NL
Suunto X6/X6m GEBRUIKERSGIDS NL
Inhoudsopgave 1. ALGEMENE INFORMATIE.......................................................................................5 1.1. Onderhoud.............................................................................................5 1.2. Waterbestendigheid...............................................................................6 1.3. Verwisselen van de batterij....................................................................6 1.4. Aftersales service............................................
3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.2.4. Date [datum]............................................................................19 3.2.5. General [Algemeen]................................................................20 3.2.6. Units [eenheden].....................................................................23 Compass modus..................................................................................26 3.3.1. Hoofdvenster.......................
3.6.6. De invloed van buitentemperatuur op hoogtemetingen .........48 4. EXTRA FEATURES .................................................................................52 4.1. PC interface .................................................................................52 4.1.1. Gegevens verplaatsen............................................................52 4.1.2. De features van de Suunto Activity Manager..........................53 4.2. SuuntoSports.com........................................
1. ALGEMENE INFORMATIE De Suunto X6/X6M Wristop Computer is een betrouwbaar hoogwaardig elektronisch instrument voor recreatief gebruik. De recreant die graag sporten beoefent zoals bergbeklimmen, trekken en fietsen kan rekenen op de precisie van de Suunto X6/ X6M. N.B.: Met de Suunto X6/X6M mag men geen metingen verrichten die professionele of industriële precisie vereisen en ook geen metingen doen tijdens het skydiven, hanggliding, paragliding, gyrocopter riding of het besturen van een klein vliegtuig.
1.2. Waterbestendigheid De Suunto X6/X6M is waterbestendig tot 100 m/330 ft conform ISO-norm 2281 (zie www.iso.ch). Dit betekent dat u met de Suunto X6/X6M wel kunt zwemmen of andere watersportactiviteiten kunt beoefenen, maar dat het apparaat niet geschikt is voor duiken met of zonder zuurstofflessen.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ Zorg alvorens de batterij te gaan vervangen dat u beschikt over een originele Suuntobatterijvervangingsset (bestaande uit batterij plus batterijvakdeksel met O-ring). 1. Plaats een muntstuk of een Suunto-batterijvervangingsmuntje in de gleuf of de gaten in het deksel van het batterijvak aan de achterzijde van het apparaat. 2. Draai de munt tegen de klok in tot deze in lijn staat met de markering die de stand ‘open’ aangeeft.
3. Verwijder het batterijvakdeksel en de oude batterij voorzichtig. Vermijd beschadiging van het contactplaatje. 4. Reinig alvorens de nieuwe batterij in het batterijvak te plaatsen eerst de binnenzijde van het afdichtoppervlak van het batterijvak. 5. Plaats de nieuwe batterij in het vak, met de plus naar boven. Schuif de batterij voorzichtig onder het contactplaatje (let op dat het plaatje niet breekt of verbuigt). 6.
garantie is niet van de oorspronkelijke eigenaar overdraagbaar. Als het niet mogelijk is contact op te nemen met uw Suunto-dealer, raadpleeg dan voor nadere informatie de Suunto-importeur in uw land. Het adres van uw Suunto-importeur vindt u op www.suunto.com. 2. Hoe gebruikt u uw Suunto X6/X6M 2.1. Venster Wanneer uw Suunto X6/X6M de fabriek verlaat, worden de regels van de hoofdmodus voor Time weergegeven — datum, tijd en dag. Later kunt u zelf kiezen welke modus wordt getoond.
2.1.2. Functiesymbolen De functie symbolen geven aan dat of een functie is geactiveerd (bijv. alarm) of dat iets moet gebeuren (batterijsymbool). De functiesymbolen zijn: Alarm Actief, wanneer tenminste één alarm is ingeschakeld. Weeralarm/hoogtealarm Actief, wanneer weeralarm, hoogtealarm of Asc/Dsc-alarm is ingeschakeld. Logboek Actief, wanneer het logboek data vastlegt. Chrono Actief, wanneer de chronometer aan staat en data naar een file schrijft.
2.2. Toetsen 2.2.1. Kort en lang indrukken De toetsen hebben verschillende functies, afhankelijk hoe lang u de toets indrukt. Gewoon indrukken of kort indrukken betekent dat u de toets kort moet indrukken. Lange indrukken betekent dat u de toets langer dan 2 seconden ingedrukt moet houden. 2.2.2. Start toets Kort indrukken • In Chrono modus: begint met tijd opnemen en bewaart en toont de tussentijden. • In Hiking modus: bewaart bladwijzers (hoogte en tijd).
2.2.3. Stop/CL toets Kort indrukken • Keert terug naar vorig menuniveau of vorige keuze zonder de keuze vast te leggen. • In de Chrono modus: stopt tijd opneming. • In andere hoofdvensters van modus: een shortcut toets, die schakelt het laagste veld van het hoofdvenster tussen drie verschillende alternatieven. De keuze blijft actief zelfs als de modus of menuniveau wordt gewijzigd. Lang indrukken • Keert terug naar hoofdvenster van huidige modus zonder de laatste keuze te accepteren.
2.2.5. Pijltjestoetsen Kort indrukken • Bladert omhoog en omlaag door de menu’s, en voor- en achteruit door logboek en geheugen. • Wijzigt de waarden. Het pijltje up [omhoog] verhoogt de waarde en down [omlaag] verlaagt de waarde. • Beide pijltjes wijzigen de waarde bij twee mogelijke keuzes, bijv. icoontje aan/uit. 2.2.6. Vergrendeltoets De vergrendeltoets voorkomt dat toetsen ongewild worden ingedrukt.
2.3. Menu’s 2.3.1. Basis menustructuur De menu’s zijn hiërarchisch gestructureerd onder de modi. Kiest u een modus, dan verschijnt het hoofdvenster. Drukt u op Suunto in het hoofdvenster van de modus, dan verschijnt het functiemenu van de modus. Het functiemenu bevat een aantal functies en alle functies bevatten subfuncties of instellingen. Daardoor ontstaat de hiërarchische menustructuur. 2.3.2.
automatisch een functie aan in geselecteerd beeld en helpt u zo bij het kiezen van de juiste functie. 3. Modi 3.1. Algemene informatie Suunto X6/X6M kent vijf modi: Time [tijd], Compass [kompas], Weather [weer], Hiking [trektocht] en Hiking Chrono [chrono trektocht]. De symbolen voor elke modus staan links in het Suunto X6/X6M venster. Wanneer u een modus kiest, verschijnt de indicator voor actieve modus in het venster naast het symbool van de gekozen modus.
Datum De eerste regel toont de datum in het gekozen format. Zie hoofdstuk 3.2.6. over het wijzigen van het format voor datum. Tijd De tweede regel toont de tijd in het gekozen format. Zie hoofdstuk 3.2.6. over het wisselen tussen 12- en 24-uurs weergave. Shortcuts De derde regel toont naar keuze de dag van de week, seconden of dual time. Druk de Stop/CL toets in om de getoonde informatie te wijzigen. • Dag: Toont de actuele dag van de week. • Seconden: Toont seconden.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Suunto in te drukken. Het alarmmenu toont de status van de alarmen. Wanneer u de eerste keer het menu opent, staan de indicators voor alarm standaard op off [uit]. Blader naar het alarm van uw keuze en druk op Suunto. De alarminformatie wordt getoond en de aan/uit indicator wordt als actief (geselecteerd) weergegeven. Wanneer u de eerste keer de alarminformatie opent, staat de tijd op 00:00 of 12:00.
Deactiveren van alarmen Doe het volgende om het alarm te deactiveren: 1. Druk op Suunto in het hoofdvenster voor het functiemenu. 2. Blader in het functiemenu naar Alarm en druk op Suunto. 3. Blader naar het alarm dat u wilt uitzetten en druk op Suunto. De informatie over het alarm wordt getoond en de on/off [aan/uit] indicator is actief (geselecteerd). 4. Druk op de up [omhoog] of down [omlaag] toets om de alarmstatus op off [uit] te zetten en druk op Suunto.
2. Blader naar tijd of dual time en druk op Suunto. U kunt nu het uur kiezen. 3. Wijzing het uur met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Nu kunt u de minuten kiezen. N.B.: Indien de tijd wordt weergegeven als een 12-uurs klok, dan verschijnt of het AM of het PM symbool op de laatste regel. Zie hoofdstuk 3.2.6. over informatie over de 12/24-uurs klok. 4. Wijzig de minuten met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Nu kunt u de seconden instellen. 5.
3. Wijzig de waarde van het eerste actieve veld (dag of maand, afhankelijk van het format) met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. U gaat nu naar het tweede veld. 4. Wijzig de waarde van het tweede veld met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Nu kunt u het jaar kiezen. 5. Wijzig het jaar met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. (Alle jaren zijn in de 21ste eeuw.) U keert automatisch terug naar het hoofdvenster van de modus. N.B.
Icoontjes aan of uit zetten [Icons] Icoontjes zijn de symbolen die u even ziet wanneer u van modus verandert. U kunt de symbolen tonen of verbergen. Doe het volgende om de icoontjes in te stellen: 1. Blader in het functiemenu naar General en druk op Suunto. Het menu Algemeen wordt nu getoond. 2. Blader naar Icons en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld is actief. 3. Wijzig de waarde van het veld naar on [aan] of off [uit] met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. De icoontjes zijn nu ingesteld.
Doe het volgende om het licht in te stellen: 1. Blader in het functiemenu naar General en druk op Suunto. Het menu Algemeen wordt nu getoond. 2. Blader naar Light en druk op Suunto. De huidige instelling wordt geactiveerd. 3. Kies uw lichtinstelling met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Het licht is nu ingesteld en u keert terug naar het functiemenu. Afstellen van de luchtdruksensor [Sensor] De luchtdruksensor van de Suunto X6/X6M is in de fabriek geijkt.
3.2.6. Units [eenheden] Dit menu bevat de eenheden die worden gebruikt voor alle Suunto X6/X6M functies en instellingen. De instellingen hiervoor bepalen hoe informatie wordt getoond in alle Suunto X6/X6M modi. Instellen van het tijdformat [Time] In instelling voor tijd bepaalt of de 12- of 24-uurs klok wordt gebruikt. Doe het volgende om de 12/24-uurs weergave te veranderen: 1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt nu getoond. 2. Blader naar Time en druk op Suunto.
De eenheid voor temperatuur instellen [Temp] Deze instelling bepaalt de eenheid waarmee temperatuur wordt weergegeven. De mogelijkheden zijn Celsius (°C) en Fahrenheit (°F). Doe het volgende om de eenheid van temperatuur te wijzigen: 1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt nu getoond. 2. Blader naar Temp en druk op Suunto. Het veld voor temperatuureenheid wordt geactiveerd. 3. Kies de juiste eenheid met de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
Doe het volgende om de eenheid van luchtdruk te wijzigen: 1. Blader in het functiemenu naar Units en druk op Suunto. Het menu Eenheden wordt nu getoond. 2. Blader naar Elev en druk op Suunto. Het veld voor hoogte is actief. 3. Kies de juiste eenheid met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. De eenheid voor hoogte is ingesteld. De eenheid voor stijgings- dalingssnelheid instellen [Asc/Dsc] Deze Asc/Dsc bepaalt de manier waarop de stijgings- en dalingssnelheid wordt weergegeven.
3.3. Compass modus 3.3.1. Hoofdvenster Wanneer u de kompasmodus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft drie regels. Koers De eerste regel toont de koers, aangeduid met de waarnemingstekens van de Suunto X6/X6M. Compas De tweede regel geeft de richting van de Suunto X6/X6M aan als een grafische presentatie van een kompasroos. De roos toont de hoofdwindstreken en de halve windstreken.
activeren totdat de juiste koers wordt weergegeven op de eerste regel en druk op de Start toets. De gekozen koers wordt weergegeven op de derde regel totdat u een nieuwe koers kiest met Start toets. Wanneer u een koers heeft uitgezet, geeft de kompasroos in de middelste regel een stippellijntje die de uitgezette koers aangeeft. N.B.: Deze functie onthoudt altijd de laatst gekozen richting wanneer u hier naartoe bladert. • Tijd: Toont de actuele tijd. N.B.
Wanneer Baro gebruik is gekozen, blijft de hoogtelezing in de modi Kompas, Trektocht en Chrono trektocht constant. De atmosferische druk (zeeniveau en absoluut) in de Weather modus verandert dan. Kies het juiste gebruik voor wat u wilt meten. Bijvoorbeeld: tijdens een trektocht kunt Alti gebruik kiezen om te zien hoeveel u hebt geklommen. Wanneer u uw kamp opslaat voor de overnachting, kunt u dit veranderen in Baro om er zeker van te zijn dat u niet verrast wordt door veranderende weersomstandigheden.
Doe het volgende om de referentiehoogte in te stellen: 1. Blader in het functiemenu naar Altitudemet de pijltjestoetsen en druk op Suunto. 2. Stel met de pijltjestoetsen in het veld de referentiehoogte in, die overeenkomt met de werkelijke hoogte van uw locatie op dat moment en druk op Suunto. U keert terug naar het functiemenu. N.B.
N.B.: Kalibreer het kompas voordat u het de eerste keer gebruikt en voordat u een lange tocht maakt. N.B.: Houdt de Suunto X6/X6M vlak tijdens het kalibreren. Het kalibreren omvat de volgende fasen: 1. Blader in het functiemenu naar Compass met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. 2. Ga in het kompasmenu naar Calib met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. 3. Het scherm toont een countdown van 5 naar 0. Wanneer de countdown bij 0 is, begint het kalibreren.
U kunt ook de batterij er even uithalen en weer inzetten. Zorg er ook voor dat het kompas vlak blijft tijdens het kalibreren—het kalibreren kan mislukken als de Suunto niet waterpas wordt gehouden. Indien het kalibreren echt niet lukt, neem dan contact op met de officiële serviceafdeling van Suunto. Het instellen van de declinatie [Declin] U kunt het verschil tussen het ware noorden en het magnetische noorden compenseren door de declinatie aan te passen. De afwijking kunt u vinden in bijv.
3.4. Weather modus 3.4.1. Hoofdvenster Wanneer u weermodus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft drie regels. Temperatuur De eerste rij toont de temperatuur in de gekozen eenheid. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor meer informatie over het bepalen van de eenheid voor hoogte. N.B.: Omdat de sensor vlakbij uw pols ligt, moet u de Suunto X6/X6M tenminste 15 minuten van uw lichaamstemperatuur vandaan houden om de juiste luchttemperatuur te meten.
3.4.2. Use [gebruik] Met deze functie kunt u aangeven of de meting van luchtdruk wordt gebruikt om hoogte te bepalen of om de weersomstandigheden aan te geven. Zie hoofdstuk 3.3.2. voor meer informatie. N.B.: Voor de meeste functies van de weermodus is de juiste Use instelling Baro. 3.4.3. Sealevel [zeeniveau] Met deze functie kunt u de luchtdruk op zeeniveau instellen Dit is de waarde van barometerdruk op uw huidige locatie verminderd tot zeeniveau. Zie hoofdstuk 3.3.3.
Wanneer het weeralarm afgaat, knippert het alarmsymbool en gaat het achtergrondlicht aan. Druk op een willekeurige toets om het alarm te stoppen. 3.4.5. Memory [Geheugen] Het geheugen slaat weersinformatie van de afgelopen 48 uur op. Wanneer u door de opgeslagen informatie bladert, ziet u de informatie in deze volgorde: • Maximum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, datum en tijd. • Minimum luchtdruk op zeeniveau tijdens de gemeten periode, datum en tijd.
3.5. Hiking modus 3.5.1. Hoofdvenster Waneer u deze modus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft drie regels. Stijgings- dalingssnelheid De eerste regel geeft de stijgings- en dalingssnelheid aan in de gekozen eenheid. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor informatie over het bepalen van de eenheid. Hoogte De tweede rij geeft de hoogte aan. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor informatie over het bepalen van de eenheid voor hoogte.
3.5.2. Logbook [logboek] In het logboek kunt u informatie opslaan over, bijvoorbeeld, een trektocht. Wanneer u het logboek start, begint het informatie te verzamelen over cumulatieve stijgingen en dalingen, gemiddelde stijgings- en dalingssnelheid, hoogste en laagste punt en specifieke markeringen die tijdens uw tocht kunt instellen. Wanneer u het logboek stopt, wordt de informatie die tot dan toe is verzameld, opgeslagen als een logboek file die u later kunt bekijken.
Kies het te wissen logboekfile met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. De file wordt uit het geheugen gewist en u keert terug naar het logboekmenu. Stopping logbook [logboek stoppen] Doe het volgende om het logboek te stoppen: 1. Blader in het functiemenu naar Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. 2. Blader naar Stop en druk op Suunto. Het opslaan stopt en het bericht “logbook stopped [logboek gestopt]” verschijnt. U keert automatisch terug naar het functiemenu.
• Totale stijging en gemiddelde stijgingssnelheid. • Totale daling en gemiddelde dalingssnelheid. • Het hoogste punt, datum en tijd. • Het laagste punt, datum en tijd. • De markeringen die de gebruiker heeft toegevoegd aan de logboekfile, inclusief de hoogte, datum en tijdstip van markering. Het maximale aantal markeringen is 10. Totale stijging en daling worden met intervallen van 10 s geactualiseerd. Druk op Suunto om terug te keren naar het hoofdvenster. N.B.
Viewing logbook history [logboekgeschiedenis bekijken] De logboekgeschiedenis bevat de cumulatieve waarden van het stijgen en dalen en het hoogste punt van alle logboeken (trektocht- en chronomodi) die de Suunto X6/X6M ooit heeft opgeslagen. Doe het volgende om de geschiedenis te bekijken: 1. Blader in het functiemenu naar Logbook met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. 2. Blader naar History en druk op Suunto. 3. Met het up [omhoog] pijltje bladert u door de informatie.
De markeringen worden toegevoegd aan het logboek en kunnen via de lijst (zie hoofdstuk 3.5.2.) worden bekeken. Wanneer de markering is toegevoegd, verschijnt het bericht “mark point saved [markeringspunt opgeslagen]”. Wanneer u markeringen heeft opgeslagen, kan de PC een profiel maken die deze punten in een lijn zet. U kunt hiermee, bijvoorbeeld, een vereenvoudigd hoogteprofiel van uw tocht maken. U kunt de markeringen ook gebruiken om het verschil in tijd en hoogte tussen twee tochten te vergelijken.
Setting altitude alarm [hoogtealarm instellen] Doe het volgende om het hoogtealarm in te stellen: 1. Blader in het functiemenu naar Alarms met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Het alarmmenu wordt nu weergegeven. 2. Blader naar Altitude en druk op Suunto. Het on/off [aan/uit] veld van het volgende venster wordt geactiveerd. 3. Wijzig de status van het alarm naar aan of uit met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Het veld voor hoogte wordt geactiveerd. 4.
3.6. Hiking Chrono modus 3.6.1. Hoofdvenster Wanneer u de modus Chrono trektocht kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster heeft drie regels. Hoogte De eerste regel geeft de hoogte in de gekozen eenheid weer. Zie hoofdstuk 3.2.6. voor informatie over het bepalen van eenheid van de temperatuur. Stopwatch De tweede regel toont de totale of split time. Split time is de tijd vanaf het begin van het tijd opnemen tot dit moment.
Zie hoofdstuk 3.6.2. voor informatie over het wissen van files. Lap time [rondetijd] De lap time is de tijd vanaf de laatste keer dat de Start toets werd ingedrukt, d.w.z. vanaf de laatste tussentijd tot deze tijd. De rondetijd staat op de derde regel. Wanneer u op Start drukt, stopt de tijd, toont de rondetijd en gaat na 3 seconden weer lopen vanaf nul (voor de volgende ronde). Wanneer u het tijd opnemen stopt door Stop/CL in te drukken, wordt de laatste rondetijd weergegeven op de derde regel. 3.6.2.
• Totale daling en gemiddelde dalingssnelheid. • Het hoogste punt, tijd en datum. • Het laagste punt, tijd en datum. • De totale duur van de file en het aantal rondes in de file. • Meer specifieke informatie over die file waaronder hoogte en stijgings- en dalingssnelheden op individuele punten volgens opname-interval en grafische representaties over de hoogtes. Deze worden op de volgende manier weer gegeven: Eerste regel: • Totale verstreken tijd.
Erasing memory files [geheugenfiles wissen] Als het geheugen vol is, kunt alleen tijd opnemen als u tenminste één geheugenfile heeft gewist. Een geheugenfile kunt u als volgt wissen: 1. Blader in het functiemenu naar Memory met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Het geheugenmenu wordt weergegeven. 2. Blader naar Erase en druk op Suunto. Er wordt een lijst van alle opgeslagen files getoond. De files zijn zo opgeslagen dat de laatste file bovenaan staat. 3.
3. Blader naar met de pijltjestoetsen naar Interval en druk op Suunto. 4. Kies met de pijltjestoetsen de interval en druk op Suunto. De geheugencapaciteit is 33 uur bij een opname-interval van 10 sec en 200 uur bij een interval van 60 sec. De vrije geheugencapaciteit wordt in % aangegeven in het intervalmenu onder de intervallen met de tekst “Free…%”. 3.6.3. Altitude [Hoogte] Met deze functie kunt u de referentiehoogte instellen. Zie hoofdstuk 3.3.3. voor meer informatie over de referentiehoogte. 3.6.4.
Stopping reminder [reminder stoppen] Doe het volgende om de reminder te stoppen: 1. Blader in het functiemenu naar Reminder met de pijltjestoetsen en druk op Suunto. Het remindermenu wordt nu weergegeven en indien de reminder actief is, wordt het Stop veld geselecteerd weergegeven. 2. Blader naar Stop en druk op Suunto. Het bericht “reminder stopped [reminder gestopt]” verschijnt en u keert terug naar het functiemenu. N.B.
3.6.6 De invloed van buitentemperatuur op hoogtemetingen De atmosferische druk houdt het gewicht in van luchtmassa boven De Suunto X6/X6M: bij een grotere hoogte is minder lucht dan bij een lagere hoogte. Het principe van een hoogtemeter is het meten van de verschillende luchtdrukken op verschillende hoogtes. De buitentemperatuur heeft invloed op het gewicht van de lucht. Dus hangt het verschil van luchtdruk tussen twee hoogtes tevens af van de temperatuur.
Tabel 1. Normale temperaturen bij verschillende hoogtes Hoogte (m) Hoogte (ft) boven het onder het zeeniveau zeeniveau Temperatuur (ºC) Temperatuur (ºF) 0 0 15.0 59.0 200 656 13.7 56.7 400 1312 12.4 54.3 600 1969 11.1 52.0 800 2625 9.8 49.6 1000 3281 8.5 47.3 1200 3937 7.2 45.0 1400 4593 5.9 42.6 1600 5250 4.6 40.3 1800 5906 3.3 37.9 2000 6562 2.0 35.6 2400 7874 -0.6 30.9 2800 9187 -3.2 26.2 3000 9843 -4.5 23.9 3400 11155 -7.1 19.2 3800 12468 -9.7 14.5 4000 13124 -11.0 12.2 4500 14765 -14.
Tabel 2 geeft een voorbeeld waarin de temperatuurafwijkingen positief zijn. In dit voorbeeld is de referentiehoogte ingesteld op 1000 m. Bij 3000 m is het hoogteverschil 2000 m en De Suunto X6/X6M toont 80 m te weinig (20 ºC * 2000 m * 0.002/ºC = 80 m). Uw actuele hoogte is dus 3080 m. Tabel 2. Voorbeeld van gebruik van meters en Celsius Laagste punt Ingestelde referentiehoogte (werkelijke hoogte) 1000 m Display van hoogte Werkelijke buitentemperatuur +17.5 ºC Normale (tabel) temperatuur +8.
Tabel 3 toont een voorbeeld waarin de temperatuurafwijkingen negatief zijn. Hier wordt het UK stelsel gebruikt. De referentiehoogte is ingesteld op 3280 feet. Bij 9840 feet, is het hoogteverschil in feet 6560 feet en De Suunto X6/X6M toont 100 feet te veel (-14 ºF * 6560 ft * 0.0011/ºF = -100 ft). Uw actuele hoogte is dus 9740 ft. Tabel 3. Voorbeeld van gebruik van feet en Fahrenheit. Laagste punt Instelling referentiehoogte (werkelijke hoogte) 3280 ft Display van hoogte Werkelijke buiten temperatuur +36.
4. Extra features 4.1.1. Gegevens verplaatsen Zorg ervoor dat uw computer een vrije seriële poort heeft. Begin met het downloaden van de gegevens door het ene uiteinde van de kabel op de seriële poort van de computer, en het andere 52 ➦ 4.1. PC interface Met behulp van de PC interface kunt u uw logs met uw Suunto X6/X6M naar uw PC verplaatsen en opslaan.
uiteinde op uw Suunto X6/X6M aan te sluiten. U kunt ook gebruik maken van de USB poort met een seriële/USB adaptor. De wristop wordt automatisch naar de data transfer mode [gegevensoverdrachtsmodus] geschakeld. Zodra de kabel is aangesloten kunt u de Suunto Activity Manager openen. De logboeken van de Suunto X6/X6M worden in de loglijst weergegeven. Als u de logs naar de juiste mappen sleept en daar laat staan worden ze op de harde schijf van uw computer opgeslagen.
routes en de prestatiegegevens en resultaten opslaan. U kunt vervolgens de gegevens als grafieken weergeven en uw vooruitgang bijhouden. Logs Nadat u de logs van de Suunto X6/X6M heeft ge-upload kunt u ze met de Suunto Activity Manager ordenen. U kunt bijvoorbeeld mappen aanmaken waarin u de logs kunt opslaan—de treklogs kunnen in een andere map worden opgeslagen dan de skilogs. U kunt de logs ook sorteren en ze van de ene map naar de andere verplaatsen en ze verwijderen of de loggegevens doorzoeken.
Gegevens analyseren U kunt de gegevens van de logs analyseren op basis van uw activiteiten en eventuele tijdsperiodes. De analyse kan informatie weergeven over hoogtezones en tijdsduur. De resultaten van de analyse worden in een 3-D bar diagram weergegeven die u op het scherm kunt roteren. De instellingen van de Suunto X6/X6M wijzigen Desgewenst kunt u bepaalde instellingen van de Suunto X6/X6M wijzigen met de Wristop Computer van de Suunto Activity Manager.
4.2. SuuntoSports.com SuuntoSports.com is een gratis internationale web community waar u de gegevens die u met uw eigen Suunto heeft gemeten en met de sportspecifieke PC interface heeft geanalyseerd kunt verfijnen en met anderen kunt uitwisselen. SuuntoSports.com biedt u een aantal mogelijkheden waarmee u het beste uit uw sport en uw Suunto X6/X6M kunt halen. Als u reeds een Suunto sportinstrument heeft kunt u via registratie toegang krijgen tot alle sportspecifieke functies.
SuuntoSports.com biedt verscheidene mogelijkheden voor het vinden van informatie op de site. Naast de vrije zoekopdracht kunt u bijvoorbeeld ook zoeken naar groepen, gebruikers, resorts, logs en sporten. De informatie die op SuuntoSports.com wordt gepubliceerd bevat interne links zodat u niet altijd helemaal vanaf het begin naar informatie hoeft te zoeken.
Communities In het deel Communities kunnen gebruikers van SuuntoSports.com groepen opzetten of zoeken en hun eigen groepen beheren. U kunt bijvoorbeeld een groep creëren voor al uw trekvrienden en informatie uitwisselen over uw resultaten, advies geven en bespreken waar en wanneer u samen op een trektocht gaat. Groepen kunnen open of gesloten zijn—een gesloten groep is een groep waarvoor u uw lidmaatschap moet aanvragen en geaccepteerd moet worden voordat u aan de groepsactiviteiten kunt deelnemen.
4.2.3. Beginnen U kunt lid worden van de SuuntoSports.com community door verbinding met het Internet te maken, uw web browser te openen en naar www.suuntosports.com te gaan. Nadat de openingspagina is verschenen klikt u op het pictogram Register en registreert u zichzelf en uw Suunto sportinstrument. U kunt uw persoonsgegevens en uitrustingsprofielen daarna in het deel My Suunto wijzigen en bijwerken. Na de registratie komt u automatisch op de SuuntoSports.
5. Technische gegevens Algemeen • Bedrijfstemperatuur -20 °C tot +50 °C/-5 °F tot 120 °F. • Opslagtemperatuur -30 °C tot +60 °C/-22 °F tot 140 °F.
6. Copyright en Handelsmerk Deze publicatie en de inhoud ervan zijn het eigendom van Suunto Oy en zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door zijn klanten voor het verkrijgen van kennis en belangrijke informatie betreffende de bediening van de Suunto X6/X6M producten. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gekopieerd, vertaald of opgeslagen op welke medium dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Suunto Oy.
8. Garantiebeperkingen en ISO9001 eisen Wanneer dit product een defect vertoont dat te wijten is aan materiaal- en/of fabricatie fouten, zal Suunto Oy uitsluitend na goedkeuring, dit zonder kosten repareren of vervangen, tot twee (2) jaar vanaf de datum van de aankoop. Deze garantie betreft alleen de oorspronkelijke afnemer en dekt alleen gebreken die te wijten zijn aan materiaal en fabricage fouten die zich voordoen bij normaal gebruik in de garantieperiode.
9. Verwijderen van het apparaat Verwijder het apparaat volgens de geldende voorschriften voor het verwijderen van elektronische apparatuur en bied het niet bij het gewone huisvuil aan. Eventueel kunt u het apparaat inleveren bij de dichtstbijzijnde Suunto-dealer.
KLANTENSERVICE Global Help Desk Suunto USA Canada Suunto website Tel +358 2 284 11 60 Tel +1 (800) 543-9124 Tel +1 (800) 776-7770 www.suunto.com COPYRIGHT Deze publicatie en de inhoud ervan zijn eigendom van Suunto Oy. Suunto, Wristop Computer, Suunto X6, Suunto X6M en de bijbehorende logo's zijn geregistreerde of niet-geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy. Alle rechten voorbehouden.
Suunto Oy 2/2002, 5/2006, 3/2007