Operation Manual

18
Methode 1: WEP
Als u WEP wilt gebruiken om uw netwerk te beveiligen, voert u de volgende drie stappen uit:
1. Selecteer de volgende instellingen:
Type: “Automatic” (we raden u aan de standaardinstelling te gebruiken)
WEP Key Format: “Hexadecimal” of “ASCII”
Key Selected: voer de gekozen WEP-sleutel in (“WEP key”) in en definieer het sleuteltype (“Key type”).
2. Klik op de knop “Save” als u klaar bent. Als er op dat moment een draadloze verbinding was, zult u zien dat de verbinding is verbroken.
Voer de stappen uit die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing om de
(inmiddels beveiligde) verbinding opnieuw tot stand te brengen.
Methode 2: WPA
Als u WPA wilt gebruiken om uw netwerk te beveiligen, voert u de volgende twee stappen uit:
1. Selecteer de volgende instellingen:
Security Mode: “Mixed WPA/WPA2”
WPA Algorithms: TKIP (alleen voor Enterprise) en AES
Pass Phrase: hier kunt u de beveiligingssleutel (wachtwoord) instellen voor uw draadloze netwerk. Gebruik een woord of een reeks tekens
die moeilijk te achterhalen zijn. De “Pass Phrase” moet uit ten minste 8 tekens bestaan. We raden u ook aan de “Pass Phrase” op te
schrijven en ergens in de buurt van de router te bewaren. Raadpleeg de sectie Problemen oplossen verderop in deze gebruiksaanwijzing als u
de “Pass Phrase” kwijt bent.
2. Klik op de knop “Save” als u klaar bent. Als er op dat moment een draadloze verbinding was, zult u zien dat de verbinding is verbroken.
Voer de stappen uit die worden beschreven in de sectie “Verbinding maken met een draadloos netwerk” in deze gebruiksaanwijzing om de
(inmiddels beveiligde) verbinding opnieuw tot stand te brengen.
Nederlandse versie