nl SUUNTO AMBIT2 1.
1 VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2 Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 3 Pictogrammen en segmenten op het scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 4 Knoppen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8.3.2 Coördinaten van point of interest (POI) handmatig toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.3 Navigeren naar een point of interest (POI) . . . . . . . . . . 8.3.4 Point of interest (POI) verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4 Route-navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.1 Route toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11.2 Stopwatch gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11.3 Afteltimer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Sportmodi gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12.1 Sportmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12.
12.8.1 Handmatig naar een andere sportmodus schakelen tijdens een training . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 12.8.2 De voorgeconfigureerde multisportmodus gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 12.9 Zwemmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 12.9.1 Indoorzwemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Radio-ontvanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Barometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 VEILIGHEID nl Soorten veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING: - wordt gebruikt bij een procedure of situatie die kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. LET OP: - wordt gebruikt bij een procedure of situatie die kan leiden tot schade aan het product. OPMERKING: - wordt gebruikt om belangrijke informatie te benadrukken. TIP: - wordt gebruikt voor extra tips voor het gebruik van de mogelijkheden en functies van het apparaat.
WAARSCHUWING: ALLEEN BESTEMD VOOR RECREATIEF GEBRUIK. WAARSCHUWING: VERTROUW NOOIT ALLEEN OP DE GPS OF OP DE GEBRUIKSDUUR VAN DE BATTERIJ, GEBRUIK ALTIJD KAARTEN OF ANDER BACK-UPMATERIAAL OM UW VEILIGHEID TE WAARBORGEN. LET OP: STEL HET PRODUCT NOOIT BLOOT AAN ENIG OPLOSMIDDEL. DIT KAN HET OPPERVLAK BESCHADIGEN. LET OP: STEL HET PRODUCT NOOIT BLOOT AAN ENIGE ANTI-INSECTENSPRAY. DIT KAN HET OPPERVLAK BESCHADIGEN.
2 WELKOM nl De Suunto Ambit2 is het GPS-apparaat voor sporters en avonturiers. Het apparaat heeft functies voor rennen, fietsen en zwemmen, en kan alles meten wat u nodig hebt voor outdoorsporten: navigatie, snelheid, hartslag, hoogte en weersomstandigheden. Duizenden Suunto Apps zijn beschikbaar om nieuwe functionaliteit toe te voegen aan uw apparaat. Verpakt in een met glasvezel versterkte behuizing en met een accuradius van 16-50 uur, is de Suunto Ambit2 klaar voor elk avontuur.
3 PICTOGRAMMEN EN SEGMENTEN OP HET SCHERM Zie hoofdstuk 16 Pictogrammen op pagina 127 voor een volledige lijst van de pictogrammen in Suunto Ambit2.
4 KNOPPEN GEBRUIKEN nl Suunto Ambit2 beschikt over vijf knoppen waarmee u alle functies kunt openen.
[View]: ● wisselen tussen weergaven in de modus TIME en tijdens de training ● ingedrukt houden om naar referentieopties voor hoogte te gaan [Back Lap]: ● terugkeren naar de vorige stap ● een ronde toevoegen tijdens de training ● ingedrukt houden om tijdens een multisporttraining over te schakelen naar de volgende sportmodus TIP: U kunt waarden sneller wijzigen door [Start Stop] of [Light Lock] ingedrukt te houden totdat de waarden sneller gaan scrollen. 4.
aanpassen op pagina 112 voor informatie over het instellen van knopvergrendeling. Houd [Light Lock] ingedrukt om de knoppen te vergrendelen of te ontgrendelen. Als de knoppen zijn vergrendeld, wordt weergegeven op het display. TIP: Selecteer Acties voor sportmodi om te voorkomen dat u uw logboek per ongeluk start of stopt.
5 AAN DE SLAG Als eerste stap laadt u de batterij op. Uw Suunto Ambit2 wordt automatisch gestart als u hem op uw computer aansluit met de meegeleverde USB-kabel. U kunt het apparaat ook starten door het op een stopcontact aan te sluiten met de optionele wandoplader van Suunto. Het duurt ongeveer 2-3 uur om een lege batterij volledig op te laden. De eerste keer kan het opladen langer duren. Tijdens het opladen via de USB-kabel zijn de knoppen vergrendeld.
6 UW SUUNTO AMBIT2 AANPASSEN nl 6.1 Verbinding maken met Movescount Movescount.com is uw gratis persoonlijke dagboek en een online sportcommunity die u een uitgebreide reeks hulpmiddelen biedt voor het beheer van uw dagelijkse activiteiten en voor het maken van aantrekkelijke verhalen over uw ervaringen. Met Movescount kunt u uw opgenomen trainingslogs van uw Suunto Ambit2 naar Movescount overbrengen en het apparaat optimaal aan uw behoeften aanpassen.
OPMERKING: Moveslink is compatibel met de pc (Windows XP, Windows Vista, Windows 7) en met de Mac (Intel-CPU met OS X versie 10.6 of hoger). Hoe bij Movescount te registreren: 1. Ga naar www.movescount.com. 2. Maak uw account aan. OPMERKING: De eerste keer dat uw Suunto Ambit2 verbinding maakt met Movescount, worden alle gegevens (inclusief de apparaatinstellingen) overgezet van het apparaat naar uw Movescount-account.
OPMERKING: Als u de software van uw Suunto Ambit2 bijwerkt, worden alle aanwezige logboeken automatisch naar Movescount verplaatst en van het apparaat verwijderd. Hoe de software van uw Suunto Ambit2 bij te werken: 1. Ga naar www.movescount.com/moveslink en installeer de toepassing Moveslink. 2. Sluit uw Suunto Ambit2 aan op uw computer met de USB-kabel van Suunto. Moveslink controleert automatisch of software-updates beschikbaar zijn. Als een update beschikbaar is, wordt het apparaat bijgewerkt.
opnamesnelheid aanpassen om de gebruiksduur van de batterij of de nauwkeurigheid te optimaliseren. U kunt maximaal 10 verschillende aangepaste sportmodi die u in Movescount hebt gemaakt, overbrengen naar uw Suunto Ambit2. Er kan op elk moment slechts één aangepaste sportmodus actief zijn. U kunt het apparaat zo instellen dat automatisch wordt gescrold via uw sportmodusdisplays met behulp van Autoscroll.
nl TIP: Daarnaast kunt u in Movescount de standaardsportmodi bewerken. 6.4 Suunto Apps Met Suunto Apps kunt u uw Suunto Ambit2 nog beter aanpassen aan de eigen wensen. Ga naar de Suunto App Zone in Movescount voor allerlei handige apps zoals timers en tellers. Als u niet vindt wat u zoekt, gebruik dan de Suunto App Designer om uw eigen app te bouwen. U kunt bijvoorbeeld een app maken die het resultaat van uw marathon berekent, of de hellingsgraad van uw skitocht.
Hoe Suunto Apps toe te voegen aan uw Suunto Ambit2: 1. Ga naar de sectie PLAN & CREATE in de Movescount-community en selecteer Apps om de bestaande Suunto Apps te bekijken. Ga naar de sectie PLAN & CREATE in uw profiel en selecteer App Designer om uw eigen app te bouwen. 2. Voeg Suunto App toe aan een sportmodus. Verbind uw Suunto Ambit2 met uw Movescount-account om de Suunto App met het apparaat te syncen. De toegevoegde Suunto App zal tijdens uw training het resultaat van de berekening tonen.
nl TIP: U kunt het scherm van uw Suunto Ambit2 ook inverteren door [View] ingedrukt te houden terwijl u in de TIME-modus of een sportmodus bent, navigeert of de stopwatch en timers gebruikt. 6.6 Schermcontrast aanpassen U kunt het schermcontrast van uw Suunto Ambit2 verhogen of verlagen. Hoe het schermcontrast aan te passen in de instellingen: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om de instellingen onder ALGEMEEN te openen. 3.
4. Scroll met [Light Lock]naar Scherm contrast en open dit met [Next]. 5. Verhoog het contrast met [Start Stop] of verlaag het met [Light Lock]. 6. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
7 TIME-MODUS GEBRUIKEN nl De TIME (TIME)-modus bevat functies om de tijd te meten. In de TIME-modus ziet u de volgende informatie: ● bovenste rij: datum ● middelste rij: tijd ● onderste rij: met [View] schakelen tussen dag van de week, seconden, dubbele tijd (dual time) en batterijniveau. 7.1 Tijdinstellingen wijzigen Om de tijdinstellingen te openen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om ALGEMEEN te openen. 3.
Tijd instellen In het scherm van de modus TIME wordt de huidige tijd op de middelste rij weergegeven. Om de tijd in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Tijd. 2. Wijzig de waarden voor uren en minuten met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
Datum instellen In het scherm van de modus TIME wordt de huidige datum op de bovenste rij weergegeven. Om de datum in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Datum. 2. Wijzig de waarden voor jaar, maand en dag met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
2. Wijzig de waarden voor uren en minuten met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten. Alarm instellen U kunt uw Suunto Ambit2 als wekker gebruiken. Om toegang tot de wekker te krijgen en het alarm in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Alarm. 2. Schakel de wekker in of uit met [Start Stop] of [Light Lock].
nl Als de wekker is ingeschakeld, verschijnt het alarmsymbool op de meeste schermen. Als het alarm afgaat, kunt u: ● Sluimeren selecteren door op [Light Lock] te drukken. Het alarm stopt en gaat na elke 5 minuten opnieuw af totdat u het stopt. U kunt gedurende 1 uur maximaal 12 keer op sluimeren drukken. ● Stop selecteren door op [Start Stop] te drukken. Het alarm stopt en gaat de volgende dag op dezelfde tijd opnieuw af, tenzij u het uitschakelt in de instellingen.
OPMERKING: Tijdens het sluimeren knippert het alarmsymbool in de modus TIME. 7.2 GPS timekeeping gebruiken GPS timekeeping corrigeert het verschil tussen de tijd op uw Suunto Ambit2 en de GPS-tijd. GPS timekeeping corrigeert de tijd automatisch één keer per dag, of nadat u de tijd handmatig hebt aangepast. De dubbele tijd (dual time) wordt ook gecorrigeerd. OPMERKING: GPS timekeeping corrigeert de minuten en de seconden, maar niet de uren.
nl 29
8 NAVIGATIE 8.1 GPS gebruiken Op uw Suunto Ambit2 kunt u met GPS (Global Positioning System) uw huidige positie bepalen. GPS bestaat uit een verzameling satellieten die op 20.000 km hoogte een baan om de aarde afleggen met een snelheid 4 km per seconde. De ingebouwde GPS-ontvanger in Suunto Ambit2 is geoptimaliseerd voor gebruik vanaf de pols en ontvangt gegevens onder een zeer grote hoek. 8.1.
OPMERKING: Als u GPS de eerste keer inschakelt of GPS lange tijd niet hebt gebruikt, kan het langer dan normaal duren om een GPS-fix te verkrijgen. Een volgende keer dat u GPS inschakelt, verkrijgt het apparaat sneller een fix. TIP: U kunt de starttijd van de GPS minimaliseren door het apparaat stabiel en met de GPS omhoog vast te houden in open terrein, waar u onbelemmerd zicht naar boven hebt.
Het positie formaat is de manier waarop de positie van de GPS-ontvanger op het apparaat wordt aangegeven. Alle formaten geven dezelfde locatie aan. Ze doen dat echter op verschillende manieren. Zie hoofdstuk 14 Instellingen aanpassen op pagina 112 voor informatie over het wijzigen van het positie formaat. U kunt de indeling selecteren uit de volgende rasters: ● breedte/lengte is het meest gangbare raster en kent drie formaten: ○ WGS84 Hd.d° ○ WGS84 Hd°m.m' ○ WGS84 Hd°m.
OPMERKING: Sommige rasters kunnen niet worden gebruikt in gebieden ten noorden van 84° noorderbreedte en ten zuiden van 80° zuiderbreedte, of buiten de landen waarvoor ze bedoeld zijn. 8.1.3 GPS-nauwkeurigheid en energiebesparing Wanneer u sportmodi aanpast, kunt u het interval van GPS-peilingen definiëren met behulp van de instelling voor GPS-nauwkeurigheid in Movescount. Hoe korter het interval, des te beter de nauwkeurigheid tijdens de training.
TIP: U kunt uw locatie ook bepalen terwijl u een training opneemt door [Next] ingedrukt te houden om toegang te krijgen tot het optiemenu. 8.3 POI-navigatie 8.3.1 Uw huidige locatie als een point of interest (POI) toevoegen Op uw Suunto Ambit2 kunt u uw huidige locatie opslaan als een POI. U kunt altijd naar een opgeslagen POI navigeren, bijvoorbeeld tijdens uw training. U kunt op het apparaat maximaal 100 POI's opslaan. Houd er rekening mee dat routes ook meetellen voor dit quotum.
hebt met 60 markeringspunten, kunt u daarnaast nog 40 POI's opslaan in het apparaat. U kunt een type (pictogram) en een naam voor een POI selecteren uit een vooraf gedefinieerde lijst, of in Movescount de naam naar eigen wens kiezen. De vooraf gedefinieerde pictogrammen worden vermeld in hoofdstuk 16 Pictogrammen op pagina 127. Hoe uw huidige locatie als POI op te slaan: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar NAVIGATIE en bevestig met [Next]. 3.
TIP: U kunt in Movescount POI's maken door een locatie op een kaart te selecteren of de juiste coördinaten in te voeren. POI's in uw Suunto Ambit2 en in Movescount worden altijd gesynchroniseerd als u het apparaat aansluit op Movescount. 8.3.2 Coördinaten van point of interest (POI) handmatig toevoegen U kunt een andere locatie dan uw huidige locatie opslaan als een POI door de coördinaten handmatig in te voeren. Hoe de coördinaten van een locatie handmatig toe te voegen: 1.
8. Selecteer een geschikte naam voor de locatie. Scroll met [Start Stop] of [Light Lock]door de verschillende opties voor namen van POI's. Selecteer een naam met [Next]. 9. Druk op [Start Stop] om de POI op te slaan. TIP: U kunt sneller door opties in het menu scrollen door [Start Stop] of [Light Lock] ingedrukt te houden totdat de opties sneller gaan scrollen.
nl 39
8.3.3 Navigeren naar een point of interest (POI) In de Suunto Ambit2 is GPS-navigatie ingebouwd. Hiermee kunt u naar een vooraf gedefinieerde bestemming navigeren die u als een POI hebt opgeslagen. OPMERKING: U kunt ook naar een markeringspunt navigeren terwijl u een training opneemt, zie sectie 12.6.7 Navigeren tijdens de training op pagina 90. Hoe naar een POI te navigeren: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar NAVIGATIE en bevestig met [Next]. 3.
● een pijl die in de richting van uw bestemming wijst (indicator om naar links/rechts te gaan) ● uw afstand tot de bestemming ● the naam van de POI waar u naar op weg bent, uw afwijking van de juiste koers in graden (0° is de juiste koers) of als alternatief uw huidige koers in hoofdwindrichting (N, Z, W, O), met verdere onderverdeling (NO, NW, ZO, ZW). 8. Het apparaat geeft u een melding wanneer u de bestemming hebt bereikt.
OPMERKING: Bij navigatie wordt de afwijking van de noordpijl op de ring van het horloge aangegeven bij lagere snelheden (<4 km/u) en de afwijking van de koers bij hogere snelheden (>4 km/h). Als u stilstaat, kunt u het apparaat draaien totdat de 0 aangeeft dat het in de juiste richting wijst. Wanneer op u op de fiets zit, detecteert de Suunto Ambit2 uw richting, ook wanneer het apparaat is gekanteld. 8.3.4 Point of interest (POI) verwijderen Hoe een POI te verwijderen: 1.
OPMERKING: Als u een POI verwijdert in Movescount en daarna uw Suunto Ambit2 synchroniseert, wordt de POI verwijderd van het apparaat, maar wordt het in Movescount alleen uitgeschakeld. 8.4 Route-navigatie 8.4.1 Route toevoegen U kunt een route maken in Movescount, of een route die gemaakt is met een ander apparaat, vanaf uw computer naar Movescount importeren. U kunt ook een route opnemen met uw Suunto Ambit2 en deze naar Movescount uploaden, zie sectie 12.6.1 Tracks opnemen op pagina 83.
8.4.2 Route navigeren U kunt een route navigeren die u van Movescount hebt gedownload naar uw Suunto Ambit2, zie sectie 8.4.1 Route toevoegen op pagina 45. OPMERKING: U kunt ook naar een markeringspunt navigeren terwijl u een training opneemt, zie sectie 12.6.7 Navigeren tijdens de training op pagina 90. Hoe een route te navigeren: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar NAVIGATIE en bevestig met [Next]. 3.
6. Druk op [Next] om Navigatie te selecteren. 7. Als u een markeringspunt in het midden van de route hebt geselecteerd, vraagt de Suunto Ambit2 u om de richting van de navigatie te selecteren. Druk op [Start Stop] om Vooruit te selecteren, of op [Light Lock] om Achteruit te selecteren. Als u het eerste markeringspunt als startpunt hebt geselecteerd, navigeert de Suunto Ambit2 de route vooruit (van het eerste naar het laatste markeringspunt).
nl 49
Hoe een markeringspunt op een route over te slaan: 1. Terwijl u een route navigeert, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Markeringspunt overslaan en selecteer met [Next]. Het apparaat slaat het markeringspunt over en begint direct naar het volgende markeringspunt op de route te navigeren. 8.4.3 Tijdens navigatie Druk tijdens navigatie op [View] om door de volgende weergaven te scrollen: 1.
nl Weergave volledige track De weergave volledige track bevat de volgende informatie: ● (1) pijl die uw locatie aangeeft en wijst in de richting van uw koers. ● (2) het volgende markeringspunt op de route ● (3) het eerste en laatste markeringspunt op de route ● (4) POI's die dicht bij de route liggen. De POI die het dichtst bij de route ligt, wordt als pictogram weergegeven. ● (5) schaal waarop de volledige track wordt getoond OPMERKING: In de weergave volledige track is het noorden altijd omhoog.
Weergave navigatie markeringspunten De weergave navigatie markeringspunten bevat de volgende informatie: ● (1) pijl die in de richting van het volgende markeringspunt wijst (indicator om naar links/rechts te gaan) ● (2) uw afstand tot het volgende markeringspunt ● (3) het volgende markeringspunt waar u naar op weg bent 8.4.4 Route verwijderen U kunt routes verwijderen en uitschakelen in Movescount. Om een route te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga naar www.movescount.
9 MODUS ALTI-BARO GEBRUIKEN nl In de modus ALTI-BARO kunt u de huidige hoogte of luchtdruk bekijken. De modus biedt drie profielen: Automatisch, Barometer en Hoogtemeter. Zie sectie 9.2.1 Profielen instellen op pagina 56 voor informatie over het instellen van de profielen. Afhankelijk van het profiel dat actief is in de modus ALTI-BARO, kunt u toegang krijgen tot verschillende weergaven. De weergaven met tijden voor zonsopgang en zonsondergang zijn beschikbaar wanneer GPS is geactiveerd.
9.1.1 Correcte uitlezingen krijgen Als u bezig bent met een buitenactiviteit waarvoor u de hoogte of de luchtdruk op zeeniveau nodig hebt, moet u eerst uw Suunto Ambit2 ijken door de huidige hoogte of de huidige luchtdruk op zeeniveau in te voeren. U kunt de hoogte van uw locatie vinden op topografische kaarten en bijvoorbeeld op Google Earth. Een referentie voor de luchtdruk op zeeniveau kunt u vinden op de websites van nationale meteorologische diensten.
Wijzigingen in plaatselijke weersomstandigheden beïnvloeden de hoogte-uitlezingen. Als het plaatselijke weer vaak verandert, is het aan te raden om de huidige hoogtereferentiewaarde regelmatig opnieuw in te stellen. U kunt dit het beste doen voordat u uw reis begint, als de referentiewaarden beschikbaar zijn. Zolang het plaatselijke weer stabiel blijft, hoeft u de referentiewaarden niet te wijzigen. 9.1.
Barometer naar het profiel Hoogtemeter. U weet dat uw Suunto Ambit2 u de verkeerde uitlezingen van de huidige hoogte geeft. U wandelt dus naar de dichtstbijzijnde locatie die op uw topografische kaart met een hoogtemeting wordt aangegeven. U corrigeert de referentiewaarde voor hoogte van uw Suunto Ambit2 overeenkomstig en schakelt over van het profiel Barometer naar het profiel Hoogtemeter. Uw hoogte-uitlezingen zijn weer correct. 9.
nl 9.2.2 Referentiewaarden instellen Hoe referentiewaarden voor luchtdruk op zeeniveau of hoogte in te stellen: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll met [Light Lock] naar ALTI-BARO en open dit met [Next]. 3. Scroll met [Light Lock] naar Referentie en voer dit in met [Next]. 4. De volgende instelopties zijn beschikbaar: ● FusedAlti: GPS wordt ingeschakeld en het apparaat begint met het berekenen van de hoogte op basis van FusedAlti. Zie sectie 9.
TIP: U kunt de instelling Referentie openen door [View] ingedrukt te houden in de modus ALTI & BARO (ALTI-BARO). U kunt uw hoogte ook tijdens een training instellen (zie sectie 12.6.4 Hoogte instellen tijdens een training op pagina 87). 9.3 Profiel Hoogtemeter gebruiken Met het profiel Hoogtemeter wordt de hoogte berekend op basis van referentiewaarden. De referentiewaarde kan betrekking hebben op de luchtdruk op zeeniveau of op een bekende hoogtemeting.
actief is, verschijnt het hoogtemeterpictogram op het scherm. Zie sectie 9.2.1 Profielen instellen op pagina 56 voor informatie over het instellen van het profiel.
Wijzigingen in de luchtdruk op zeeniveau worden grafisch op de middelste rij van het display weergegeven. Het display toont de opnames van de afgelopen 27 uur met een opname-interval van 1 uur. Als het profiel Barometer actief is, verschijnt het barometerpictogram op het display. Voor informatie over het instellen van het profiel ALTI & BARO raadpleegt u sectie 9.2.1 Profielen instellen op pagina 56.
OPMERKING: Als u de Suunto Ambit2 op uw pols draagt, moet u het apparaat afnemen om een nauwkeurige temperatuuruitlezing te krijgen. Uw lichaamstemperatuur beïnvloedt de aanvankelijke uitlezing. 9.5 Profiel Automatisch gebruiken Het profiel Automatisch schakelt op grond van uw bewegingen tussen de profielen Hoogtemeter en Barometer.
hoogte-uitlezing blijft gelijk en als het weer verandert, wordt dat aangegeven als wijziging in de luchtdruk op zeeniveau. Indien u hoogte wint of verliest (meer dan 5 meter verticale beweging binnen 3 minuten), gaat Suunto Ambit2 ervan uit dat alle drukveranderingen wijzigingen in hoogte zijn. Afhankelijk van het profiel dat actief is, kunt u met de knop [View] profielweergave Hoogtemeter of Barometer openen.
3. Scroll met [Start Stop] naar FusedAlti en bevestig met [Next]. 4. Zet FusedAlti Uit met [Start Stop] of [Light Lock] en bevestig met [Next]. Wanneer de TIME-modus actief is, kunt u met FusedAlti een nieuwe referentiewaarde zoeken voor barometrische hoogte. Hiermee wordt GPS maximaal 15 minuten geactiveerd. Hoe een nieuwe referentiewaarde voor barometrische hoogte te zoeken met FusedAlti: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2.
GPS wordt ingeschakeld en het apparaat begint met het berekenen van de hoogte op basis van FusedAlti. OPMERKING: Onder goede omstandigheden duurt het 4-12 minuten voordat FusedAlti actief is. Gedurende die tijd toont Suunto Ambit2 de barometrische hoogte en wordt het teken ~ in de hoogte-uitlezing gezet om aan te geven dat de hoogte mogelijk niet correct is.
10 3D-KOMPAS GEBRUIKEN nl Suunto Ambit2 beschikt over een 3D-kompas waarmee u zich ten opzichte van het magnetische noorden kunt oriënteren. Het kompas met kantelcompensatie geeft u nauwkeurige uitlezingen, ook als het niet horizontaal vlak wordt gehouden.
10.1 Kompas kalibreren In de modus COMPASS wordt u gevraagd het kompas te kalibreren voordat u het gaat gebruiken. Als u het kompas al hebt gekalibreerd en het opnieuw wilt kalibreren, kunt u de kalibratieoptie in het optiemenu openen. OPMERKING: U voert twee handelingen uit om het 3D-kompas te kalibreren, te weten horizontaal draaien en verticaal kantelen. Lees de instructies volledig door voordat u het kompas kalibreert. Hoe de kalibratieoptie voor het kompas te openen: 1.
bevestigingsgeluid klinkt. De tekst Niveau knippert op het scherm als het apparaat niet vlak ligt. 2. De kantelkalibratie start automatisch als de horizontale kalibratie is geslaagd. Houd het apparaat 90º gekanteld totdat er een bevestigingsgeluid klinkt en de tekst Kalibratie gelukt verschijnt. Als de kalibratie mislukt, verschijnt de tekst Kalibratie mislukt. Om opnieuw te kalibreren, drukt u op [Start Stop]. 10.
recente declinatiewaarde kunt u op internet vinden (bijvoorbeeld op www.magnetic-declination.com). Oriëntatiekaarten worden echter ten opzichte van het magnetische noorden getekend. Wanneer u dus oriëntatiekaarten gebruikt, moet u de declinatiecorrectie uitschakelen door de declinatiewaarde in te stellen op 0 graden. Hoe de declinatiewaarde in te stellen: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om ALGEMEEN te openen. 3.
nl TIP: U kunt ook de kompasinstellingen openen door [View] ingedrukt te houden in de KOMPASmodus.
11 TIMERS 11.1 Stopwatch activeren en deactiveren Met de stopwatch kunt u de tijd meten zonder een training te starten. Nadat u de stopwatch hebt geactiveerd, wordt het als laatste na de TIME, ALTI & BARO en COMPASS modi getoond. Voor het activeren/deactiveren van de stopwatch: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll naar TIMERS met [Light Lock] en bevestig met [Next]. 3. Druk op [Next] om Stopwatch te selecteren.
11.2 Stopwatch gebruiken nl De stopwatch gebruiken: 1. In het scherm van de geactiveerde stopwatch drukt u op [Start Stop] om de tijdmeting te starten. 2. Druk op [Back Lap] om een ronde te maken, of druk op [Start Stop] om de stopwatch te pauzeren. Druk op [Back Lap] om de rondetijden te bekijken als de stopwatch is gepauzeerd. 3. Druk op [Start Stop] om door te gaan. 4. Om de tijd te resetten, houdt u de knop [Start Stop] ingedrukt als de stopwatch is gepauzeerd.
Terwijl de stopwatch loopt, kunt u het volgende doen: ● drukken op [View] om te schakelen tussen de tijd en de rondetijd die op de onderste rij van het scherm wordt getoond. ● scrollen tussen de modi TIME, ALTI & BARO en COMPASS met [Next]. ● openen van het optiemenu door de knop [Next] ingedrukt te houden. 11.3 Afteltimer U kunt u de afteltimer instellen om van een vooraf ingestelde tijd terug naar nul te tellen.
nl Nadat het aftellen is gestopt, zal het scherm met de afteltimer na twee minuten verdwijnen. Om de timer uit te zetten, gaat u naar TIMERS in het startmenu en selecteert u Aftellen stoppen. TIP: U kunt op elk willekeurig moment het aftellen pauzeren/voortzetten door op de knop [Start Stop] te drukken.
12 SPORTMODI GEBRUIKEN Met de sportmodi kunt u trainingslogboeken opslaan en tijdens de training allerlei informatie bekijken. U opent de sportmodi door op [Start Stop] te drukken in de modus TIME of ALTI & BARO, of in de modus COMPASS nadat u het kompas hebt gekalibreerd. 12.1 Sportmodi U kunt een geschikte sportmodus selecteren uit de voorgedefinieerde sportmodi. Afhankelijk van de sport worden tijdens de training verschillende gegevens weergegeven.
Tijdens de training geven de voorgedefinieerde sportmodi u informatie die nuttig is voor de specifieke sport: ● Fietsen: informatie met betrekking tot snelheid, afstand, cadans (trapsnelheid) en hartslag ● Bergbeklimmen: informatie met betrekking tot hoogte, afstand en snelheid (met elke 60 seconden een GPS-peiling) ● Alpineskiën: informatie met betrekking tot hoogte, afdaling en tijd ● Trekking: informatie met betrekking tot afstand, hoogte, hartslag en stopwatch (met elke 60 seconden een GPS-peiling) ● Tr
○ Selecteer Terug naar start om terug te gaan naar het startpunt van uw training. ○ Selecteer Locatie om de coördinaten van uw huidige locatie te controleren, of deze op te slaan als een POI. ○ Selecteer POIs (Points of interest) om naar een POI te navigeren. ○ Selecteer Routes om een route te navigeren. ○ Selecteer Logboek om een route van een van uw opgeslagen logboeken met GPS-gegevens te navigeren.
nl 12.3 Hartslagband gebruiken Tijdens de training kunt u een hartslagband gebruiken. Als u dat doet, geeft Suunto Ambit2 u meer informatie over uw activiteiten.
Foutoplossing: geen hartslagsignaal Als het hartslagsignaal verloren gaat, probeert u het volgende: ● Controleer of u de band juist draagt (zie sectie 12.4 Hartslagband omdoen op pagina 78). ● Controleer of de gebieden rond de elektroden van de hartslagband vochtig zijn. ● Vervang de batterij van de hartslagband als het probleem zich blijft voordoen. ● Koppel de hartslagband opnieuw aan het apparaat (zie hoofdstuk 15 POD of hartslagband koppelen op pagina 119).
nl WAARSCHUWING: Als u een pacemaker, defibrillator of ander geïmplanteerd elektronisch apparaat hebt, gebruikt u de hartslagband op eigen risico. We raden u aan een inspanningstest uit te voeren onder toezicht van een arts voordat u de hartslagband gaat dragen. Zo kunt u de pacemaker en de hartslagband veilig en betrouwbaar samen gebruiken. Aan trainingen zijn risico's verbonden, in het bijzonder voor personen die een tijd niet actief geweest zijn.
TIP: Was de hartslagband na gebruik regelmatig in de wasmachine om onaangename geuren te vermijden en te zorgen dat de gegevenskwaliteit en functionaliteit op peil blijven. Was alleen de band van textiel. De Suunto Ambit2 ondersteunt ANT+TM compatibele hartslagbandjes en bepaalde fietssensoren met software-update 2.0 (te downloaden van http://www.movescount.com/connect/Moveslink). Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst van compatibele ANT+ producten. 12.
Zodra het hartslag-/GPS-signaal is gevonden, start het apparaat met het weergeven en vastleggen van de hartslag-/GPS-gegevens. 6. Druk op [Start Stop] om te beginnen met het vastleggen van uw training. Om het optiemenu te openen, houdt u [Next] ingedrukt (zie sectie 12.2 Aanvullende opties in sportmodi op pagina 75).
12.6 Tijdens de training nl Suunto Ambit2 geeft aanvullende informatie tijdens uw training. Welke aanvullende informatie u ontvangt, is afhankelijk van de sportmodus die u selecteert. Zie sectie 12.1 Sportmodi op pagina 74. U krijgt ook meer informatie als u tijdens de training een hartslagband en GPS gebruikt. Met de Suunto Ambit2 kunt u zelf bepalen welke informatie u op het scherm wilt zien. Zie hoofdstuk 6 Uw Suunto Ambit2 aanpassen op pagina 15 voor informatie over het aanpassen van de schermen.
12.6.2 Rondes vastleggen Tijdens de training kunt u rondes vastleggen. U kunt dit handmatig doen, of automatisch door het autolap-interval in te stellen in Movescount. Als u automatisch rondes vastlegt, worden deze door Suunto Ambit2 opgenomen op basis van de afstand die u in Movescount hebt opgegeven. Om handmatig rondes vast te leggen, drukt u tijdens de training op [Back Lap].
waarbij er sprake is van hoogteverschillen, kunt u de hoogteverschillen vastleggen en de opgeslagen informatie later bekijken. nl OPMERKING: Standaard wordt de hoogte gemeten met behulp van FusedAlti. Zie sectie 9.6 FusedAltiTM op pagina 62 voor meer informatie. Hoe hoogte vast te leggen: 1. Zorg dat het profiel Hoogtemeter is geactiveerd. 2. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 3. Druk op [Next] om TRAINING te selecteren. 4.
12.6.4 Hoogte instellen tijdens een training nl In de meeste sportmodi kunt u de hoogte handmatig instellen tijdens een training. Hoe uw hoogte in te stellen tijdens een training: 1. Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar HOOGTE en bevestig met [Next]. 3. Stel uw hoogte in met [Start Stop] en [Light Lock]. 4. Accepteer met [Next]. 12.6.
3. Scroll met [Light Lock] naar Compass en bevestig met [Next]. 4. Het kompas wordt als laatste display op de aangepaste sportmodus weergegeven. Om het kompas uit te zetten, gaat u terug naar ACTIVEER in het optiemenu en selecteert u Kompas stoppen. 12.6.6 De intervaltimer gebruiken U kunt in Movescount aan elke aangepaste sportmodus een intervaltimer toevoegen. Selecteer de sportmodus en ga naar Geavanceerde instellingen om de intervaltimer toe te voegen aan een sportmodus.
Ambit2 de volgende keer verbinding maakt met uw Movescount-account, wordt de intervaltimer gesynchroniseerd met uw apparaat. U kunt de volgende informatie opgeven in de intervaltimer: ● intervaltypes (HOOG en LAAG) ● de duur of de afstand voor beide intervaltypes ● het aantal keren dat de intervallen herhaald worden nl OPMERKING: Als u het aantal keren herhalen voor de intervallen niet instelt in Movescount, dan zal de intervaltimer 99 keer herhaald worden. De intervaltimer activeren/deactiveren: 1.
12.6.7 Navigeren tijdens de training U kunt naar een point of interest (POI) of een route navigeren tijdens uw training. Hoe tijdens een training te navigeren: 1. Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Light Lock] naar POI's (Points of interest) of Routes en selecteer dit met [Next].
De navigatiebegeleiding wordt als laatste scherm op de geselecteerde sportmodus weergegeven. nl Om navigatie uit te zetten, gaat u terug naar NAVIGATIE in het optiemenu en selecteert u Navigatie stoppen. 12.6.8 Terug naar start tijdens de training Suunto Ambit2 slaat automatische het startpunt van uw training op als u GPS gebruikt. Tijdens de training, leidt Suunto Ambit2 u terug naar het startpunt (of naar de locatie waar de GPS-peiling is uitgevoerd) met de Terug naar start-functionaliteit.
Hoe tijdens de training terug naar het startpunt te gaan: 1. While you are in a sport mode, keep [Next] pressed to access the options menu. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Terug naar start en selecteer met [Next]. De navigatiebegeleiding wordt als laatste scherm op de geselecteerde sportmodus weergegeven. 12.6.9 Route terug gebruiken Met Route terug kunt u uw route terugvoeren tot een punt in uw training.
Hoe Route terug te gebruiken tijdens training: 1. Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE. te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Route terug en selecteer dit met [Next]. nl U kunt nu terug navigeren langs de weg die u ook tijdens routenavigatie hebt gebruikt. Zie voor meer informatie over routenavigatie sectie 8.4.3 Tijdens navigatie op pagina 50.
OPMERKING: Autopauze is niet beschikbaar in de modus Indoorzwemmen. Hoe autopauze tijdens een training aan of uit te zetten: 1. Terwijl u in een sportmodus bent, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll met [Light Lock] naar ACTIVEER en bevestig met [Next]. 3. Scroll met [Start Stop] naar Autopauze en bevestig met [Next]. 4. Druk op [Start Stop] of [Light Lock] om autopauze Aan/Uit te zetten en accepteer met [Next].
12.7 Logboek bekijken na de training nl U kunt het overzicht van uw training bekijken nadat u bent gestopt met de opname. Hoe de opname te stoppen en de overzichtsinformatie te bekijken: 1. Houd [Start Stop] ingedrukt om de training te stoppen en deze op te slaan. U kunt ook op [Start Stop] drukken om de opname te onderbreken. Als u de opname hebt gepauzeerd, kunt u bevestigen dat u de opname wilt stoppen door [Back Lap] in te drukken of de opname hervatten door [Light Lock] in te drukken.
2. Scroll met [Light Lock] naar LOGBOEK en voer dit in met [Next]. Uw huidige hersteltijd wordt weergegeven. 3. Scroll met [Start Stop] of [Light Lock] naar de trainingslogboeken en selecteer een logboek met [Next]. 4. Scroll door de overzichtsweergaven van het logboek met [Next]. 12.7.1 Indicatie voor resterend geheugen Als meer dan 50% van het apparaatgeheugen niet is gesynchroniseerd, wordt in Suunto Ambit2 een herinnering weergegeven wanneer u het logboek opent.
nl De herinnering wordt niet weergegeven nadat het niet-gesynchroniseerde geheugen vol is en oude logboeken in Suunto Ambit2 worden overschreven. 12.7.2 Overzicht dynamische training: Het overzicht dynamische training presenteert de actieve velden uit uw training in een overzicht. U kunt door de overzichtdetails bladeren met [Next]. De gegevens die in het overzicht worden weergegeven, zijn afhankelijk van de door u gebruikte sportmodus en of u een hartslagband of GPS hebt gebruikt.
12.7.3 Hersteltijd De Suunto Ambit2 laat altijd uw huidige cumulatieve hersteltijd van al uw opgeslagen trainingen zien. De hersteltijd geeft aan hoe lang het duurt voordat u weer volledig bent hersteld van uw inspanningen en weer klaar bent om op volle kracht te trainen. Als uw hersteltijd verlaagt of verhoogt, wordt het apparaat in real-time bijgewerkt. Hoe uw huidige hersteltijd te bekijken: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2.
voren in Movescount een multisportmodus maken en deze downloaden naar uw Suunto Ambit2. U kunt in Movescount een intervaltimer instellen voor elke sportmodus opgenomen in de multisportmodus. De intervaltimer wordt opnieuw gestart als u van sport wisselt. 12.8.1 Handmatig naar een andere sportmodus schakelen tijdens een training Met de Suunto Ambit2 kunt u tijdens een training naar een andere sportmodus overschakelen zonder het vastleggen te hoeven stoppen.
OPMERKING: Suunto Ambit2 creëert een ronde elke keer dat u naar een andere sportmodus overschakelt. OPMERKING: Het vastleggen van de log wordt niet gepauzeerd als u naar een andere sportmodus overschakelt. U kunt op elk willekeurig moment het vastleggen handmatig pauzeren door op [Start Stop] te drukken. 12.8.2 De voorgeconfigureerde multisportmodus gebruiken In Movescount kunt u uw eigen multisportmodus maken en deze downloaden naar uw Suunto Ambit2.
nl 12.9 Zwemmodus U kunt uw Suunto Ambit2 gebruiken om tijdens het zwemmen allerlei gegevens vast te leggen. Het apparaat herkent ook uw zwemslag. U kunt uw trainingen in het binnenbad of buiten vastleggen en naderhand in Movescount analyseren. 12.9.1 Indoorzwemmen Wanneer u de sportmodus voor baanzwemmen gebruikt, berekent Suunto Ambit2 uw zwemsnelheid op basis van de baanlengte. Elke baanlengte maakt een ronde aan die in Movescount als onderdeel van het logboek wordt weergegeven.
Een zwemlog in een zwembad vastleggen: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Druk op [Next] om TRAINING te openen. 3. Scroll met [Light Lock] naar Indoorzwemmen en selecteer dit met [Next]. 4. Selecteer de baanlengte. U kunt de baanlengte selecteren uit de voorgedefinieerde waarden of de optie Ander selecteren en de baanlengte zelf opgeven. Blader door de opties met [Start Stop] en [Light Lock] en accepteer de waarde met [Next]. 5.
12.9.2 Outdoorzwemmen Wanneer u de modus voor outdoorzwemmen gebruikt, berekent de Suunto Ambit2 uw zwemsnelheid met behulp van GPS en krijgt u tijdens het zwemmen realtime gegevens te zien. Een zwemlog voor outdoorzwemmen vastleggen: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Druk op [Next] om TRAINING te openen. 3. Scroll met [Light Lock] naar Outdoorzwemmen en bevestig met [Next]. 4. Het apparaat begint automatisch naar een GPS-signaal te zoeken.
TIP: Druk op [Back Lap] om tijdens het zwemmen handmatig rondes toe te voegen. 12.9.3 Suunto Ambit2 zwemslagen inleren U kunt uw Suunto Ambit2 leren uw zwemslag te herkennen. Nadat u uw Suunto Ambit2 de zwemslagen hebt geleerd, zal het apparaat deze automatisch herkennen als u gaat zwemmen. Hoe zwemslagen in te leren: 1. Terwijl u in de modus Indoorzwemmen bent, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen.
2. Druk op [Next] om ZWEMMEN te selecteren. 3. Druk op [Next] om Inleren zwemslag te selecteren. 4. Scroll door de zwemslagopties met [Start Stop] en [Light Lock]. Selecteer de gewenste zwemslag met [Next]. U kunt de instelling afsluiten en doorgaan met uw training door EINDE te selecteren. De beschikbare zwemslagopties zijn: ● VLINDERSLAG ● RUGSLAG ● SCHOOLSLAG ● VRIJE SLAG 5. Trek een baantje in de geselecteerde zwemslag. 6.
TIP: U kunt op elk moment het inleren van zwemslagen afsluiten door [Next] ingedrukt te houden. Hoe ingeleerde zwemslagen te resetten naar fabrieksinstellingen: 1. Houd in de sportmodus Indoorzwemmen [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om ZWEMMEN te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Geleerde stijlen reset en bevestig met [Next].
12.9.4 Zwemoefeningen Tijdens uw zwemtraining kunt u op elk moment een zwemoefening doen. Als u een oefening doet met een zwemstijl die niet standaard is (u gebruikt bijvoorbeeld alleen uw benen), dan kunt u indien gewenst na afloop de afstand van de oefening aanpassen door handmatig baanlengtes toe te voegen. OPMERKING: U mag de afstand van de oefening pas toevoegen nadat u de oefening hebt gedaan. Hoe een oefening te doen: 1.
TIP: U kunt de oefening pauzeren door op [Start Stop] te drukken.
13 FUSEDSPEED nl TM FusedSpeed is een unieke combinatie van uitlezingen van de GPS en van de polsversnellingssensorwaarmee. Hierdoor kan uw loopsnelheid nauwkeuriger worden gemeten. Het GPS-signaal wordt adaptief gefilterd op basis van de polsversnelling, waardoor de uitlezingen bij stabiele loopsnelheden nauwkeuriger zijn en er sneller wordt gereageerd op snelheidswijzigingen.
OPMERKING: FusedSpeedTM is bedoeld voor hardlopen en vergelijkbare activiteiten. TIP: U krijgt de nauwkeurigste uitlezingen met FusedSpeedTM als u slechts kort naar het apparaat kijkt. Als u het apparaat voor u houdt zonder het te bewegen, wordt de nauwkeurigheid minder.
● multisport ● floorball ● American football In de andere sportmodi worden de normale GPS-snelheidsgegevens gebruikt. Gebruiksvoorbeeld: hardlopen en fietsen met FusedSpeedTM Als u van hardlopen overgaat op fietsen, detecteert FusedSpeedTM dat de polsversnelling geen geldige snelheidsuitlezingen oplevert. Het apparaat deactiveert FusedSpeedTM automatisch en levert voor het fietsen uitsluitend op GPS gebaseerde snelheidsgegevens.
14 INSTELLINGEN AANPASSEN Hoe de instellingen te bekijken en aan te passen: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll door het menu met [Start Stop] en [Light Lock]. 3. Druk op [Next] om een instelling in te voeren. 4. Druk op [Start Stop] of op [Light Lock] om de instellingswaarden aan te passen. 5. Druk op [Back Lap] om terug te keren naar de vorige weergave in de instellingen of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
Formaat/eenheid ● Eenheden: ○ Metrisch ○ Engels ○ Geavanceerd: Hiermee kunt u in Movescount een combinatie van Engelse- en metrische instellingen samenstellen die is aangepast aan uw wensen. ● Positie formaat: ○ WGS84 Hd.d° ○ WGS84 Hd°m.m' ○ WGS84 Hd°m.m' ○ UTM ○ MGRS ○ British (BNG) ○ Finnish (ETRS-TM35FIN) ○ Finnish (KKJ) ○ Irish (IG) ○ Swedish (RT90) ○ Swiss (CH1903) ○ UTM NAD27 Alaska ○ UTM NAD27 Alaska ○ UTM NAD83 ● Tijdformaat: 12 u of 24 u ● Datumformaat: dd.mm.
● Alarm: aan/uit, uren en minuten ● Tijd: uren en minuten ● Datum: jaar, maand, dag Tonen/scherm ● Scherm inverteren: licht en donker van het scherm inverteren ● Knopvergrendeling ○ Time-modus: Knopvergrendeling in TIME-modus. ● Acties: Start- en optiemenu's zijn vergrendeld. ● Knoppen: Alle knoppen zijn vergrendeld. U kunt de achtergrondverlichting activeren in Nacht-modus. ○ Sport-modus: Knopvergrendeling in sportmodi.
○ Uit: De verlichting wordt niet ingeschakeld als u op een van de knoppen drukt of als het alarm afgaat. ○ Nacht: De verlichting wordt enkele seconden ingeschakeld als u op een van de knoppen drukt en als het alarm afgaat. Als u de modus Nacht gebruikt, wordt de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk bekort. ○ Schakelaar: De verlichting wordt ingeschakeld als u op [Light Lock] drukt. Het blijft aan totdat u weer op [Light Lock] drukt.
● HR band: Een hartslagband koppelen. ● Foot POD: Een Foot POD koppelen. ● Cadence POD: Een Cadence POD koppelen. 14.1 Servicemenu Om het servicemenu te openen, houd u [Back Lap] en [Start Stop] tegelijkertijd ingedrukt totdat het servicemenu wordt geopend. Het servicemenu bevat de volgende items: ● INFO: ○ Luchtdruk: toont de huidige absolute luchtdruk en temperatuur. ○ Version: toont de huidige software- en hardwareversie van uw Suunto Ambit2.
OPMERKING: Als u GPS reset, worden de GPS-gegevens, de waarden voor de kompaskalibratie, de grafieken voor alti-baro en de hersteltijd gereset. Uw opgenomen logboeken worden echter niet verwijderd. OPMERKING: De inhoud van het servicemenu kan tijdens updates zonder aankondiging worden gewijzigd. Slaapmodus Om de gebruiksduur van de batterij te verlengen, kunt u uw Suunto Ambit2 in de slaapmodus zetten als u het apparaat enige tijd niet wilt gebruiken.
Om de GPS te resetten, gaat u als volgt te werk: 1. Scroll in het servicemenu naar ACTION met [Light Lock] en open dit met [Next]. 2. Druk op [Light Lock] om te scrollen naar GPS reset en open met [Next]. 3. Druk op [Start Stop] om het resetten van de GPS te bevestigen of druk op [Light Lock] om het resetten te annuleren. 14.2 Taal wijzigen De standaardtaal op uw Suunto Ambit2 is Engels. Om de taal te wijzigen, sluit u het apparaat aan op uw computer en downloadt u extra taalpakketten vanaf Movescount.
15 POD OF HARTSLAGBAND KOPPELEN nl Koppel uw Suunto Ambit2 met optionele Suunto POD's (Bike POD, Power POD, hartslagband, Foot POD of Cadence POD) en ANT+ POD's om tijdens de training aanvullende informatie te ontvangen over snelheid, afstand, vermogen en cadans. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst van compatibele ANT+ producten.
4. Blader met [Start Stop] en [Light Lock] door de accessoireopties Bike POD, Power POD, Hartslagband, Foot POD en Cadence POD. 5. Druk op [Next] om een POD of hartslagband te selecteren en het koppelen te starten. 6. Houd uw Suunto Ambit2 in de buurt van de POD/band (<30 cm) en wacht totdat het apparaat aangeeft dat de POD/band is gekoppeld. Als het koppelen mislukt, drukt u op [Start Stop] om het opnieuw te proberen of op [Light Lock] om terug te keren naar de instellingen voor koppelen.
nl 121
OPMERKING: U kunt met uw Suunto Ambit2 verschillende soorten Power POD's koppelen. Raadpleeg de handleiding van de Power POD voor meer informatie. TIP: U kunt de hartslagband ook activeren door beide elektrodecontactgebieden te bevochtigen en erop te drukken. Foutoplossing: Koppelen van de hartslagband mislukt Als het koppelen van de hartslagband mislukt, probeert u het volgende: ● Controleer of de band is aangesloten op de module.
● Controleer of u de band correct draagt (zie sectie 12.4 Hartslagband omdoen op pagina 78). ● Controleer of de contactgebieden rond de elektroden van de hartslagband vochtig zijn. Raadpleeg de POD-handleiding voor meer informatie over het koppelen van POD's. 15.1 Afstand-POD's kalibreren U kunt een Suunto Foot POD Mini kalibreren met uw Suunto Ambit2 zodat u altijd een zo accuraat mogelijke meting van snelheid en afstand krijgt.
6. Druk op [Back Lap] om het vastleggen te stoppen. Nadat u de training hebt gestopt, slaat u het logboek op door op [Start Stop] te drukken. Als u het logboek niet wilt opslaan, drukt u op [Light Lock]. Scroll met [Next] door de overzichten totdat u bij de afstandsoverzicht bent. Wijzig indien nodig met behulp van [Start Stop] en [Light Lock] de afstand die op het scherm wordt weergegeven in de werkelijk gelopen afstand. Bevestig met [Next]. 7.
2. Stop met fietsen en haal uw voeten van de pedalen. 3. Scroll met [Light Lock] naar POWER POD KALIBREREN en selecteer dit met [Next]. Suunto Ambit2 start de kalibratie van de POD en geeft aan of de kalibratie is geslaagd of mislukt. De onderste rij van het scherm bevat de huidige frequentie die wordt gebruikt voor de power POD. De vorige frequentie wordt tussen haakjes weergegeven. Als uw power POD een functie Auto zero bevat, kunt u deze in-/uitschakelen via uw Suunto Ambit2.
3. Wacht totdat de instelling is voltooid. 4. Herhaal de procedure als de instelling mislukt of de verbinding met de power POD is verbroken U kunt de helling kalibreren voor power POD's die gebruikmaken van CTF (Crank Torque Frequency). Hoe de helling te kalibreren: 1. Druk op [Start Stop] nadat de power POD is gekalibreerd. 2. Stel de juiste waarde in volgens de handleiding van uw power POD met [Light Lock] en accepteer dit met [Next]. 3. Wacht totdat de instelling is voltooid. 4.
16 PICTOGRAMMEN nl In Suunto Ambit2 worden onder meer de volgende pictogrammen gebruikt: barometer ‘altimeter stopwatch instellingen GPS-signaalsterkte koppelen hartslag sportmodus alarm intervaltimer knopvergrendeling batterij huidig scherm knopindicatoren omhoog/verhogen volgende/bevestigen omlaag/verlagen 127
zonsopkomst zonsondergang POI-pictogrammen In Suunto Ambit2 zijn de volgende POI-pictogrammen beschikbaar: gebouw/home auto/parking kamperen/camping voedsel/restaurant/café accommodatie/hostel/hotel water/rivier/meer/kust berg/heuvel/vallei/klif bos kruispunt uitzicht begin einde geocache markeringspunt weg/pad 128
rots nl weide grot 129
17 TERMINOLOGIE Autolap (automatische ronde) Formaat FusedAltiTM FusedSpeedTM Raster 130 Met de functie AUTOLAP kunt u rondes instellen in afstand in plaats van in tijd. De manier waarop de positie van de GPS-ontvanger wordt aangegeven op de polseenheid. De positie wordt meestal aangegeven als breedte/lengte in graden en minuten, met opties voor graden, minuten en seconden of alleen graden of in een van een aantal rasterformaten. FusedAltiTM is een combinatie van GPS en barometrische hoogte.
Hartslaglimieten Rondetijd Navigatie Peak Training Effect Ga naar Movescount om uw bovenste en onderste hartslaglimiet op te geven. Breng de instellingen over naar uw apparaat. De duur van de huidige ronde. Als u aan een nieuwe ronde begint, begint deze duur opnieuw en gaat het apparaat een nieuwe rondetijd meten. Als u tijdens de training een ronde aflegt, dan verschijnt op het scherm een popup-venster waarin het rondenummer (1, 2, enzovoort) wordt aangegeven.
Point of interest (POI) Positie De positiecoördinaten die voor een bepaald punt in het geheugen van uw Suunto Ambit2 zijn opgeslagen. De exacte coördinaten op de kaart van een bepaalde positie. Route Een route bestaat uit een aantal markeringspunten. U kunt een route creëren in Movescount en deze downloaden naar Suunto Ambit2. Tussentijd De tijd vanaf het begin van het logboek tot het huidige punt tijdens een training.
18 ZORG EN ONDERHOUD nl Behandel het apparaat met zorg. Stoot het nergens tegen en laat het niet vallen. Onder normale omstandigheden is onderhoud aan het apparaat niet nodig. Spoel het na gebruik met zoet water en milde zeep. Reinig de behuizing zorgvuldig met een vochtige zachte doek of zeem. Meer informatie over zorg en onderhoud is te vinden in de uitgebreide reeks ondersteuningsbronnen, waaronder veelgestelde vragen en instructievideo's, die beschikbaar zijn op www.suunto.com.
18.1 Waterdichtheid Suunto Ambit2 is waterdicht tot 100 meter/330 feet/10 bar. De meterwaarde staat voor een werkelijke duikdiepte en is getest in water onder druk gebruikt bij de Suunto-test op waterdichtheid. Dit houdt in dat u het apparaat kunt gebruiken tijdens zwemmen en snorkelen. Het apparaat mag echter niet worden gebruikt voor duiken in welke vorm dan ook. OPMERKING: Waterdichtheid is niet hetzelfde als functionele werkingsdiepte.
van 15 tot meer dan 50 uur. Als u alleen de elementaire functies van het apparaat gebruikt, kunt u het wel 30 dagen gebruiken zonder opladen. Zie voor meer informatie over de gebruiksduur van de batterij hoofdstuk 19 Technische specificaties op pagina 137. OPMERKING: Bij lage temperaturen raakt de batterij sneller leeg. OPMERKING: De capaciteit van een oplaadbare batterij wordt in de loop van tijd minder.
U laadt de batterij op door deze op uw computer aan te sluiten met de USB-kabel van Suunto of met de wandoplader van Suunto. Deze is compatibel met USB. Het duurt ongeveer 2-3 uur om een lege batterij volledig op te laden. TIP: Ga naar Movescount als u de frequentie van GPS-peilingen en van opnamen van een sportmodus wilt verlagen om de gebruiksduur van de batterij te verlengen. 18.
19 TECHNISCHE SPECIFICATIES nl Algemeen ● ● ● ● ● ● ● ● ● bedrijfstemperatuur: -20°C tot 60°C / -5°F tot 140°F temperatuur bij opladen batterij: 0°C tot 35°C / 32°F to 95°F opslagtemperatuur: -30°C tot 60°C / -22°F tot 140°F gewicht: 82 g (silver), 89 g (black), 92 g (sapphire) waterdichtheid (apparaat): 100 m / 328 ft / 10 bar waterdichtheid (hartslagband): 20 m / 66 ft (ISO 2281) lens: mineraalglas (kristal) (saffierglas in Sapphire-modellen) stroom: oplaadbare lithium-ion-batterij Levensduur batterij:
Barometer ● displaybereik: 950-1060 hPa / 28,34-31,30 inHg ● nauwkeurigheid: 1 hPa / 0,01 inHg Altimeter ● displaybereik: -500 tot 9000 m / -1500 tot 29.500 ft ● nauwkeurigheid: 1 m / 3 ft Thermometer ● displaybereik: -20°C tot 60°C / -4°F tot 140°F ● nauwkeurigheid: 1° C / 1° F Stopwatch ● nauwkeurigheid: 1 seconde tot 9:59:59, daarna 1 minuut Kompas ● nauwkeurigheid: 1 graad / 18 streken GPS ● technologie: SiRF star IV ● nauwkeurigheid: 1 m / 3 ft 19.
19.2 CE nl Suunto Oy verklaart hierbij dat deze polscomputer voldoet aan de wezenlijke vereisten en overige relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EC. 19.3 Copyright Copyright © Suunto Oy 2013. Alle rechten voorbehouden. Suunto, de productnamen van Suunto, de bijbehorende logo's en andere Suunto-merknamen zijn geregistreerde of niet-geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy.
USD 667,127, (Hartslagband: US 7,526,840, US 11/808,391, US 13/071,624, US 61/443,731). Extra octrooiaanvragen zijn ingediend. 19.
Uitsluitingen en beperkingen Door deze beperkte garantie wordt niet gedekt: 1. a) normale slijtage, b) defecten die veroorzaakt zijn door ruwe behandeling of c) defecten of schade die veroorzaakt is door verkeerd gebruik in strijd met bedoeld of aanbevolen gebruik; 2. handleidingen of items van derden; 3.
vraag stellen aan het Suunto Contact Center. U kunt ook contact met het Suunto Contact Center opnemen op het telefoonnummer dat op de laatste pagina van dit document wordt vermeld. De deskundige medewerkers van de klantenondersteuning van Suunto helpen u en lossen het probleem met uw product tijdens het telefoongesprek op, indien nodig.
Index A aangepaste sportmodi, 17 aanpassen, 15 aanpassen schermcontrast, 21 alarm, 26 Alti & Baro, modus, 53 Automatisch, profiel, 61 onjuiste uitlezingen, 55 profiel Barometer, 59 profiel Hoogtemeter, 58 referentiewaarde, 57 Alti & Baro modus correcte uitlezingen, 54 hoogte opnemen, 84 profielen, 56 referentiewaarde, 56 Alti-baro, modus, 53 autopauze, 93 autoscroll, 18 B batterij HS-band, 136 opladen, 134 batterij opladen, 14 D dual time, 25 F foutoplossing hartslagsignaal, 78 FusedAlti, 57 hoogte mete
koppelen, 119 helling, 124 hersteltijd, 98 hoogte hoogte handmatig instellen, 87 opnemen, 84 hoogte, referentiewaarde, 57 hoogte meten FusedAlti, 62 hoogte opnemen, 84 I indicatie voor resterend geheugen, 96 instellingen, 112 alarm, 26 datum, 25 dual time, 25 GPS timekeeping, 28 tijd, 23–24 intervaltimer, 88 inverteren scherm, 20 K kalibreren Foot POD Mini, 123 kompas, 66 Suunto Bike POD, 123 144 knoppen, 11 knopvergrendeling, 12 kompas, 65 declinatiewaarde, 67 kalibreren, 66 tijdens de training, 87 kopp
navigeren foutoplossing, 31 point of interest (POI), 40 route, 46 terug naar start, 91 tijdens de training, 90 rondes, 84 route navigeren, 46 toevoegen, 45 verwijderen, 52 Route terug, 92 O S onderhoud, 133 overzicht dynamische training, 97 schermcontrast, 21 servicemenu, 116 slaapmodus, 117 software bijwerken, 16 sportmodi, 17, 74 aanvullende opties, 75 sportmodus na de training, 95, 97 starten met de training, 80 tijdens de training, 83 starten met de training, 80 stopwatch, 71 activeren, 70 deactive
Suunto Foot POD, 123 T taal, 118 terug naar start, 91 tijdens de training, 83 kompas, 87 navigeren, 90 tijdinstellingen, 23 GPS timekeeping, 28 Time-modus, 23 timers stopwatch, 71 tracks opnemen, 83 V verlichting, 12 Z zonsopgang en zonsondergang, 53 zwemmen, 101 indoorzwemmen, 101 oefeningen, 107 outdoorzwemmen, 103 zwemslagen inleren, 104 146
SUUNTO CUSTOMER SUPPORT 1. www.suunto.com/support www.suunto.com/mysuunto 2. support@suunto.com 3.