. 20.14). Fig. 20.14 Om alle IR-codes voor een toepassing te wissen, selecteer Wis alle codes in het submenu van die toepassing, (Fig. 20.15). Om alle opgeslagen IR-codes te wissen in de CJSM2 , selecteer Alle codes wissen in het IR-instellingenmenu, (Fig. 20.16). Fig. 20.15 Fig. 20.16 82 R-Net Rev.5.
De CJSM2 wordt geleverd met een standaard gebruikersmenu als hieronder getoond: TV DVD 1 DVD RECORD KABEL/ SATELLIET MUZIEK APPARAAT 1 APPARAAT 2 Aan/Uit Aan/Uit Aan/Uit Aan/Uit Aan/Uit Opdracht 1 Opdracht 1 Kanaal omhoog Spelen Spelen TV gids Spelen Opdracht 2 Opdracht 2 Kanaal omlaag Stoppen Stoppen Opwaarts Stoppen Opdracht 3 Opdracht 3 Volume omhoog Pause Pause Neerwaarts Volume omhoog Opdracht 4 Opdracht 4 Volume omlaag Snel vooruit Snel vooruit Links Volume omlaag
NEDERLANDS 21.0 CJSM2 Bluetooth Instelling & Bediening Fig. 21.1 INLEIDING De R-net CJSM2-BT stelt een rolstoelgebruiker in staat om meerdere Bluetooth-apparaten te bedienen. Typische toepassingen zijn een muis voor pc of de bediening van een Smart-apparaat. Maximaal vier apparaten kunnen worden bediend. Twee daarvan kunnen Apple iOS apparaten zijn en twee kunnen Windows of Android apparaten zijn. 21.
De CJSM2-BT moet eert in Discoverymodus worden gezet door middel van de onderstaande volgorde: Fig. 21.2 NEDERLANDS 21.2 Koppelen met een Bluetooth-apparaat. • Ga naar Bluetoothmodus en kies het apparaat dat u wilt koppelen. • Duw de joystick naar voren en houd deze vast tot er een geluidssignaal klinkt. Dit zal ongeveer 10 seconden duren. Laat daarna los. • Duw de joystick naar achteren en houd deze vast tot er een geluidssignaal klinkt. Dit zal ongeveer 10 seconden duren. Laat daarna los.
NEDERLANDS • Als er een wachtwoord gevraagd wordt, gebruik dan 1234, (Fig. 21.6) Fig. 21.6 • De pc zal verbinding maken met de CJSM2-BT, (Fig. 21.7). • Als de verbinding gemaakt is, klik op "Voltooien", (Fig. 21.8). • Het blauwe pictogram op de CJSM2-BT zou moeten stoppen met knipperen, (Fig. 21.2). • Het scherm geeft de verbonden apparaten weer, (Fig. 21.9). OPMERKING: Als de procedure mislukt , klik dan op "Toms pc", daarna op "Verwijder" en herhaal de procedure (Fig. 21.9). Fig. 21.7 Fig. 21.8 Fig.
21.7 Een Windows pc bedienen De volgende procedure moet worden uitgevoerd op het Android-apparaat. • Selecteer Systeeminstellingen en zet Bluetooth op Aan. Er zijn programmeerbare opties voor de timing en gevoeligheid van de bewerkingen, zie het hoofdstuk Bluetooth programmeren voor meer informatie. Externe schakelingen die zijn aangesloten aan de stekkeraansluiting Extern Profiel kunnen ook gebruikt worden als bedieningsapparaat, maar programmering is vereist op het R-net.
NEDERLANDS 21.9 Bediening van een i-apparaat De CJSM2-BT kan een i-apparaat op twee manieren bedienen: Fig. 21.11 • Met gebruikmaking van de schakelfunctionaliteit van het i-apparaat • Met gebruikmaking van de schakelfunctionaliteit van het i-apparaat in combinatie met de Voice-over functionaliteit van het i-apparaat Deze twee methoden worden respectievelijk Schakelbediening en Voice-over genoemd en elk wordt in de volgende onderdelen uitgelegd.
Fig. 21.14 NEDERLANDS De opdrachten van het i-apparaat Volgende Item en Vorige Item worden gebruikt om individuele pictogrammen binnen het gemarkeerde schermonderdeel te selecteren, (Fig. 21.14). De opdracht van het i-apparaat Item Selecteren opent het gemarkeerde item. Afhankelijk van de aard van de toepassing zullen schermonderdelen worden gemarkeerd en vergelijkbare opdrachten als de bovenstaande kunnen worden gebruikt om hiertussen te navigeren, (Fig. 21.15).
NEDERLANDS Voice-over Voice-over werkt in combinatie met Schakelbediening maar biedt een alternatieve methode om in het scherm te navigeren. Voorbeelden worden gegeven, (Fig. 21.17 - 21.20). Let op dat de navigatievolgorde op het scherm wordt bepaald door het i-apparaat en niet door de CJSM2-BT. Fig. 21.17 De opdrachten van het i-apparaat Cursor Rechts en Cursor Links selecteren individuele pictogrammen binnen een regel, (Fig. 21.17 - 21.18).
Bepaalde CJSM2-BT opdrachten kunnen nu worden toegewezen aan opdrachten van een i-apparaat. De CJSM2-BT opdrachten worden hieronder uiteengezet. De tijdgerelateerde bewegingen van de joystick in elk van de vier richtingen. • Vooruit kort • Achteruit kort • Links kort • Rechts kort • Vooruit gemiddeld • Achteruit gemiddeld • Links gemiddeld • Rechts gemiddeld • Vooruit lang • Achteruit lang • Links lang • Rechts lang De timing die overeen moet komen met de beweging kan worden geprogrammeerd.
Fig. 21.29 Fig. 21.26 Fig. 21.30 NEDERLANDS Fig. 21.25 Fig. 21.27 Fig. 21.28 92 R-Net Rev.5.
Bepaalde CJSM2-BT opdrachten kunnen nu worden toegewezen aan opdrachten van een i-apparaat. Deze worden hieronder uiteengezet. De tijdgerelateerde bewegingen van de joystick in elk van de vier richtingen. • • • • • • Vooruit kort Achteruit kort Links kort Rechts kort Vooruit gemiddeld Achteruit gemiddeld • • • • • • Links gemiddeld Rechts gemiddeld Vooruit lang Achteruit lang Links lang Rechts lang Fig. 21.
UK = www.SunriseMedical.co.uk DE = www.SunriseMedical.de FR = www.sunrisemedical.fr IT = www.SunriseMedical.it NL = www.SunriseMedical.nl ES = www.SunriseMedical.es PT = www.SunriseMedical.pt SE = www.SunriseMedical.se NO = www.SunriseMedical.no DK = www.SunriseMedical.dk CH = www.SunriseMedical.ch CZ = www.medicco.cz PL = www.Sunrise-Medical.pl EU = www.SunriseMedical.eu AU = www.sunrisemedical.com.au US = www.SunriseMedical.com OM_R-net_EU_NL_Rev.5.