Operating Instructions and Installation Instructions

Probleem Oorzak Oplossing
E9
ONTSTEKINGSFOUT
Reservoir leeg. Vul het reservoir.
Brandkorf niet schoongemaakt.
Zie paragraaf “BRANDKORF EN BRANDKORFSTANDAARD
SCHOONMAKEN”).
Werkingstemperatuur niet bereikt.
Zie paragraaf “BRANDKORF EN BRANDKORFSTANDAARD
SCHOONMAKEN”).
Elektronische kaart defect.
Vervang de elektronische kaart (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
Kaars defect. Vervang de kaars (gebruik alleen originele reserveonderdelen).
E7
ONVERWACHT UITDOVEN
Reservoir leeg. Vul het reservoir.
Brandkorf niet schoongemaakt.
Zie paragraaf “BRANDKORF EN BRANDKORFSTANDAARD
SCHOONMAKEN”).
Elektronische kaart defect.
Zie paragraaf “BRANDKORF EN BRANDKORFSTANDAARD
SCHOONMAKEN”).
Elektronische kaart defect.
Vervang de elektronische kaart (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
E4
GRENS TEMPERATUUR
Afvoer verstopt. Maak de rookgasafvoer schoon.
Elektronische kaart defect.
Vervang de elektronische kaart (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
Controlesensor grenstemperatuur defect.
Vervang de controlesensor (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
Rookgastemperatuursensor verkeerd
geplaatst.
Controleer of de sensor op de juiste plaats aangebracht is
(zie het “ELEKTRISCHE SCHEMA”).
Verkeerde parameterinstelling. Controleer of de parameterinstelling juist is.
E8
ROOKGAS TEMPERATUUR
SENSOR
2-pins stekkerverbinding van de
rookgastemperatuursensor en de
omgevingstemperatuursensor niet op de
elektronische kaart aangesloten.
Controleer of de stekkerverbinding er op de juiste manier in
gestoken / geplaatst is (zie het ELEKTRISCHE SCHEMA”).
Elektronische kaart defect.
Vervang de elektronische kaart (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
Rookgastemperatuur sensor verkeerd
geplaatst.
Controleer of de sensor goed op de betreffende plaats
aangesloten is.
Rookgastemperatuur sensor defekt.
Vervang de Rookgastemperatuur sensor (gebruik alleen
originele reserveonderdelen).
Het product functioneert 10
minuten en dooft daarna.
Thermische sensor geblokkeerd.
Steek de kachel opnieuw aan.
Als de storing voortduurt bel dan een erkende monteur.
Rookgassen hebben optimale
ontstekingstemperatuur niet bereikt.
Steek de kachel opnieuw aan.
Als de storing voortduurt bel dan een erkende monteur.
Thermische sensor kan verkeerd
aangesloten zijn
Controleer de bedrading en kijk de aansluiting na.
Schoorsteenkanaal verstopt. Maak de afvoerleidingen schoon.
Ontsteking mislukt. Zie “E7”.
Elektronische kaart defect.
Vervang de elektronische kaart (gebruik alleen originele
reserveonderdelen).
Vijzelschacht verstopt. Zie “SCHROEF VULLEN”.
H072008NL2 / DT2001241 – 00
44
Nederlands