User manual
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verlming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2017 by Conrad Electronic SE. 33594C 552178_V3_0317_02_VTP_m_nl
Aansluiten en monteren
Lees het hoofdstuk „Veiligheidsaanwijzingen“ en het hoofdstuk „Voorberei-
dingen voor het aansluiten en monteren“.
• Schakel vervolgens het voedingsleiding op alle polen uit.
• Verwijder de middelste moer aan de voorzijde.
• Verbind de aansluitleiding met de overeenkomstige schroefklemmen, afhankelijk van de ge-
wenste indeling.
Aan-/uitschakeling Wisselschakeling
L
N
L
N
Let erop, dat een wisselschakeling niet mogelijk is met twee dimmers.
• Plaats de dimmer in de inbouwdoos. Het vastmaken kan of via de zijdelingse bevestigings-
haken of via schroeven.
Let bij het plaatsen van de dimmer resp. bij het vastschroeven op, dat de aan-
sluitleidingen niet worden beschadigd.
• Indien gewenst, stelt u de basislichtsterkte van de dimmer in.
Hiervoor eerst de lichtsterkte van de dimmer middels de
draaiknop (aandrijfpin) op minimaal (naar links) instellen.
Via een schroevendraaier kan nu met de instelschroef de
gewenste basislichtsterkte worden ingesteld, zie afbeelding
rechts.
Let er hierbij wel op, dat de aangesloten lampenook bij minimale lichtsterkte-instelling moe-
ten gaan branden!
• Plaats de afdekrand op de dimmer en maak deze vast met de middelste ronde plaat, die met
de aan het begin verwijderde moer wordt vastgeschroefd.
• Steek als laatste de draaiknop op de aandrijfpen van de dimmer.
Functie
Inschakelen: Draaiknop indrukken, tot een klikgeluid hoorbaar is.
Uitschakelen: Draaiknop indrukken, tot een klikgeluid hoorbaar is.
Dimmen: Draaiknop naar rechts resp. links draaien, tot de gewenste licht-sterkte van
de aangesloten lampen is bereikt.
Storingen verhelpen
Licht brandt niet
• Controleer de lichtbron en vervang deze eventueel.
• Stel de dimmer hoger in resp. corrigeer de instelregelaar voor de basislichtsterkte.
• Vervang de zekering in de dimmer, zie hoofdstuk „Vervangen zekering“.
• De interne temperatuurzekering is geactiveerd. Om veiligheidsredenen kan deze niet worden
vervangen, de dimmer is defect.
Lichte bromgeluiden
• Bij het gebruik van de dimmer ontstaan belasting- en lichtsterkteafhankelijke geluiden. Dit is
normaal en geen storing.
• Stel een andere lichtsterkte in, gebruik eventueel een andere lichtbron.
Vervangen van de zekering
• Schakel vervolgens het voedingsleiding op alle polen uit.
• Verhelp de oorzaak voor een defecte zekering, bij. overbelasting of een onjuist lamp-/halo-
geentransformatortype.
• Verwijder de draaiknop van de dimmer, door deze over de aanslag heen eraf te draaien.
• Verwijder de moer in het midden en neem de centrale ring en het afdekframe eraf.
• Met een vlakke schroevendraaier kan de zekeringhouder met de zich daarin bevindende
zekering eruit worden getrokken. Let hierbij op de correcte oriëntatie.
Er bevinden zich twee zekeringen in de zekeringhouder - onder de eigenlijke ap-
paraatzekering en iets verder boven een reservezekering.
Controleer de onderste apparaatzekering. Als deze defect is, gebruik dan de reservezekering.
Gebruik alleen een zekering van het in het hoofdstuk „Technische gegevens“ aan-
gegeven type. Overbrug nooit een defecte zekering!
Bij het niet opvolgen bestaat brandgevaar!
• Steek de zekeringhouder in de juiste oriëntatie terug in de dimmer.
• Plaats de afdekrand op de dimmer en maak deze vast met de middelste ronde plaat, die met
de aan het begin verwijderde moer wordt vastgeschroefd.
• Steek als laatste de draaiknop op de aandrijfpen van de dimmer.
Afvoer
Het product dient na aoop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voor-
schriften te worden afgevoerd.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ........................... 230 V/AC, 50 Hz
Aansluitvermogen ......................... 7 - 110 W/VA (Gloeilampen, halogeenlampen, dimbare
energiespaarlampen, laag voltage-halogeenlampen in
combinatie met magnetische ringkern- of bloktrafo’s)
...................................................... 3 - 35 W (dimbare LED-lampen/LED-lichtbron)
Diameter van de leiding ................ 1 mm² tot 2x 2,5 mm² (enkeldraads leiding)
Type zekering ............................... Glasbuis-zekering, 5 x 20 mm, 250 V, 1 A, trage
activerings-eigenschap
Dimmertype .................................. Fase
Geschikt voor ................................ • 230 V-gloeilampen
...................................................... • 230 V-halogeenlampen
...................................................... • Laag voltage-halogeenlampen in combinatie met mag-
netische ringkern- of bloktrafo’s
...................................................... • Dimbare LED-lampen
...................................................... • Dimbare energiespaarlampen
Let erop, dat veel LED-lampen of energiespaarlampen niet kunnen worden gedimd.
Dit geldt ook voor voorschakelapparaten voor LED-lampen.
Sluit alleen zodanige LED-lampen of energiespaarlampen aan op de dimmer, die
speciaal als dimbaar zijn gekenmerkt.