User manual

Het merk voor huistechniek voor het hele huis. Kijk voor meer informatie op www.sygonix.com
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de rma Sygonix GmbH, Nordring 98a, 90409 Nürnberg (www.
sygonix.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bij
voorbeeld fotokopie, microver lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, ver-
eisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiks
aanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting
voorbehouden. © Copyright 2012 by Sygonix GmbH.
Nr. 33594C - Version 01/12Colofon
V2_0112_01_AB
Aansluiten en monteren
Lees het hoofdstuk "Veiligheidsaanwijzingen" en het hoofdstuk "Voor-
bereidingen voor het aansluiten en monteren".
Schakel vervolgens het voedingsleiding op alle polen uit.
Verwijder de middelste moer aan de voorzijde.
Verbind de aansluitleiding met de overeenkomstige schroefklemmen, afhankelijk
van de gewenste indeling.
Aan-/uitschakeling Wisselschakeling
L
N
L
N
Let erop, dat een wisselschakeling niet mogelijk is met twee dimmers.
Plaats de dimmer in de inbouwdoos. Het vastmaken kan of via de zijdelingse beves-
tigingshaken of via schroeven.
Let bij het plaatsen van de dimmer resp. bij het vastschroeven op, dat de aan-
sluitleidingen niet worden beschadigd.
Indien gewenst, stelt u de basislichtsterkte van de dimmer in.
Hiervoor eerst de lichtsterkte van de dimmer middels de draaiknop (aandrijfpin) op
minimaal (naar links) instellen.
Via een schroevendraaier kan nu met de instelschroef
de gewenste basislichtsterkte worden ingesteld, zie af-
beelding rechts.
Let er hierbij wel op, dat de aangesloten lampen
ook bij minimale lichtsterkte-instelling moeten gaan
branden!
Plaats de afdekrand op de dimmer en maak deze vast met de middelste ronde plaat,
die met de aan het begin verwijderde moer wordt vastgeschroefd.
Steek als laatste de draaiknop op de aandrijfpen van de dimmer.
Functie
Inschakelen: Draaiknop indrukken, tot een klikgeluid hoorbaar is.
Uitschakelen: Draaiknop indrukken, tot een klikgeluid hoorbaar is.
Dimmen: Draaiknop naar rechts resp. links draaien, tot de gewenste licht-
sterkte van de aangesloten lampen is bereikt.
Storingen verhelpen
Licht brandt niet
Controleer de lichtbron en vervang deze eventueel.
Stel de dimmer hoger in resp. corrigeer de instelregelaar voor de basislichtsterkte.
Vervang de zekering in de dimmer, zie hoofdstuk „Vervangen zekering“.
De interne temperatuurzekering is geactiveerd. Om veiligheidsredenen kan deze
niet worden vervangen, de dimmer is defect.
Lichte bromgeluiden
Bij het gebruik van de dimmer ontstaan belasting- en lichtsterkteafhankelijke gelui-
den. Dit is normaal en geen storing.
Stel een andere lichtsterkte in, gebruik eventueel een andere lichtbron.
Vervangen van de zekering
Schakel vervolgens het voedingsleiding op alle polen uit.
Verhelp de oorzaak voor een defecte zekering, bij. overbelasting of een onjuist
lamp-/halogeentransformatortype.
Verwijder de draaiknop van de dimmer, door deze over de aanslag heen eraf te
draaien.
Verwijder de moer in het midden en neem de centrale ring en het afdekframe eraf.
Met een vlakke schroevendraaier kan de zekeringhouder met de zich daarin bevin-
dende zekering eruit worden getrokken. Let hierbij op de correcte oriëntatie.
Er bevinden zich twee zekeringen in de zekeringhouder - onder de eigenlijke
apparaatzekering en iets verder boven een reservezekering.
Controleer de onderste apparaatzekering. Als deze defect is, gebruik dan de reserve-
zekering.
Gebruik alleen een zekering van het in het hoofdstuk „Technische gegevens“
aangegeven type. Overbrug nooit een defecte zekering!
Bij het niet opvolgen bestaat brandgevaar!
Steek de zekeringhouder in de juiste oriëntatie terug in de dimmer.
Plaats de afdekrand op de dimmer en maak deze vast met de middelste ronde plaat,
die met de aan het begin verwijderde moer wordt vastgeschroefd.
Steek als laatste de draaiknop op de aandrijfpen van de dimmer.
Afvoer
Het product dient na a oop van de levensduur volgens de geldende
wettelijke voorschriften te worden afgevoerd.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning: 230 V/AC, 50 Hz
Aansluitvermogen: 7 - 110 W/VA
Diameter van de leiding: 1 mm² tot 2x 2,5 mm² (enkeldraads leiding)
Type zekering: Glasbuis-zekering, 5 x 20 mm, 250 V, 1 A, trage activerings-
eigenschap
Dimmertype: Fase
Geschikt voor: 230 V-gloeilampen
230 V-halogeenlampen
Laag voltage-halogeenlampen in combinatie met magne-
tische ringkern- of bloktrafo's
Dimbare LED-lampen
Dimbare energiespaarlampen
Let erop, dat veel LED-lampen of energiespaarlampen niet kunnen worden
gedimd. Dit geldt ook voor voorschakelapparaten voor LED-lampen.
Sluit alleen zodanige LED-lampen of energiespaarlampen aan op de dimmer,
die speciaal als dimbaar zijn gekenmerkt.