User manual
79
4. Maximale temperatuur
Dit is alleen beschikbaar bij ruimtetemperatuurregelaar met vloercontrole evenals vloertempe-
ratuurregelaar.
Er kan een maximale vloersensortemperatuur ingesteld worden in het bereik tussen +15 °C tot
+42 °C. Derhalve kan een beschadiging van de vloer door een te hoge temperatuur verhinderd
worden (fabrieksinstelling +42 ºC).
5. Lastinvoer
Die is alleen beschikbaar bij een ruimtetemperatuurregelaar en ruimtetemperatuurregelaar met
vloercontrole.
Om de zelfverhitting van de thermostaten te kunnen compenseren, moet het vermogen van de
aangesloten verbruikers ingegeven worden. Het vermogen van de hittelast wordt in kW weer-
gegeven en moet in het bereik tussen 0,1 en 2,3 worden ingesteld. Bij tussenwaarden moet de
volgende lagere waarde worden ingesteld.
Wordt er in plaats daarvan een elektrische verwarming aangestuurd, is deze lage last te verwaar-
lozen en moeten er geen veranderingen verricht worden (fabrieksinstelling 0.1)
6. Controle methode
Die is alleen beschikbaar bij een ruimtetemperatuurregelaar en ruimtetemperatuurregelaar met
vloercontrole.
PI-PWM-controle methode: proportionele, integrale aanbevolen voor warmwater en vloerver-
warming
2-punt-methode: Hysterese, aanbevolen voor elektrische directe verwarmingen en
warmteaccumulatoren (fabrieksinstelling 2-punt)