Operation Manual

49
5.1 LOGBOEK EN
DUIKPROFIELGEHEUGEN [LOG]
Dit instrument is uitgerust met een geavanceerd log-
boek- en duikprofielgeheugen met een buitenge-
woon grote capaciteit. Gegevens over de duik wor-
den opgeslagen in een opname-interval van 10, 20,
30 en 60 seconden in de GAUGE modus en 1 secon-
de in de FREE modus. Alle duiken die korter zijn
dan die opname-interval niet worden bewaard.
Om het logboek te openen:
1. Druk u vanuit de geheugenmodus [MEM], op de
S knop om de logboekgeheugenfunctie te selecte-
ren (Fig. 5.2). De LOG tekst verschijnt onderop het
display.
2. Wacht twee seconden totdat de geheugenfunctie
geactiveerd wordt. Voor iedere duik die u in het log-
boek terugvindt, zijn er vier schermen met informatie.
3. Druk op
S om tussen logboekpagina I, II, III en IV
te schakelen.
De gegevens van de meest recente duik worden het
eerste getoond. De D3 laat de tekst END zien na de
oudste en voor de meest recente duik in het geheu-
gen (Fig. 5.7).
F
R
E
E
A
C
S
Fig. 5.2. Logboekfuncties.
F
R
E
E
A
C
S
Fig. 5.3. Logboek, Pagina I.