User manual

61
6. Montage
• Debewakingscamerabeschiktovereenvoorgemonteerdewandhouder.Dezekanmetbe-
hulp van vier schroeven op een geschikte plaats worden bevestigd. Naargelang de onder-
grond moeten er overeenkomstige schroeven en eventueel ook pluggen gebruikt worden.
Ook voor de doorvoering van de aansluitkabel moet op de montageplaats een voldoende
groot gat worden geboord als deze onzichtbaar en beveiligd tegen manipulatie moet worden
aangelegd.
Let bij het boren of vastschroeven op, geen aanwezige kabels of leidingen te bescha-
digen.
Kies de montageplaats zo dat deze tegen manipulatiepogingen aan de bewakingsca-
mera is beschermd. De bewakingscamera moet op een minimumhoogte van 2,5 m
worden gemonteerd.
• Voerdeaansluitkabelhetzijzijdelingsonderdewandhouderofsteekhetdooreenaanwezige
opening in de muur waar u de wandhouder wilt vastschroeven.
Bescherm de stekker daarbij, vb. met een kleine plastic zak tegen stof en vuil.
Wanneer de aansluitkabel te kort is (afhankelijk van de muursterkte of montageposi-
tie)moetueengeschikteaansluitboxgebruiken.Naargelangdemontageplaatsvan
decameramoetdezeaansluitboxvoormontagebuitengeschiktzijn.
Indeaansluitboxkandandekabelverbindingvoordevideouitgangofdestroomtoe-
voer worden geplaatst, samen met de behuizing met de stuurhendel die zich in de
kabel van de bewakingscamera bevindt.
Plaats de kabel zo dat deze tegen manipulatie is beschermd, bijvoorbeeld in een
kabelkanaal.