Operation Manual
23
Nederlandse versie
3. Klik met de rechtermuisknop op de eerste geactiveerde LAN-verbinding of snelle internetverbinding –in dit voorbeeld is dat de
“LAN-verbinding” (“Local Area Connection”)– en klik op “Eigenschappen” (“Properties”) in het contextmenu. Als u meerdere aangesloten
netwerkverbindingen hebt, herhaalt u stappen 3 tot en met 6 voor elke verbinding.
4. Het eigenschappenvenster van de verbinding wordt weergegeven. Selecteer in dit venster het “Internetprotocol” (“Internet Protocol”)
in de lijst met opties en klik op de knop “Eigenschappen” ("Properties”):