COBRA HANDLEIDING www.suunto.
BESCHRIJVING VAN DE WAARSCHUWINGEN In deze handleiding worden belangrijke situaties of handelingen in een gearceerd kader geplaatst. Er zijn drie waarschuwingen gebruikt, gerangschikt naar belang. WAARSCHUWING PAS OP LET OP hiermee wordt een situatie of handeling aangeduid die kan leiden tot verwondingen en de dood. hiermee wordt een situatie of handeling aangeduid die kan leiden tot schade aan het product. wordt gebruikt om belangrijke informatie aan te duiden.
WAARSCHUWINGEN SUUNTO Oyj verwerpt alle aansprakelijkheid van derden voor verlies of schade als gevolg van het gebruik van dit product. Door continue ontwikkeling kunnen de eigenschappen en productspecificaties van de Cobra zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd. WAARSCHUWING! LEES DEZE HANDLEIDING! Lees deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel door, inclusief hoofdstuk 1.1, “Voor uw veiligheid”. Zorg ervoor dat u het gebruik, de displays en de beperkingen van de Cobra begrijpt.
WAARSCHUWING! SUUNTO RAADT U STERK AAN OM UW MAXIMUM DIEPTE TE BEPERKEN TOT 40 M [130 FT] OF TOT DE MAXIMUM DIEPTE DIE BEREKEND IS AAN DE HAND VAN HET GEBRUIKTE O2% EN DE MAXIMALE PO2 VAN 1.4 BAR. WAARSCHUWING! DUIKEN WAARBIJ DECOMPRESSIESTOPS NOODZAKELIJK ZIJN, WORDEN STERK AFGERADEN. WANNEER DE COMPUTER AANGEEFT DAT EEN DECOMPRESSIESTOP GEMAAKT MOET WORDEN DIENT U UW OPSTIJGING TE BEGINNEN EN DE DECOMPRESSIESTOP TE MAKEN. Let op de naar boven wijzende pijl op het display.
WAARSCHUWING! EEN COBRA MAG NIET GELEEND OF UITGELEEND WORDEN ZOLANG DEZE IN WERKING IS EN DE DESATURATIETIJD NIET NUL IS! Een duikcomputer mag nooit door meerdere duikers tegelijk gebruikt worden!De informatie die de computer berekent zal niet van toepassing zijn op de gebruiker, als deze de computer niet tijdens de gehele duik of serie herhalingsduiken heeft gedragen! De duikprofielen die een computer gebruikt voor zijn berekeningen moeten exact overeenkomen met de profielen die de duiker heeft gevolgd.
WAARSCHUWING! ACTIVEER ALTIJD DE CORRECTE HOOGTE-INSTELLING! Verzuimen de juiste hoogte-instelling te selecteren wanneer u duikt op hoogten boven 300 m, zal ertoe leiden dat de computer incorrecte berekeningen uitvoert, met een vergroot risico op decompressieziekte als gevolg. DEZE COMPUTER IS NIET GESCHIKT VOOR HET MAKEN VAN DUIKEN BOVEN 3000 M (10’000 FT) BOVEN ZEENIVEAU. Duiken op grotere hoogten zal het risico van decompressieziekte sterk vergroten.
INHOUDSOPGAVE WAARSCHUWINGEN................................................................... 1 1. INTRODUCTIE .......................................................................... 8 1.1. VOOR UW VEILIGHEID ......................................................................... 9 1.1.1. Noodopstijgingen ..................................................................... 9 1.1.2. Beperkingen van Duikcomputers ........................................... 10 1.1.3. Verrijkte Lucht en Duikveligheid .
4. MENUFUNCTIES .................................................................... 40 4.1. GEHEUGENFUNCTIES EN GEGEVENSOVERDRACHT [1 MEMORY] .. 42 4.1.1. Logboek en Duikprofielgeheugen [1 LOGBOOK] ................ 42 4.1.2. Duikhistoriegeheugen [2 HISTORY] ..................................... 45 4.1.3. Gegevensoverdracht en PC-Interface [3 TR-PC] ................... 45 4.2. SIMULATIESTAND [2 SIMUL] ........................................................... 47 4.2.1. Duiksimulator [1 SIMDIVE] ..........
1. INTRODUCTIE Gefeliciteerd met de aanschaf van de SUUNTO COBRA duikcomputer. De Cobra is volgens de Suunto traditie ontworpen, met veel functies en mogelijkheden in één geavanceerd instrument. De Cobra is voorzien van veel nieuwe functies die u in geen enkele andere luchtgeïntegreerde duikcomputer vindt. Alle functies van de computer zijn eenvoudig met drukknoppen te bedienen. Het display is geoptimaliseerd voor iedere duikmodus.
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT Gebruik deze computer niet voordat u deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel heeft doorgelezen, inclusief alle waarschuwingen. Zorg ervoor dat u de mogelijkheden, de bediening, het gebruik en de beperkingen van de Suunto Cobra begrijpt. Als u vragen heeft over deze handleiding of de computer zelf, dient u zich te richten tot uw Suunto Dealer voordat u met de computer duikt.
1.1.2. BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS Hoewel deze duikcomputer gebaseerd is op de meest recente onderzoeken naar decompressieprocedures en gebouwd is volgens de laatste technologische ontwikkelingen, kan een duikcomputer geen metingen doen van de fysiologische processen in het lichaam van een duiker. Alle decompressieprocedures die tot op heden ontwikkeld zijn, zijn gebaseerd op theoretische wiskundige modellen die bedoeld zijn als richtlijn om de risico’s van decompressieziekte te beperken. 1.1.3.
2. BEKEND RAKEN MET DE COBRA 2.1. FUNCTIES U kunt de computer gebruiken als perslucht-duikcomputer, Nitrox-duikcomputer en dieptemeter/divetimer/manometer. De multifunctionele Cobra duikcomputer heeft drie duikcomputer-modellen (AIR, NITROX, GAUGE), drie bedieningsmodi (TIME/STAND-BY, SURFACE, DIVING), drie menugestuurde hoofdfuncties (MEMORY, SIMULATION, SET) en 16 – 18 menugestuurde subfuncties (zie de gelamineerde Quick Reference Guide).
2.3. DRUKKNOPPEN De duikcomputer is uitgerust met handige drukknoppen en een informatiedisplay dat de gebruiker helpt om de juiste functies te vinden. De SMART (MODE) knop is de sleutel tot het hele systeem. De twee scroll-knoppen (‘blader’-knoppen) worden gebruikt om door de verschillende menu’s heen te bladeren en eventuele alternatieve displays te tonen. De duikcomputer wordt met behulp van deze drie drukknoppen als volgt bediend (zie Fig. 2.2).
2.4. WATERCONTACTEN De watercontacten zorgen voor het automatisch activeren van de Dive Mode (de duikmodus of duikstand). De watercontacten bevinden zich achter op het instrument (Fig. 2.3). Wanneer de computer ondergedompeld wordt in water, zullen deze verbonden worden met de drukknoppen (de andere pool van het watercontact) doordat het water elektriciteit geleidt. U ziet nu de tekst AC (Active Contacts, Fig. 2.4) op het display.
3. DUIKEN MET DE COBRA DIVE m ft NO O2%SURF CEILING S L O AVGPO2 MAX W STOP ASC TIME QUIT OK SELECT AIR TIME OLF C B T °F °C bar NO DEC TIME psi OPTIONS DIVE TIME Fig. 3.1 Startup I. Alle segmenten zijn zichtbaar. a) OK In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de bediening van de computer en het aflezen van het display. U zal zien dat de computer eenvoudig te gebruiken en af te lezen is.
• • • de computer de juiste temperatuur en diepte laat zien (0.0 meter aan de opp.) de pieper functioneert. u genoeg lucht heeft voor de te maken duik. Vergelijk de flesdruk op de Cobra met die op uw back-up manometer. Als de computer in de Nitrox modus staat controleert u tevens of: • het zuurstofpercentage ingesteld is op het percentage dat u heeft gemeten in uw fles • de maximale partiële zuurstofdruk op de gewenste waarde is ingesteld. De duikcomputer is nu klaar voor gebruik. 3.1.2.
Een lage omgevingstemperatuur of oxidatie van de batterij kan het batterijvoltage beïnvloeden. Als de computer lang niet gebruikt is of als de omgevingstemperatuur laag is, kan de waarschuwing voor te lage batterijspanning weergegeven worden ook al is de spanning bij hogere temperaturen afdoende. Herhaal in deze gevallen de spanningsmeting een aantal keer. m bar DIVE TIME °C TIME Fig 3.3. Startup III. Surface mode. Diepte en duiktijd zijn 0 en de flesdruk is 300 bar [4350 psi].
Het kiezen van een persoonlijke- of hoogte-instelling heeft als gevolg dat de geen-decompressielimieten (nultijden) korter worden. De geen-decompressielimieten van deze verschillende instellingen kunt u aflezen in tabel 6.1 en 6.2 van hoofdstuk 6.1. “Werkingsprincipes”.
3.2. VEILIGHEIDSSTOPS Veiligheidsstops zijn algemeen geaccepteerd als een ‘goede gewoonte’ en zijn een onderdeel geworden van veel duiktabellen. De redenen om een veiligheidsstop te maken zijn o.a. het verminderen van subclinische decompressieziekte, het verminderen van de vorming van microbelletjes, een betere controle over de opstijging en een gelegenheid om je te oriënteren alvorens de opstijging af te maken.
In de Verplichte Veiligheidsstop is altijd een Aanbevolen Veiligheidsstop van 3 minuten opgenomen. De totale duur van de Verplichte Veiligheidsstop hangt af van de ernst van de overschrijding van de maximale stijgsnelheid. U mag onder geen beding boven de 3 meter diepte opstijgen zolang de Verplichte Veiligheidsstop nog niet afgerond is. Als u het plafond van 3 meter diepte doorbreekt, verschijnt er een naar beneden wijzende pijl en hoort u een doorlopend piepsignaal (Fig. 3.15).
3.3. DUIKEN MET PERSLUCHT m 3.3.1. STANDAARD DUIKINFORMATIE MAX De duikcomputer zal op een diepte van minder dan 1.2 m in de Surface Mode blijven. Pas op een diepte van meer dan 1.2 m zal de duikmodus geactiveerd worden (Fig. 3.7). NO DEC TIME C B T bar DIVE TIME Fig. 3.7. Het begin van een duik. De eerste berekening van uw resterende luchttijd ziet u na 30 tot 60 seconden. Alle informatie op het display is logisch ingedeeld en voorzien van de relevante eenheden of een label (Fig. 3.7 en 3.8).
Alternatieve displays, op te roepen door op de TIME knop te drukken, zijn rechtsonder op het display te vinden (Fig. 3.9): m MAX • • De huidige tijd, aangegeven met TIME De watertemperatuur gevolgd door °C [of °F voor graden Fahrenheit]. LET OP! In de duikmodus zal het tijd/temperatuursdisplay na 5 seconden automatisch terugspringen naar het duiktijd/flesdrukdisplay. 3.3.2. AANDACHTSPUNTEN Het is mogelijk om tijdens de duik speciale annotaties te maken in het duikprofiel.
De resterende luchttijd wordt berekend op basis van een reserve-flesdruk van minimaal 35 bar [500 psi]. Dat betekent dat wanneer de Cobra een resterende luchttijd weergeeft van 0 minuten, er nog minimaal 35 bar in uw fles zit, afhankelijk van uw luchtverbruik. Bij een hoog luchtverbruik zal de reservedruk dichter bij 50 bar [750 psi] liggen, bij een laag verbruik dichter bij 35 bar [500 psi].
3.3.4. VERBRUIKTE BODEMTIJD (CBT) Uw resterende geen-decompressietijd wordt ook grafisch weergegeven als een staafgrafiek, links op het display (Fig. 3.7, 3.8, 3.9). Wanneer uw geendecompressielimiet afneemt tot minder dan 200 minuten zal het eerste segment van de grafiek (onderaan) verschijnen. Naar mate uw lichaam meer stikstof absorbeert, zullen meer segmenten zichtbaar worden.
Wanneer de maximale stijgsnelheid overschreden wordt, verschijnt het vijfde segment met daarin het woord SLOW, waarop de huidige diepte begint te knipperen. De overtreding kan een langdurige overschrijding van 10 m/min zijn, of een kortstondige overschrijding van de maximum snelheid van 12 m/min. Wanneer de SLOW waarschuwing verschijnt en u het STOP-symbool ziet (Fig. 3.13) moet u direct uw opstijging afremmen.
De tijd onder ASC TIME (ascent time; opstijgtijd) is de minimale tijd die nodig is om de oppervlakte te bereiken.
m CEILING ASC TIME AIR TIME C B T bar DIVE TIME Fig. 3.16. Decompressieduik, beneden de ondergrens. De pijl, het ASC TIME-symbooltje en de piepsignalen geven aan dat u moet opstijgen. De minimaal benodigde opstijgtijd is 7 minuten inclusief deco- en veiligheidsstops. Het plafond ligt op 3 m. m CEILING De ondergrens en de diepte van het decompressieplafond hangen af van het gevolgde duikprofiel.
DISPLAY BOVEN DE ONDERGRENS Wanneer u zich naar een diepte begeeft, waarop decompressie plaats kan vinden stopt het ASC TIMEsymbool met knipperen. Decompressie in dit gebied is erg traag, daarom moet u uw opstijging vervolgen (Fig. 3.17). DISPLAY BINNEN DE OPTIMALE DECOMPRESSIEZONE Wanneer u zich binnen de decompressiezone bevindt zullen op het display twee naar elkaar wijzende pijlen te zien zijn (Het “zandlopertje”, Fig. 3.18). Stijg niet op tot boven deze decompressiezone.
3.4. DUIKEN MET VERRIJKTE LUCHT m PO2 3.4.1. VOOR DE DUIK O2% Deze computer kan zowel met perslucht (Air modus) gebruikt worden, als met verrijkte lucht (Nitrox modus). OLF Fig. 3.21. Nitrox display. De maximum diepte op basis van een O2% van 21% en een PO2 van 1.4 bar is 54.1 m [177 ft]. m MAX O2% Als de computer in de Nitrox modus staat, moet het correcte percentage zuurstof ingegeven worden om er voor te zorgen dat alle stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen correct uitgevoerd worden.
3.4.2. ZUURSTOFDISPLAYS Als de computer in de Nitrox modus staat, zal de Cobra alle informatie gerelateerd aan het duiken met verrijkte lucht tonen bij het inschakelen en het activeren van de duikplanner. Op het NITROX-display is het volgende te zien (Fig. 3.
3.4.3. OXYGEN LIMIT FRACTION (OLF) m MAX O2% NO DEC TIME C B T °C TIME Fig. 3.25. Alternatief display. Als u op de TIME knop drukt ziet u de huidige tijd, maximum diepte, temperatuur, CBT en O2% (als de luchttijd korter is dan 30 min.). m MAX AIR TIME NO DEC TIME OLF bar DIVE TIME Fig. 3.26. De OTU waarde is groter dan de CNS waarde. Het onderste segment begint te knipperen en er klinkt een piepsignaal.
3.5. DUIKEN IN DE GAUGE MODUS In de Gauge modus kan de computer gebruikt worden voor het duiken met trimix of een ander exotisch gasmengsel. Als u opgeleid bent voor technisch duiken en u bent van plan om dit soort duiken te gaan maken, raadt Suunto u aan om de Cobra permanent in de Gauge modus te laten staan (zie hoofdstuk 4.3. “Instellingen Wijzigen). Als de computer in de Gauge modus staat ziet u na het activeren de tekst “GAUGE” op het display (Fig. 3.4). m MAX AIR TIME bar DIVE TIME Fig. 3.27.
3.6. AAN DE OPPERVLAKTE m MAX NO bar DIVE TIME Fig. 3.28. Het display aan de oppervlakte. U bent boven gekomen na een duik van 18 min. op 20.0 m [66 ft]. De huidige diepte is 0.0 m. Het vliegtuigsymbool wil zeggen dat er een vliegverbod geldt en het attentiesymbool houdt in dat u aangeraden wordt om uw oppervlakte-interval te verlengen. 3.6.1. OPPERVLAKTE-INTERVAL Na een opstijging naar een diepte van minder dan 1.2 m, zal het duikdisplay vervangen worden door het oppervlaktedisplay.
Als de computer in de Nitrox modus staat krijgt u tevens de volgende informatie te zien: • • het zuurstofpercentage van het gasmengsel waarmee u gedoken heeft, naast O2% links op het display uw huidige niveau van blootstelling aan zuurstof in procenten van het maximaal toelaatbare, links op het display in plaats van de CBT. 3.6.2. DUIKNUMMERING Verschillende herhalingsduiken behoren tot dezelfde serie als de desaturatietijd tussen de duiken door niet de 0 minuten bereikt.
3.6.3. VLIEGEN NA HET DUIKEN De resterende tijd van het vliegverbod na de duik wordt aan de oppervlakte weergegeven in het midden van het display, naast het vliegtuigsymbool. Vliegen of reizen naar gebieden op grotere hoogte moet binnen deze periode vermeden worden. LET OP! Het vliegtuigsymbooltje is in de stand-by stand van de computer niet zichtbaar.
3.7. HOORBARE EN ZICHTBARE WAARSCHUWINGEN De duikcomputer is uitgerust met een aantal hoorbare en zichtbare alarmsignalen om de aandacht van de gebruiker te vestigen op het naderen of overschrijden van belangrijke limieten. Een korte, enkele piep is te horen als: • de duikcomputer geactiveerd wordt. • de duikcomputer automatisch terugkeert naar het tijdsdisplay. Drie dubbele piepsignalen zijn te horen wanneer: • de flesdruk 50 bar [725 psi] bereikt. De flesdrukweergave begint nu te knipperen (Fig. 3.
Voordat u een duik gaat maken kunt u een aantal alarmsignalen instellen. U kunt een signaal programmeren op een bepaalde tijd en u kunt tevens gewaarschuwd worden voor het overschrijden van een maximum duiktijd en diepte.
WAARSCHUWING! WANNEER DE OLF-GRAFIEK AANGEEFT DAT HET MAXIMUM IS BEREIKT MOET U ONMIDDELLIJK OPSTIJGEN TOTDAT DE WAARSCHUWING STOPT MET KNIPPEREN! Als u in een situatie als deze niet direct actie onderneemt zal het risico van zuurstofvergiftiging sterk toenemen met ernstig lichamelijk letsel of de dood als gevolg. 3.8. BERGMEERDUIKEN EN PERSOONLIJKE INSTELLINGEN De duikcomputer kan ingesteld worden op verschillende bergmeerprogramma’s en niveaus van conservativiteit van het decompressiemodel. 3.8.1.
3.8.2. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN Er zijn een aantal ongunstige persoonlijke factoren waar duikers rekening mee kunnen houden door een extra veiligheid in het berekeningsmodel in te bouwen. De factoren die het risico van decompressieziekte vergroten variëren van dag tot dag en tussen duikers onderling. De drie persoonlijke instellingen staan tot uw beschikking als het wenselijk is om uw duikberekeningen conservatiever te maken.
3.9. FOUTMELDINGEN De Cobra waarschuwt de duiker in situaties die, als de duiker niet correct reageert, kunnen leiden tot een vergroot risico op decompressieziekte. Als de duiker deze waarschuwingen echter negeert zal de Cobra in een Error mode terechtkomen, wat aangeeft dat de duiker een ernstige overtreding heeft begaan waardoor hij een groot risico op decompressieziekte loopt.
4. MENUFUNCTIES QUIT Om sneller bekend te raken met het grote aantal functies van de Cobra, kunt u het beste de Quick Reference Guide binnen handbereik houden tijdens het doorlezen van hoofdstuk. De belangrijkste menufuncties zijn 1) de geheugenfuncties, 2) de duiksimulator en 3) de instellingsfuncties OPTIONS Fig. 4.1. Hoofdmenufuncties. [3 MODE]. HET GEBRUIK VAN DE MENUFUNCTIES 1. Activeer de menufuncties door één maal op de SMART (MODE) knop te drukken wanneer de computer in de duikmodus staat (Fig.
FUNCTIES VERLATEN (EXIT) Door de SMART knop langer dan 1 seconde in te drukken kunt u iedere menufunctie verlaten en direct terugkeren naar de duikmodus. SELECT DE LIJST VAN MENUFUNCTIES 1. GEHEUGENFUNCTIES EN OVERDRACHT [1 MEMORY] GEGEVENS– 1. Logboek en Duikprofielgeheugen [1 LOGBOOK] Fig. 4.4. Instellingen wijzigen. [3 SET]. 2. Duikhistoriegeheugen [2 HISTORY] 3. Gegevensoverdracht en PC-Interface [3 TR-PC] 2. SIMULATIESTAND [2 SIMUL] 1. Duiksimulator [1 SIMDIVE] 2. Duikplanner [2 SIMPLAN] 3.
page 1 DIVE 4.1. GEHEUGENFUNCTIES EN GEGEVENSOVERDRACHT [1 MEMORY] De geheugenfuncties (Fig. 4.5) van deze computer bestaan uit het gecombineerde logboek- en duikprofielgeheugen (Fig. 4.6 - 4.12), het duikhistoriegeheugen (Fig. 4.13 - 4.14) en de gegevensoverdrachtfunctie (Fig. 4.15). SELECT TIME Fig. 4.7. Logboek, display I. Scroll door de verschillende logboekschermen van een bepaalde duik. In het logboek wordt bij iedere duik ook de tijd en datum van te water gaan opgeslagen.
Tussen de oudste en de meest recente duik in ziet u de tekst “END” (Fig. 4.12.). DIVE Let erop dat de chronologische volgorde in het logboek bepaald wordt door de startdatum en niet door het duiknummer. QUIT Op de vier logboekdisplays ziet u de volgende informatie: DIVE TIME page 4 Pagina I, hoofddisplay (Fig. 4.7.) • duiknummer in de duikserie • tijd en datum waarop de duik is begonnen. Fig. 4.10. Logboek, pag. IV. Het duikprofiel van de geselecteerde duik. Pagina II (Fig. 4.8.
Pagina III (Fig. 4.9.) • • duiknummer in de duikserie gemiddelde diepte • • oppervlakte-interval tussen deze duik en de vorige luchtverbruik uitgedrukt als het verschil tussen begin- en einddruk; ∆ P. Pagina IV (Fig. 4.10.
4.1.2. DUIKHISTORIEGEHEUGEN [2 HISTORY] De duikhistorie is een samenvatting van alle duiken die ooit door de computer opgeslagen zijn. Om de duikhistoriefunctie te activeren kiest u achtereenvolgens MODE - 1 MEMORY - 2 HISTORY (Fig. 4.13). SELECT De volgende informatie is nu op het display te zien (Fig. 4.14): • • de grootste diepte die ooit bereikt is het totaal aantal duikuren Fig. 4.13. Duikhistoriefunctie [2 HISTORY]. • het totaal aantal duiken.
De volgende informatie wordt naar de PC gezonden: • • het duikprofiel van de duik de duiktijd • • de oppervlakte-interval tussen de duiken het duiknummer • • hoogte- en persoonlijke instellingen ingestelde zuurstofpercentages en de max. OLF (in de Nitrox modus) • • weefselverzadigingswaarden de temperatuur op de max.
4.2. SIMULATIESTAND [2 SIMUL] De duiksimulator kan gebruikt worden om bekend te raken met de verschillende mogelijkheden en displays van de Cobra, voordat u ermee gaat duiken. Deze functie is ook uitermate geschikt voor het gedetailleerd plannen van duiken, voor het geven van demonstraties en voor lesdoeleinden. QUIT OPTIONS De duikcomputer heeft twee simulatiemodi (Fig. 4.16): • • De DUIKSIMULATOR (Fig. 4.17.) De DUIKPLANNER (Fig. 4.19.). Fig. 4.16. Duiksimulatie-opties [2 SIMUL].
4.2.2. DUIKPLANNER [2 SIMPLAN] SELECT Fig. 4.19. De duikplanner. [2 SIMPLAN]. De duikplanner kunt u gebruiken om de huidige geendecompressielimieten (nultijden) voor verschillende diepten te bekijken. In deze stand kunt u naar wens een oppervlakte-interval invoeren waarmee de computer rekening houdt bij zijn berekeningen. Tevens kunt u hiermee de gewenste oppervlakte-interval instellen voor de simulaties. Verleng de huidige oppervlakte-interval met de TIME en PLAN knoppen.
4.3. INSTELLINGEN WIJZIGEN [3 SET] De verschillende functies waarmee instellingen gewijzigd kunnen worden (Fig. 4.22), zijn verdeeld in drie subfuncties. Met deze subfuncties kunt u duikgerelateerde, tijdgerelateerde en persoonlijke instellingen veranderen. 4.3.1. DUIKPARAMETERS INSTELLEN [1 SET DIVE] QUIT OPTIONS Fig. 4.22. Instellingen wijzigen [3 SET]. Kies achtereenvolgens MODE- 3 SET- 1 SET DIVE om deze stand te activeren.
4.3.1.2. DUIKTIJDALARM INSTELLEN [2 d ALARM] OK DIVE TIME Fig. 4.25. Het instellen van het duiktijdalarm. Gebruik de scrollknoppen om de het alarm aan en uit te zetten of de duiktijd, waarop het alarm af moet gaan, te veranderen. Deze computer is uitgerust met een duiktijdalarm dat gebruikt kan worden voor meerdere doeleinden. Zo kunt u uw duikveiligheid vergroten door deze waar-schuwing te programmeren op uw geplande duiktijd.
4.3.2. TIJD INSTELLEN [2 SET TIME] De subfunctie waarin u de tijd kunt instellen activeert u door achtereenvolgens MODE - 3 SET - 2 SET TIME te kiezen. Deze functie bestaat uit drie subfuncties: 1) Tijd instellen, 2) Datum instellen, 3) Wekker of dagelijks alarm instellen. OK 4.3.2.1. TIJD INSTELLEN [1 ADJ TIME] Om de tijd op de computer in te stellen of te veranderen kiest u achtereenvolgens de functies MODE - 3 SET - 2 SET TIME - 1 AdJ TIME.
4.3.3. PERSOONLIJKE VOORKEUREN [3 SET PREF] Om persoonlijke voorkeuren in te stellen en te wijzigen gaat u naar MODE - 3 SET - 3 SET PREF. Hier vindt u drie subfuncties: 1) displayverlichting instellen, 2) eenhedenstelsel kiezen en 3) calculatie-model instellen. OK TIME 4.3.3.1. BRANDTIJD VAN DE DISPLAYVERLICHTING [1 LIGHT] Fig. 4.31. Het instellen van de brandtijd van de displayverlichting. Met behulp van de scroll-knoppen kunt u de brandtijd veranderen of desgewenst uitschakelen.
5. ZORG EN ONDERHOUD De Suunto Cobra is een geavanceerd precisie-instrument. Behandel hem met zorg. Hij is ontworpen om de invloeden van het duiken te weerstaan, maar heeft specifiek onderhoud nodig. 5.1. BELANGRIJKE INFORMATIE DIEPTESENSOR De ingebouwde dieptesensor is een geavanceerd precisie-instrument. Houd het gebied rond de sensor goed schoon. Reinig de computer na iedere duik met lauw kraanwater en droog hem af met een zachte doek.
5.2. ZORG VOOR UW COMPUTER 54 • Probeer NOOIT de behuizing van de computer te openen! • Breng uw Cobra na 2 jaar of 200 duiken (wat het eerste voorkomt) terug naar uw Suunto Dealer voor onderhoud. Deze onderhoudsbeurt houdt het volgende in: een algemene controle, het vervangen van de oringen, en de batterij, en een controle op waterdichtheid.
5.3. ONDERHOUD Dit instrument moet na iedere duik grondig gespoeld worden met schoon, lauw kraanwater en afgedroogd worden met een zachte handdoek. Verzeker u ervan dat er geen zoutkristallen of vuil meer op het instrument zijn blijven zitten. Controleer het display en de transparante batterijcover op het eventueel binnendringen van water. Gebruik de computer onder geen beding wanneer u vocht of condens in het instrument ontdekt! PAS OP! - Gebruik nooit perslucht om vocht van de computer af te blazen.
PAS OP! Defecten die ontstaan als gevolg van het op een incorrecte manier vervangen van de batterij, vallen niet onder de garantie. Alle duikhistorie-, logboek- en profielgegevens, alsook de hoogte-instellingen, persoonlijke instellingen en geprogrammeerde alarmfuncties blijven bij het vervangen van de batterij behouden. De computer verliest echter wel de tijdsinstellingen, wekkerinstelling en het ingestelde percentage zuurstof (in de Nitrox modus).
5. Verwijder de batterijcover met daaraan vast de bieper. De bieper kan los gemaakt worden door op de rand te drukken en aan de andere zijde uw nagel te gebruiken om hem op te lichten. Ook kunt u een zuignap gebruiken om de cover los te trekken. Gebruik nooit scherpe voorwerpen zoals schroevendraaiers, omdat deze de o-ring en de contactoppervlakten van de oring kunnen beschadigen. 6. Licht de batterijhouder en de o-ring uit het compartiment. 7.
16. De duikcomputer moet nu in de tijdsmodus staan, met de tijd 18:00 [6:00 pm] en de datum SA 01 01 op het display. Activeer de computer en ga na of: • Alle displaysegmenten werken. • De waarschuwing voor te lage batterijspanning niet aan staat. • De bieper en de displayverlichting werken. • Alle instellingen correct zijn. Stel deze desgewenst opnieuw in. 17. Plaats de computer terug in zijn console. De computer is nu klaar voor gebruik.
5.6. HET BESCHERMGLAS VERVANGEN Draai de vier schroeven achterop het console los en verwijder de achtercover. Verwijder de computer uit het console en verwijder het oude beschermglas. Plaats een nieuw beschermglas en monteer de computer in het console. 5.7. HET KOMPAS MONTEREN Draai de vier schroeven achterop het console los en verwijder de achtercover. Verwijder het topstuk van het console. Plaats de kompasmodule en monteer het console. Fig. 5.3. Opendraaien van de bevestigingsring.
6. TECHNISCHE INFORMATIE 6.1. WERKINGSPRINCIPES GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN OF NULTIJDEN De geen-decompressielimieten die de COBRA hanteert bij een duik naar één diepte (U-profiel) zijn voor de eerste duik uit een serie iets conservatiever dan de limieten die de U.S. Navy tabellen hanteren (Tabellen 6.1 en 6.2) TABEL 6.1. GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN VOOR DE EERSTE DUIK IN MIN. VOOR VERSCHILLENDE DIEPTEN (M) TABEL 6.2. GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN VOOR DE EERSTE DUIK IN MIN.
BERGMEERDUIKEN De omgevingsdruk op hoogte is lager dan die op zeeniveau. Als een duiker op een hoogte van bijvoorbeeld 1500 meter boven zeeniveau aankomt is er een grotere partiële stikstofdruk in zijn lichaam dan in de omgeving; hij heeft dus als het ware reststikstof in zijn lichaam. Deze reststikstof verdwijnt uit zijn lichaam en het evenwicht tussen de stikstofdruk binnen en buiten zijn lichaam zal zich na een aantal dagen herstellen.
6.2. REDUCED GRADIENT BUBBLE MODEL, SUUNTO RGBM Het Suunto Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) is een modern calculatiemodel waarmee zowel de hoeveelheid stikstof in opgeloste vorm kan worden bijgehouden, alsook de hoeveelheid vrij stikstof in de vorm van microbelletjes. Het model is ontworpen in een samenwerkingsverband tussen Suunto en Bruce R. Wienke BSc, MSc, PhD. Het is gebaseerd op laboratoriumexperimenten en duikgegevens, waaronder gegevens afkomstig van DAN.
HET ATTENTIESYMBOOL - HET ADVIES OM DE OPPERVLAKTE-INTERVAL TE VERLENGEN Sommige afwijkende duikprofielen of -gewoonten zullen cumulatief bijdragen aan een hoger risico op decompressieziekte, zoals duiken met een korte oppervlakteinterval, herhalingsduiken die dieper zijn dan de eerste duik, het maken van meerdere opstijgingen, meerdere herhalingsduiken over meerdere dagen etc.
6.4. TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen en Gewicht: • Diameter: breedte 73mm [2.85in], lengte 165mm [6.50in]. • • Hoogte: 35mm [1.40in]. Gewicht: 210g zonder hogedrukslang [7.4 oz]. Dieptemeter: • Temperatuurgecompenseerde druksensor. • Gecalibreerd in zout water, in zoet water is de weergegeven diepte ongeveer 3% kleiner (gecalibreerd in overeenstemming met prEN 13319). Maximum bedrijfsdiepte: 80 m [262 ft] (in overeenstemming met prEN 13319).
Displays in Nitrox modus: • • Zuurstof%: 21 - 50. Partiële zuurstofdruk: 1.2 - 1.6 bar afhankelijk van gekozen limiet. • Oxygen Limit Fraction: 1 - 110% in stappen van 10% (grafisch). Logboek/Duikprofielgeheugen: • • Opname-interval: 20 seconden (de opname-interval kan met behulp van de Interface en Software ingesteld worden op 10s, 30s or 60s), slaat de maximum diepte binnen iedere interval op. Geheugencapaciteit: ongeveer 36 uur duiken bij een opname-interval van 20 seconden.
Batterij • • • • Een 3 V lithium batterij: CR 2450 (K5597) en O-ring 1,78 mm x 31,47 mm 70 ShA (K5664). Uiterste opslagtermijn (shelf life): Tot maximaal 3 jaar. Vervangen: iedere 2 jaar of eerder, afhankelijk van de intensiteit van gebruik. Verwachte levensduur van de batterij bij 20°C [68°F]: - 0 duiken/jaar - 100 duiken/jaar -> 3 jaar -> 2 jaar - 400 duiken/jaar -> 1 jaar De volgende factoren kunnen de verwachte levensduur van de batterij beïnvloeden: • • De lengte van de duiken.
7. GARANTIEBEPALINGEN Let op! De garantiebepalingen zijn niet in ieder land hetzelfde. De garantiebepalingen die voor de Benelux en de Nederlandse Antillen van kracht zijn vindt u op de aangehechte garantiekaart. Suunto Benelux B.V. garandeert u, tot een jaar na aankoop, dat de Cobra vrij is van defecten als gevolg van materiaal- en productiefouten.
8. VERKLARENDE WOORDENLIJST ASC SPEED of RATE Afkorting voor ascent speed of rate; stijgsnelheid. ASC TIME Afkorting voor ascent time, de minimaal benodigde opstijgtijd. Bergmeerduik Een duik die gemaakt wordt, hoger dan 300 meter boven zeeniveau. CNS Algemeen geaccepteerde afkorting voor central nervous system toxicity; zuurstofvergiftiging van het centraal zenuwstelsel. CNS% Centraal zenuwstelsel vergiftigingsfractie. Compartiment Zie: weefselgroep. DAN Divers Alert Network.
is toegevoegd of waarvan stikstof is afgescheiden. Standaard mengsels zijn EAN32 (NOAA Nitrox I, NN I) en EAN36 (NOAA Nitrox II, NN II). Equivalent Air Depth Equivalentietabel voor partiële stikstofdrukken Geen-decompressielimiet Zie: Nultijd Halfwaardetijd De tijd die nodig is om een 50% evenwicht te verkrijgen tussen de partiële stikstofdruk in de omgeving en de partiële stikstofdruk in een compartiment.
Oppervlakte-interval De tijd tussen het boven komen van een duik en het te water gaan voor de volgende duik. OTU Oxygen Tolerance Unit. Oxygen Tolerance Unit Maatstaf om zuurstofvergiftiging in het gehele lichaam te meten. Oxygen Limit Fraction Een term die door Suunto wordt gebruikt om de blootstelling aan zuurstof te meten. Dit is een combinatie van CNS% en OTU%. O2% Percentage zuurstof in het ademgas. Perslucht heeft 21% zuurstof.
halfwaardetijden hebben. Wordt als uitgangspunt gebruikt om decompressieprocedures en -tabellen op te stellen. Zuurstofvergiftiging van het centrale zenuwstelsel Veroorzaakt een aantal neurologische symptomen, waarvan de belangrijkste een op epilepsie lijkende aanval is waardoor de duiker kan verdrinken.
Printed in Finland 02.
7:2 <($5 :$55$17< 7KLV SURGXFW LV ZDUUDQWHG WR EH IUHH RI GHIHFWV LQ PDWHULDO DQG RU ZRUNPDQVKLS WR WKH RULJLQDO RZQHU IRU WKH DERYH QRWHG SHULRG GRHV QRW LQFOXGH EDWWHU\ OLIH .
6HULDO QXPEHU Model of Computer: 'DWH RI SXUFKDVH 3ODFH RI SXUFKDVH 6WRUH QDPH 6WRUH &LW\ 6WRUH &RXQWU\ 6WRUH VWDPS ZLWK GDWH RI SXUFKDVH 1DPH $GGUHVV &LW\ &RXQWU\ 7HOHSKRQH E-mail 6LJQDWXUH
Valimotie 7 FIN-01510 Vantaa, Finland Tel. +358 9 875 870 Fax +358 9 875 87301 www.suunto.