User manual

71
7. Aansluiten
De bewakingscamera beschikt over een aansluitkabel met twee steekverbinders aan het einde.
HetvideosignaalisviadeBNC-verbinderbeschikbaaromhetbv.opeenDVR(digitalevideorecorder)te
kunnen opnemen. Gebruik een passende adapter als u geen BNC-videokabel kunt gebruiken.
Via de ronde lagevoltbus wordt de camera met de externe stroomtoevoer verbonden (gelijkspanning,
12 V/DC). Voor de aansluiting is een passende ronde stekker nodig, buitendiameter 5,5 mm, binnendiame-
ter 2,1 mm. Het buitencontact van de ronde stekker moet min/- voeren, het binnencontact plus/+.
Bij een verkeerde aansluiting of verkeerde spanningen wordt de camera beschadigd, verlies van
garantie/waarborg!
Als de camera buiten wordt gemonteerd en gebruikt, mogen beide steekverbinders uitsluitend
op een tegen vocht beschermde plaats worden geplaatst. Houd hiervoor rekening met hoofdstuk
6. Als dit niet in acht wordt genomen, leidt dit tot corrosie van de steekverbinders!
CongureeruwDVRendedaaraanaangeslotenmonitoropdathetbeeldvandebewakingscamerawordt
weergegeven.
Belangrijk!
Bij de ingebruikname moet u op de bewakingscamera eerst de gewenste bedrijfsmodus kiezen,
zie hoofdstuk 8.
Anders wordt er geen enkel beeld weergegeven, maar enkel storing.
Nadat u de bedrijfsmodus hebt geselecteerd en het beeld correct op uw monitor wordt weergegeven, kunt
u de bewakingscamera juist afstellen opdat de gewenste zone wordt bewaakt en op uw DVR wordt opge-
nomen.
De IR-LED van de bewakingscamera wordt bij duisternis automatisch geactiveerd. Voor het menselijk oog
ishetIR-lichtechternietzichtbaar.Letopdathetbeeldopeenaangeslotenmonitor'snachtsnietinkleur,
maar in zwart/wit wordt weergegeven.