NL SUUNTO GEKKO HANDLEIDING
Indicatoren van de Scrollknoppen Temperatuur Dag van de Week Modus Tekst Persoonlijke Instelling Hoogte-instelling Zuurstofpercentage in de Nitrox Modus Symbool voor Vliegverbod Staafgrafiek: - Functie-indicator - Consumed Botton Time - Oxygen Limit Fraction Attentiesymbool Logboeksymbool Huidige Diepte Duikteller OLF C B T °F °C TIME CEILING OPTIONS Diepte-/Duiktijdalarm Indicator Duiktijd Tijd Maand, Dag Waarschuwing voor Lage Batterijspanning Smart Knop Functieindicator De Smart Knop: -
Deze handleiding is een vertaling van de originele Engelse Gekko handleiding. Suunto Oy’s aansprakelijkheid is beperkt tot de originele Engelse tekst. BESCHRIJVING VAN DE WAARSCHUWINGEN In deze handleiding worden belangrijke situaties of handelingen in een gearceerd kader geplaatst. Er worden drie soorten waarschuwingen gebruikt, gerangschikt naar belang.
EN 13319 PrEN13319 “Duikaccessoires – Dieptemeters en gecombineerde diepte- en tijdmeetinstrumenten – Functionele- en veiligheidseisen, testmethoden” is een standaard Europees voorschrift voor dieptemeters t.b.v. het duiken. De Gekko is volgens deze voorschriften ontworpen. ISO 9001 SUUNTO Oyj’s Kwaliteitsbewakingssysteem is door Det Norske Veritas ISO9001 gecertificeerd (Quality Certificate No. 96-HEL-AQ-220).
WAARSCHUWING! LEES DEZE HANDLEIDING! Lees deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel door, inclusief hoofdstuk 1.1, “Voor uw veiligheid”. Zorg ervoor dat u het gebruik, de displays en de beperkingen van de Gekko begrijpt. Als er verwarring optreedt als gevolg van het onjuiste gebruik van dit product en het niet opvolgen van aanwijzingen, kan dit ertoe leiden dat u foutieve beslissingen neemt die leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING! SUUNTO RAADT U STERK AAN OM UW MAXIMUM DIEPTE TE BEPERKEN TOT 40 M [130 FT] OF TOT DE MAXIMUM DIEPTE DIE BEREKEND IS AAN DE HAND VAN HET GEBRUIKTE O2% EN EEN MAXIMALE PO2 VAN 1.4 BAR. WAARSCHUWING! DUIKEN WAARBIJ DECOMPRESSIESTOPS NOODZAKELIJK ZIJN WORDEN STERK AFGERADEN. WANNEER DE COMPUTER AANGEEFT DAT EEN DECOMPRESSIESTOP GEMAAKT MOET WORDEN, DIENT U UW OPSTIJGING TE BEGINNEN EN DE DECOMPRESSIESTOP TE MAKEN. Let op de naar boven wijzende pijl en het ASC TIME symbool op het display.
stand-by display uitgeschakeld. Als u zich ondanks een vliegverbod toch op grotere hoogte begeeft loopt u een groot risico op decompressieziekte. Lees de aanbevelingen van het Diver’s Alert Network (DAN) in hoofdstuk 3.5.3. “Vliegen na het duiken”. Wees u ervan bewust dat er geen enkele regel of procedure is die het risico van decompressieziekte als gevolg van vliegen na het duiken geheel uitsluit.
WAARSCHUWING! ACTIVEER ALTIJD DE CORRECTE HOOGTE-INSTELLING! Verzuimen de juiste hoogte-instelling te selecteren wanneer u duikt op hoogten boven 300 m, zal ertoe leiden dat de computer incorrecte berekeningen uitvoert, met een vergroot risico op decompressieziekte als gevolg. Deze computer is niet geschikt voor het maken van duiken boven 3000 m (10’000 ft) boven zeeniveau. Duiken op grotere hoogten zal het risico op decompressieziekte sterk vergroten.
INHOUDSOPGAVE 1. I NLEIDING .................................................................................9 1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT .................................................10 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. Noodopstijgingen ....................................................................10 Beperkingen van Duikcomputers ............................................10 Nitrox ...................................................................................... 11 2. BEKEND RAKEN MET DE GEKKO .......
3.7. BERGMEERDUIKEN EN PERSOONLIJKE INSTELLINGEN ..........................................................................34 3.7.1. 3.7.2. Hoogte-instelling .....................................................................35 Persoonlijke I nstellingen .........................................................35 3.8.F OUTMELDINGEN ....................................................................36 4.M ENUFUNCTIES.....................................................................37 4.1.
1. INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van de SUUNTO Gekko duikcomputer. De Gekko is volgens de Suunto traditie ontworpen, met veel functies en mogelijkheden in één geavanceerd maar toch eenvoudig te bedienen instrument. Met behulp van de drukknoppen bedient u een breed scala aan functies en ieder display is geoptimaliseerd voor de gekozen duikmodus. Deze compacte, multifunctionele duikcomputer zal u jarenlang zorgeloos begeleiden op de mooiste duiken.
1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT Gebruik deze computer niet totdat u deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel heeft doorgelezen, inclusief alle waarschuwingen. Zorg ervoor dat u de mogelijkheden, de bediening, het gebruik en de beperkingen van de SUUNTO Gekko begrijpt. Als u vragen heeft over deze handleiding of de computer zelf, dient u zich te richten tot uw SUUNTO Dealer voordat u met de computer duikt.
processen in het lichaam van een duiker. Alle decompressieprocedures die tot op heden ontwikkeld zijn, inclusief de U.S. Navy tabellen, zijn gebaseerd op theoretische wiskundige modellen die bedoeld zijn als richtlijn om de risico’s van decompressieziekte te beperken. 1.1.3. Nitrox Duiken met verrijkte lucht of Nitrox biedt een duiker de mogelijkheid om de kans op decompressieziekte te verkleinen, door de hoeveelheid stikstof in het ademgas te verminderen.
2. BEKEND RAKEN MET DE GEKKO 2.1. FUNCTIES De Suunto Gekko kan ingesteld worden om te functioneren als een standaard perslucht-duikcomputer of als Nitrox duikcomputer. De Gekko heeft twee verschillende werkingsmodi (AIR, NITROX), drie bedieningsmodi (TIME/STAND-BY, SURFACE, DIVE), twee menugestuurde hoofd-functies (MEMORY, SET) en zeven menugestuurde subfuncties (zie de bijgeleverde Quick Reference Guide).
Druk op de SMART (MODE) knop • • • • Om de computer te activeren. Om van de Surface Mode naar de menufuncties te gaan. Om te selecteren, te bevestigen of een subfunctie te verlaten. Om direct iedere willekeurige subfunctie te verlaten en terug te keren naar de Surface Mode (lang indrukken) Druk op de ‘pijl omhoog’ (PLAN) knop • • • • Om het tijdsdisplay te activeren, wanneer het hele display uit staat. Om de duikplanningsfunctie vanuit de Surface Mode te activeren.
SE OP De watercontacten zorgen voor het automatisch activeren van de Dive Mode (de duikstand). E N C 2.3. W ATERCONTACTEN LO B A Fig. 2.3 De dieptesensor (A), de watercontacten / contacten voor gegevensoverdracht (B) Fig. 2.4 Actieve watercontacten worden aangeduid met de tekst AC. 14 De watercontacten, die tevens dienen als contacten voor gegevensoverdracht, bevinden zich achter op het instrument (Fig. 2.3).
3. DUIKEN MET DE GEKKO In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de bediening van de computer en het aflezen van het display. U zal zien dat de computer eenvoudig te gebruiken en af te lezen is. Op ieder display is alleen die informatie te zien, die relevant is voor de situatie waarin u zich bevindt. 3.1 VOOR DE DUIK DIVE m ft CEILING S L O AVGPO2 MAX W NO O2%SURF STOP ASC TIME QUIT OK TIME OLF C B T °F °C SELECT NO DEC TIME OPTIONS DIVE TIME Fig. 3.1 Startup I.
Wanneer u de computer activeert, kunt u een korte controle uitvoeren waarbij u nagaat of: m • °C DIVE TIME • TIME Fig. 3.3 Startup III. De Surface Mode of oppervlaktestand: De diepte en duiktijd zijn 0. Door op de TIME knop te drukken activeert u de alternatieve displays met de temperatuur en de huidige tijd. • • • • m Als de computer in de Nitrox modus staat (zie Hoofdstuk 3.4) controleert u of: • °C DIVE TIME • Fig. 3.4 Waarschuwing voor te lage batterijspanning.
3.1.2. Batterijspanningsmeter 3.1.2.1. Indicatie van de batterijspanning Deze duikcomputer heeft een unieke batterijspanningsmeter waarmee u een grafische weergave krijgt van de resterende batterijspanning, zodat u van tevoren kunt zien of het nodig is om de batterij te vervangen. De batterijspanningsindicator is te zien wanneer u de Dive Mode activeert. In de volgende tabel ziet u de verschillende niveaus. TABEL 3.1. BATTERIJSPANNINGSMETER Display Werking Figuur 3.
3.1.3. Duikplanning [PLAN] Wanneer de Gekko in de Surface Mode staat kunt u te allen tijde de duikplanningsmodus oproepen door op de PLAN knop te drukken. Na het tonen van de tekst PLAN (Fig. 3.5), laat de computer u de geen-decompressielimiet (nultijd) op 9 meter diepte zien. Iedere keer als u op de TIME ( ) knop drukt laat de computer een 3 meter grotere diepte zien, met de daarbij behorende geen-decompressielimiet. De maximum diepte waarmee u in de duikplanner kunt werken is 45 m.
Het berekeningsmodel kunt u instellen in de MODE – SET – MODEL subfunctie. De duiktijd- en dieptewaarschuwingen kunt u instellen bij MODE – SET – SET ALARMS. Het tijdsalarm (de wekker) kunt u instellen bij MODE – SET – SET TIME. Het eenhedenstelsel (Engels/metrisch) kiest u in de MODE – SET – SET ADJUSTMENTS subfunctie. In hoofdstuk 4.2. “Instellingen Wijzigen” leest u alles over het veranderen van deze instellingen. 3.2.
Veiligheids-stop voor te schrijven. De duur van de Verplichte Veiligheidsstop hangt af van de ernst van de stijg-snelheidsovertreding. m MAX Het STOP-symbool verschijnt op het display en wanneer u een diepte tussen de 6 en 3 meter bereikt wordt ook het CEILING-symbool zichtbaar samen met de plafonddiepte en de duur van de Verplichte Veiligheidsstop. U bent verplicht om hier te wachten totdat de waarschuwing van de Verplichte Veiligheidsstop verdwijnt (Fig. 3.13). NO DEC TIME C B T °C DIVE TIME Fig. 3.
3.3.1. Primaire Duikgegevens De duikcomputer zal tot een diepte van 1.2 m in de Surface Mode blijven. Pas op een diepte van meer dan 1.2 m zal de Dive Mode of duikmodus geactiveerd worden (Fig. 3.6). Alle informatie op het display is logisch ingedeeld en voorzien van de relevante eenheden of een label (Fig. 3.6). Tijdens een normale geen-decompressieduik is de volgende informatie zichtbaar: - Uw huidige diepte in meters [feet].
3.3.2. Aandachtspunten Het is mogelijk om tijdens de duik belangrijke punten te markeren in het duikprofiel. Deze aandachtspunten worden in het duikprofiel aangegeven met een knipperend logboeksymbooltje wanneer u het profiel afspeelt op de duikcomputer. Om gedurende de duik een aandachtspunt aan het duikprofiel toe te voegen hoeft u alleen kort de PLAN knop in te drukken (Fig. 3.8.). 3.3.3.
Wanneer de maximale stijgsnelheid overschreden wordt verschijnt het vijfde segment met daarin het woord SLOW, waarop de huidige diepte begint te knipperen. De overtreding kan een langdurige overschrijding van 10 m/min zijn, of een kortstondige overschrijding van 12 m/min of meer. Wanneer de SLOW waarschuwing verschijnt en u het STOP-symbool ziet (Fig. 3.12) moet u direct uw opstijging afremmen of onderbreken.
P BEE P BEE EEP m B CEILING STOP C B T °C DIVE TIME Fig. 3.14 Een overschrijding van de Verplichte Veiligheidsstop. U moet afdalen tot beneden het zgn. ‘plafond’. Als u de geen-decompressielimiet overschrijdt zal de Gekko alle noodzakelijke decompressie-informatie geven om een veilige opstijging te maken. De Gekko zal na de duik alle relevante informatie leveren over de oppervlakte-interval en eventuele herhalingsduiken.
DECOMPRESSIEPLAFOND, -ONDERGRENS EN -ZONE Wanneer u een decompressieduik maakt is het van groot belang dat u de betekenis van de termen decompressieplafond, decompressie-ondergrens en decompressiezone begrijpt (Fig. 3.19): • Het decompressieplafond is het ondiepste punt waarnaar u mag opstijgen. Alle decompressiestops moeten exact op of iets onder het decompressieplafond gemaakt worden, maar nooit erboven. • De optimale decompressiezone is het gebied waarin decompressie effectief plaatsvindt.
HET DISPLAY BENEDEN DE DECOMPRESSIEONDERGRENS m CEILING MAX STOP ASC TIME C B T °C DIVE TIME Fig. 3.17 Decompressieduik, binnen de decompressiezone. De twee naar elkaar wijzende driehoekjes vormen een zandlopertje. U bevindt zich binnen de optimale decompressiezone op 3.5 m diepte en uw resterende opstijgtijd is minimaal 5 min. Door op de TIME knop te drukken kunt u het alternatieve display oproepen. P BEE P BEE P ... BEE m CEILING STOP ASC TIME C B T °C DIVE TIME Fig. 3.
3.4. DUIKEN MET VERRIJKTE LUCHT 3.4.1. Voor de Duik De Gekko kan ingesteld worden voor het gebruik met perslucht (Air) of verrijkte lucht (Nitrox). Als u opgeleid bent in het gebruik van verrijkte lucht (Nitrox, EANx) adviseren we u de computer permanent in de Nitrox modus te laten staan zodat ook bij persluchtduiken de zuurstofblootstelling wordt berekend. De Nitroxmodus kan geactiveerd worden in de MODE – SET – MODEL subfunctie (zie Hoofdstuk 4.2. “Instellingen Wijzigen”).
OPMERKING Voor uw veiligheid worden alle zuurstof-gerelateerde berekeningen gemaakt op basis van het ingestelde percentage + 1%. m PO2 O2% STANDAARD NITROX-INSTELLINGEN OLF Fig. 3.20 Nitrox display. De maximum diepte, gebaseerd op 21% O2 en een PO2 van 1.4 bar is 54.1 meter. In de Nitrox modus kunt u de Gekko gebruiken met standaard perslucht door een instelling van 21% O2 te kiezen. Deze instelling blijft behouden totdat een ander percentage wordt gekozen (22%-50% O2).
(OLF) staafgrafiek uiterst links op het display. In de duikmodus wordt het percentage zuurstof dat ingesteld is, alsmede de huidige blootstelling aan zuurstof weergegeven (Fig. 3.21 en 3.22). Gedurende de duik wordt de partiële zuurstofdruk weergegeven (op de plaats van de maximum diepte) wanneer deze een waarde heeft van meer dan 1.4 bar (of, indien gewijzigd, de ingestelde waarde) (Fig. 3.23). Wanneer u gedurende een Nitroxduik op de TIME knop drukt verschijnt het alternatieve display met daarop (Fig. 3.
rekend aan de hand van de factoren die in hoofdstuk 6.3. “Zuurstofblootstelling” worden besproken. m MAX NO °C DIVE TIME Fig. 3.26 Het display aan de oppervlakte. U bent boven gekomen na een duik van 18 min. op 20.0 m [66 ft]. De huidige diepte is 0.0 m. Het vliegtuigsymbool wil zeggen dat er een vliegverbod geldt en het knipperende attentiesymbool houdt in dat u aangeraden wordt om uw oppervlakte-interval te verlengen. 3.5. 3.5.1.
Als de computer in de Nitrox modus staat krijgt u tevens de volgende informatie te zien: - - het zuurstofpercentage van het gasmengsel waarmee u gedoken heeft, naast O2% links op het display uw huidige niveau van blootstelling aan zuurstof in procenten van het maximaal toelaatbare, links op het display. 3.5.2. Duiknummering Verschillende herhalingsduiken behoren tot dezelfde serie als de desaturatietijd tussen de duiken door niet de 0 minuten bereikt.
3.5.3. Vliegen na het Duiken m MAX NO °C DIVE TIME Dive Attention Symbol Violated Decompression Ceiling NO Do Not Fly Symbol Fig. 3.29 De oppervlaktemodus na het overslaan van een decompressiestop. De ‘Er’-waarschuwing op het display wil zeggen dat u langer dan drie minuten boven het decompressieplafond heeft doorgebracht. U mag minimaal 48 uur niet duiken. De resterende tijd van het vliegverbod na de duik wordt aan de oppervlakte weergegeven in het midden van het display, naast het vliegtuigsymbool.
- Als een duiker in de laatste 48 uur minder dan 2 uur bodemtijd heeft gehad, is de aanbevolen wachtperiode 12 uur. Als een duiker een duik heeft gemaakt waarbij een decompressiestop nodig was, moet men minimaal 24 uur en zo mogelijk 48 uur niet vliegen. SUUNTO adviseert u niet te vliegen totdat u aan de voorwaarden van de Gekko, DAN en UHMS voldoet. 3.6.
- de maximum diepte knippert gedurende 1 minuut (zolang geen knoppen ingedrukt worden) de geprogrammeerde duiktijd is bereikt u hoort 24 seconden lang opeenvolgende piepsignalen (of totdat een knop wordt ingedrukt) de duiktijd knippert gedurende 1 minuut (zolang geen knoppen ingedrukt worden) WAARSCHUWINGEN IN DE NITROX MODUS Drie dubbele piepsignalen wanneer: - de OLF staafgrafiek 80% bereikt. Alle segmenten boven de 80% knipperen (Fig. 3.
3.7.1. Hoogte-instelling Voordat u kunt duiken in bergmeren op een hoogte van meer dan 300 m dient u de juiste stand te kiezen aan de hand van Tabel 3.3. Na het activeren van een bergmeerstand zal de computer zijn calculatiemodel aanpassen en rekenen met kortere geen-decompressielimieten (zie ook hoofdstuk 6.1. “Werkingsprincipes” en tabellen 6.1 en 6.2). TABEL 3.
De mogelijkheid om aan de hand van Tabel 3.5 een persoonlijke instelling te kiezen, stelt de duiker in staat om het decompressieprogramma conservatiever te maken. De geen-decompressielimieten worden bij een hogere persoonlijke instelling korter, waardoor de kans op decompressieziekte afneemt (Tabellen 6.1 en 6.2). Aanbevolen wordt om programma P0 alleen te gebruiken op zeeniveau wanneer alle omstandigheden gunstig zijn.
4. MENUFUNCTIES Om sneller bekend te raken met het grote aantal func-ties van de Gekko, kunt u het beste de Quick Reference Guide binnen handbereik houden tijdens het doorlezen van dit hoofdstuk. De belangrijkste menufuncties zijn 1) de geheugenfuncties, 2) de duiksimulator en 3) de instellingsfuncties. HET GEBRUIK VAN DE MENUFUNCTIES 1. Activeer de menufuncties door één maal op de SMART (MODE) knop te drukken wanneer de computer in de duikmodus staat (Fig. 4.1). 2.
EEN OVERZICHT VAN DE MENUFUNCTIES QUIT OPTIONS Fig. 4.4 Geheugenfuncties [3 MEMORY]. SELECT Fig. 4.5. Het logboek. [1 LOGBOOK]. 1. GEHEUGENFUNCTIES [1 MEMORY] 1. Logboek en Duikprofielgeheugen [1 LOGBOOK] 2. Duikhistoriegeheugen [2 HISTORY] 3. PC Instellingen [3 PC SET] 2. INSTELLINGEN WIJZIGEN [2 SET] 1. Perslucht- of Nitroxstand Kiezen [1 MODEL] 2. Waarschuwingen Instellen [2 SET ALMS] 1. Maximum diepte-alarm 2. Duiktijd-alarm 3. Datum en Tijd Instellen [3 SET TIME] 1.
4.1.1. Logboek en Duikprofielgeheugen [1 LOGBOOK] Dit instrument is uitgerust met een geavanceerd logboek- en duikprofielgeheugen met een buitengewoon grote capaciteit. Gegevens over de duik worden in intervallen van 20 seconden opgeslagen, waarbij alle duiken die korter zijn dan deze opname-interval niet worden bewaard. U activeert de logboekfunctie door achtereenvolgens MODE – MEMORY – LOGBOOK te kiezen. Van iedere duik die in de computer opgeslagen is kunt u 4 pagina’s met informatie bekijken.
Pagina II (Fig. 4.7) • • nummer van de duik in de reeks herhalingsduiken maximum diepte Opmerking! Door resolutieverschillen tussen het logboek- en duikhistoriegeheugen kunt u een verschil zien tot ongeveer 0,3 m.
Druk één keer op de SMART (Select) knop om de functie van de scroll-knoppen te veranderen, zodat u ze kunt gebruiken om voor- en achteruit te bladeren in het logboek (Fig. 4.10). Druk weer op de SMART (Select) knop om met de scrollknoppen door logboekpagina’s I – IV te kunnen bladeren. Tijdens het bladeren door de verschillende duiken wordt alleen Pagina I getoond. Als u achteruit bladert, wordt tussen de oudste en de nieuwste duik in de tekst END getoond (Fig. 4.11).
De volgende informatie is nu op het display te zien (Fig. 4.13): DIVE MAX QUIT DIVE TIME Fig. 4.13 Duikhistorieinformatie. Totaal aantal duiken, duikuren en de maximum diepte ooit bereikt. SELECT Fig. 4.14. Gegevensoverdracht. [3 PC SET]. • de grootste diepte die ooit bereikt is • het totaal aantal duikuren • het totaal aantal duiken In de duikhistorie worden maximaal 999 duiken en 999 duikuren geteld. Wanneer u deze maximum waarde bereikt, wordt de teller weer op 0 gezet. 4.1.3.
het calculatiemodel, de programmeerbare waarschuwingen, de tijdsinstellingen en de persoonlijke instellingen. 4.2.1. Keuze van het Calculatiemodel [1 SET MODEL] De Gekko kan gebruikt worden met perslucht en Nitrox. U kunt een keuze maken uit één van deze twee calculatiemodellen in MODE – SET – MODEL (Fig. 4.16). Kies voor “AIR” als u alleen gebruik maakt van perslucht, of “NITROX” als u gebruik maakt van verrijkte lucht. SELECT Fig. 4.16 Keuze van het calculatiemodel. m 4.2.1.1.
4.2.2.1. Duiktijdalarm Instellen OK DIVE TIME Fig. 4.19 Het instellen van het duiktijdalarm. Gebruik de scrollknoppen om het alarm aan en uit te zetten en om de duiktijd waarop het alarm af moet gaan te veranderen. m MAX OK Fig. 4.20 Het instellen van het diepte-alarm. Gebruik de scroll knoppen om het alarm aan en uit te zetten of de diepte waarop het alarm af moet gaan te veranderen. De duikcomputer is uitgerust met een duiktijdalarm dat gebruikt kan worden voor meerdere doeleinden.
u onder MODE – SET – SET ADJ (Fig. 4.24). De instellingen die u kunt wijzigen zijn de bergmeerprogramma’s, de persoonlijke instellingen en het eenhedenstelsel dat de computer gebruikt om diepte en temperatuur weer te geven. De gekozen hoogte- en persoonlijke instellingen zijn zowel aan de oppervlakte als gedurende de duik continu zichtbaar. Als de huidige instelling niet over-eenkomt met de hoogte boven zeeniveau waarop gedoken wordt of uw fysieke gesteldheid (zie Hoofd-stuk 3.7.
5. ZORG EN ONDERHOUD De SUUNTO Gekko is een geavanceerd precisie-instrument. Hij is ontworpen om de invloeden van het duiken te weerstaan, maar heeft onderhoud nodig en moet zoals ieder ander precisie-instrument met zorg behandeld worden. 5.1. BELANGRIJKE INFORMATIE WATERCONTACTEN EN DRUKKNOPPEN Zichtbare of onzichtbare verontreiniging van de watercontacten kan ertoe leiden dat de computer zichzelf niet automatisch kan activeren bij onderdompeling.
bestand tegen chemische middelen als benzine (en andere petroleumdestillaten), oplosmiddelen, aërosols, lijmen, verf, aceton, alcoholen, zuren etc. Chemische reacties met deze stoffen zullen o-ringen, kunststof onderdelen en de toplaag van de behuizing aantasten. Sla de Gekko op in een droge omgeving wanneer u hem niet gebruikt. De Gekko zal een batterijsymbool laten zien wanneer de batterijspanning te laag wordt.
In geval van een lekkage MOET de Gekko direct naar een geautoriseerd SUUNTO dealer gebracht worden. 5.5. DE BATTERIJ VERVANGEN LET OP! Wij raden u aan om uw geautoriseerde SUUNTO dealer te benaderen voor het vervangen van de batterij. Het is van groot belang dat het vervangen van de batterij zorgvuldig uitgevoerd wordt om lekkages te voorkomen. PAS OP! Defecten die ontstaan als gevolg van het op een incorrecte manier vervangen van de batterij vallen niet onder de garantie.
• Een grote schroevendraaier of een tang met gepunt uiteinde om de bevestigingsring los of vast te draaien. DE BATTERIJ VERVANGEN De batterij en de bieper bevinden zich achter op de computer in een apart compartiment. De onderdelen hiervan ziet u in Fig. 5.1. Volg de onderstaande procedure voor het vervangen van de batterij: 1. Verwijder de computer uit zijn beschermende behuizing of console. Polsmodel: • Verwijder de beschermkap.
9. Ga na of het batterijcompartiment, de batterijhouder en de batterijcover schoon zijn. Maak deze indien noodzakelijk met een niet-pluizende doek schoon. 10. Plaats de nieuwe batterij in het batterijcompartiment. Controleer de polariteit en zorg ervoor dat de ‘-‘ pool onder zit. 11. Plaats de batterijhouder terug op zijn oorspronkelijke plaats. 12. Controleer of de nieuwe, licht ingevette o-ring in goede staat verkeert. Plaats deze op de groef van de batterijcover.
Kort deel van polsband met gesp (V5836) Bevestigingsring (V5844) Batterijcover met bieper (V5843) Complete polsband (V5841) O-ring (K5664) Asje (K5588) Complete polsband (V5841) Gekko behuizingBatterij (K5597) Lang deel van polsband (K5592) Batterijhouder (V5842) Beschermkap (K5534) Fig. 5.1 Onderdelen. De code naast de benaming is de bestelcode. Fig. 5.2 Het losdraaien van de bevestigingsring.
6. TECHNISCHE INFORMATIE 6.1. WERKINGSPRINCIPES GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN OF NULTIJDEN De geen-decompressielimieten die de Gekko hanteert bij een duik naar één diepte (U-profiel) zijn voor de eerste duik uit een serie iets conservatiever dan de limieten die de U.S. Navy tabellen hanteren (Tabellen 6.1 en 6.2). TABEL 6.1 GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN IN MINUTEN VOOR VERSCHILLENDE DIEPTEN (M) VOOR DE EERSTE DUIK VAN EEN DUIKSERIE.
TABEL 6.2 GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN IN MINUTEN VOOR VERSCHILLENDE DIEPTEN (FT) VOOR DE EERSTE DUIK VAN EEN DUIKSERIE.
6.2. SUUNTO REDUCED GRADIENT BUBBLE MODEL (RGBM) Het Suunto Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) is een modern calculatiemodel waarmee zowel de hoeveelheid stikstof in opgeloste vorm kan worden bijgehouden, alsook de hoeveelheid vrij stikstof in de vorm van microbelletjes. Het model is ontworpen in een samenwerkingsverband tussen Suunto en Bruce R. Wienke BSc, MSc, PhD. Het is gebaseerd op laboratoriumexperimenten en duikgegevens, waaronder gegevens afkomstig van DAN.
• Het advies kan gegeven worden om de oppervlakte-interval te verlengen (Het Attentiesymbool wordt zichtbaar) Sommige afwijkende duikprofielen of -gewoonten zullen cumulatief bijdragen aan een hoger risico op decompressieziekte, zoals duiken met een korte oppervlakte-interval, herhalingsduiken die dieper zijn dan de eerste duik, het maken van meerdere opstijgingen, meerdere herhalingsduiken over meerdere dagen etc.
6.4. SPECIFICA TIES Afmetingen en gewicht - Diameter: 61 mm [2.4 in] - Dikte: 28 mm [1.1 in] Gewicht: 68 g [2.4 oz] Dieptemeter: - Temperatuurgecompenseerde dieptemeter Gecalibreerd in zout water, in zoet water zijn alle metingen 3% kleiner (calibratie volgens prEN 13319) Maximum bedrijfsdiepte: 80 m [262 ft] (volgens prEN 13319) Nauwkeurigheid: ± 1% van het gehele schaalbereik van 0 tot 80 m [262 ft] bij 20°C [68°F] (volgens prEN 13319) Diepteweergave van: 0 … 99,9 m [492 ft Resolutie: 0.
Displays in Nitrox modus: - Zuurstof%: 21 - 50 Partiële zuurstofdruk: 1.2 - 1.6 bar afhankelijk van instellingen - Oxygen Limit Fraction: 1 - 110% met 10% resolutie (staafgrafiek) Logboek/Duikprofielgeheugen: - Opname-interval: 30 seconden. Resolutie: 0.
- Verwachte levensduur bij 20°C [68°F]: - 0 duiken/jaar -> 2 jaar - 100 duiken/jaar -> 1,5 jaar - 300 duiken/jaar -> 1 jaar De volgende factoren zijn van invloed op de levensduur van de batterij: - - - De lengte van de duiken. De temperatuur en omstandigheden waaronder de computer wordt opgeslagen. Beneden 10°C [50°F] is de te verwachten levensduur ongeveer 50-75% van die bij 20°C [68°F]. Regelmaat van het activeren van alarmsignalen. De kwaliteit van de gebruikte batterijen.
7. GARANTIEBEPALINGEN Let op! De garantiebepalingen zijn niet in ieder land hetzelfde. De garantiebepalingen die voor de Benelux en de Nederlandse Antillen van kracht zijn vindt u in de doos. Suunto Benelux B.V. garandeert u, tot een jaar na aankoop, dat de Gekko vrij is van defecten als gevolg van materiaal- en productiefouten.
8. SUUNTOSPORTS.COM SuuntoSports.com is een gratis internationale community op het internet waar u de persoonlijke gegevens van uw Suunto instrument kunt uitdiepen en delen, nadat u deze geanalyseerd heeft met behulp van de PC-interface. SuuntoSports. com biedt u een aantal functies die het mogelijk maken om optimaal te genieten van uw sport en de Suunto Gekko. Wanneer u een Suunto instrument bezit, kunt u door middel van registratie toegang krijgen tot alle sport-specifieke functies.
Wanneer u logboeken heeft ge-upload naar suuntosports.com heeft u de mogelijkheid om statistieken te creëren. Tevens is het mogelijk om uw logboeken te vergelijken met die van andere gebruikers. In My Suunto kunt u gebruik maken van een persoonlijke kalender, hierin kunt u persoonlijke gebeurtenissen en andere bruikbare informatie markeren. Communities In de sectie communities kunnen gebruikers van SuuntoSports.com groepen vormen of zoeken en eigen groepen beheren.
9. VERKLARENDE WOORDENLIJST ASC SPEED of RATE Afkorting voor ascent speed of -rate; stijgsnelheid. ASC TIME Afkorting voor ascent time, de minimaal benodigde opstijgtijd. Bergmeerduik Een duik die gemaakt wordt, hoger dan 300 meter boven zeeniveau. CNS Algemeen geaccepteerde afkorting voor central nervous system toxicity; zuurstofvergiftiging van het centraal zenuwstelsel. CNS% Centraal zenuwstelsel vergiftigingsfractie. Compartiment Zie: weefselgroep. DAN Divers Alert Network.
Equivalent Air Depth Geendecompressielimiet Halfwaardetijd Equivalentietabel voor partiële stikstofdrukken Zie: Nultijd De tijd die nodig is om een 50% evenwicht te verkrijgen tussen de partiële stikstofdruk in de omgeving en de partiële stikstofdruk in een compartiment. Herhalingsduik Iedere duik waarbij de geen-decompressielimieten beïnvloed worden door reststikstof van een vorige duik.
Partiële zuurstofdruk PO2 Pulmonaire zuurstofvergiftiging Reststikstof RGBM Reduced Gradient Bubble Model Stijgsnelheid SURF TIME Weefselgroep Zuurstofvergiftiging van het centrale zenuwstelsel Beperkt de maximale diepte waarop een Nitrox gasmengsel nog veilig gebruikt kan worden. De maximale partiële zuurstofdruk is voor sportduikers 1.4 bar. Duiken bij een partiële zuurstofdruk van 1.6 bar of meer brengt een direct risico op zuurstofvergiftiging met zich mee. Partiële zuurstofdruk.
OK OK SELECT ON OK Eenheden Metrisch/Eng.
COPYRIGHT Deze publicatie en de inhoud ervan zijn eigendom van Suunto Oy. Suunto, Wristop Computer, Suunto Gekko, Replacing Luck en de bijbehorende logo’s zijn geregistreerde of niet-geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy. Alle rechten voorbehouden. Ondanks de grote zorgvuldigheid die is betracht bij de samenstelling van deze handleiding, kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. De inhoud kan te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Printed in Finland 12.
TWEE JAAR GARANTIE Dit product is twee jaar lang gegarandeerd vrij van materiaal- en productiefouten. De garantie is alleen geldig voor de eerste eigenaar. Batterijen vallen niet onder de gar antie. Bew aar de originele aankoopnota zorgvuldig en z org er voor dat deze garantiekaar t door uw deale r inge vuld en gestempeld wordt. De garantie gaat in op de aankoopdatum. Alle garanties zijn beperkt en onderhevig aan de richtlijnen die in deze handleiding beschreven zijn.
www.suunto.