User's Manual

29
3.2. AAN- EN UITZETTEN
De Bike Pod wordt automatisch geactiveerd zodra de spaakmagneet bij het
draaien van het wiel de snelheidssensor passeert. Hij blijft actief tijdens de hele
fietstocht. Pas als de sensor al een half uur geen signalen van de magneet
meer ontvangt, schakelt hij zichzelf uit.
3.3. VERBINDING
Om de Bike Pod te kunnen gebruiken, moet u een verbinding tussen de sensor
en de Suunto t6 tot stand brengen. Dit kan worden vergeleken met het luisteren
naar de radio. Om het signaal van een zender te kunnen ontvangen, moet u de
radio inschakelen. Voor de Bike Pod geldt hetzelfde: om deze te kunnen
gebruiken in combinatie met de Suunto t6, moeten beide apparaten met elkaar
worden verbonden. Dit moet telkens gebeuren als u de Suunto t6 met de Bike
Pod wilt gebruiken.
1. Draai het wiel rond zodat de spaakmagneet de sensor passeert.
2. Selecteer Connect in het menu Speed/Distance van de Suunto t6. In de
display van de Suunto t6 verschijnt een bericht als het apparaat is gevonden.
Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, verschijnt het bericht ‘
NO
DEVICES FOUND’ (geen apparaten gevonden). Draai in dat geval het voorwiel
nogmaals rond om er zeker van te zijn dat de Bike Pod wordt geactiveerd en
probeer het opnieuw.
3.4. KALIBREREN
De Suunto Bike Pod meet de snelheid van de fiets en de afgelegde afstand op
basis van de omwenteling van het voorwiel. Aangezien een klein wiel in één
omwenteling niet dezelfde afstand aflegt als een groot wiel, heeft de Suunto t6
een bepaalde kalibratiefactor nodig die rekening houdt met de wielmaat. Voor
een nauwkeurige meting moet daarom de juiste kalibratiefactor die
overeenkomt met de wielmaat van de fiets worden ingesteld.
Om de juiste kalibratiefactor in te stellen, moet u de omtrek van het wiel meten.
U kunt de Bike Pod echter ook kalibreren met behulp van een bekende afstand.
3.4.1. De wielomtrek handmatig meten
1. Leg een meetlint op de vloer.
2. Rij langs het lint tot de wielen minimaal één keer volledig rond zijn gedraaid.
(De meting is nauwkeuriger als u fietst in plaats met de fiets aan de hand
langs het lint te lopen.)
3. Meet de afgelegde afstand tot op de millimeter nauwkeurig. (Deel de afstand
door het aantal omwentelingen als de wielen meer dan één keer rond zijn
gedraaid.)
4. Deel de omtrek door 2050 (bijv. 2096 / 2050 = 1,022439 = 1,022).