Operation Manual

29
4. Klik met de rechtermuisknop op de eerste actieve verbinding –in dit voorbeeld is dat de “LAN-verbinding” (“Local Area Connection”)– en klik
op “Eigenschappen” (“Properties”) in het contextmenu. Als u meerdere aangesloten verbindingen hebt, herhaalt u stappen 4 tot en met 7
voor elke verbinding:
5. Het eigenschappenvenster van de verbinding wordt weergegeven. Selecteer in dit venster “Internet Protocol versie 4” (“Internet Protocol Version 4”)
in de lijst met opties en klik op de knop “Eigenschappen” (“Properties”):
English version