User manual

Het merk voor huistechniek voor het hele huis. Kijk voor meer informatie op www.sygonix.com
Functie van de bewegingsmelder
De in de bewegingsmelder geïntegreerde PIR-sensor reageert op temperatuurveran-
deringen in het registratiebereik, bijv. wanneer een mens waarvan de temperatuur
anders is dan die van de achtergrond, binnen het registratiebereik komt.
Het herkenningbereik van de PIR-sensor kan door de meegeleverde kunststof kap
worden begrensd, die eenvoudig op de bewegingsmelder wordt gestoken (evt. kun-
nen ook individuele delen van de kunststof kap worden verwijderd).
De reikwijdte voor de herkenning van een beweging is afhankelijk van meerdere
factoren:
Montagehoogte van de bewegingsmelder
Temperatuurverschil tussen het zich bewegende object en de achtergrond (omge-
ving)
Grootte van het object
Afstand van het object ten opzichte van de bewegingsmelder
Bewegingsrichting en -snelheid
• Omgevingstemperatuur
Na het activeren van de netspanning voor het besturingsapparaat, duurt het ca. 30
seconden, voordat de PIR-sensor in de bewegingsmelder zich op de achtergrondtem-
peratuur heeft ingesteld en de temperatuurveranderingen in het registratiebereik her-
kent en er wordt geschakeld.
Voorbereidingen voor aansluiting en montage
Aansluiting en montage mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de betreffende
stroomgroep spanningsvrij is.
Schakel de elektrische netspanning voor alle polen af door de zekering van de des-
betreffende groep uit te nemen, resp. door de zekeringautomaat uit te schakelen.
Zorg ervoor, dat deze niet onbevoegd weer wordt aangezet, bijv. met een waarschu-
wingsbordje. Schakel ook de bijbehorende aardlekschakelaar uit.
Controleer of het netsnoer volledig spanningsvrij is, bijv. met behulp van een ge-
schikt meetinstrument.
De bewegingsmelder alsmede het besturingsapparaat zijn uitsluitend bedoeld voor
de inbouw in een verlaagd plafond (bijv. een plafondplaat)
Monteer het product zo dat het buiten bereik van kinderen is.
Aansluiten en monteren
Lees het hoofdstuk "Veiligheidsaanwijzingen" en het hoofdstuk "Voor-
bereidingen voor aansluiting en montage".
Schakel vervolgens het netsnoer op alle polen uit.
Verwijder de behuizingsdeksel van het besturingsapparaat, door de beide schroe-
ven eruit te draaien. Til de deksel voorzichtig van het bodemdeel af (aan de tegen-
overliggende zijde van de schroeven, wordt de behuizing via twee klemmen vastge-
klemd).
Sluit het netsnoer en de kabel aan op de verbruiker met de klemmen in het bestu-
ringsapparaat. Let op de tekst op de klemmen.
A
B
Afbeelding (A) toont de aansluiting zonder externe toets.
In afbeelding (B) wordt de indeling met één resp. meerdere externe toetsen ge-
toond. Via de toets(en) kan de aangesloten verbruiker handmatig worden geacti-
veerd. Indien meerdere toetsen worden aangesloten, moeten deze parallel worden
geschakeld (er mogen alleen toetsen worden gebruikt, geen schakelaars!).
De inschakelduur komt hierbij overeen met de ingestelde tijd op de "Master"-bewe-
gingsmelder.
Het besturingsapparaat biedt daardoor eenzelfde functie als een gebruikelijke
traplicht-automaat.
Belangrijk!
Indien één of meerdere toetsen worden aangesloten op het besturingsap-
paraat, mag de "PULSE"-modus (instelstand "PULSE" op de "Master"-bewe-
gingsmelder) niet worden gebruikt.
De "PULSE"-modus van de "Master"-bewegingsmelder dient bij aansluiting
van het besturingsapparaat op een traplicht-automaat als toets-simulatie.
Mochten er naast de bewegingsmelders extra toetsen worden gebruikt, moe-
ten deze als gewoonlijk op de traplicht-automaat worden aangesloten en niet
op het besturingsapparaat.
Sluit de behuizing van het besturingsapparaat weer en draai de aan het begin verwij-
derde 2 schroeven er weer in.
Maak het besturingsapparaat weer via de beide schroefgaten op de behuizing vast;
houd voldoende afstand ten opzichte van lampen, halogeentrafo's enz.
De in de leveringsomvang aanwezige "Master"-bewegingsmelder (2) wordt op één
van de beide bussen van de aansluitkabel op het besturingsapparaat (1) gestoken.
Indien er extra "Slave"-bewegingsmelders (4 resp. 6) worden aangesloten (niet in
de leveringsomvang, als accessoire te bestellen), dan moet telkens een extra aan-
sluitkabel (3 resp. 5, in de leveringsomvang van de "Slave"-bewegingsmelder), zoals
boven in de afbeelding wordt getoond, worden aangesloten.
In totaal kun nen 6 bewe ging smelders worden aang esloten op het besturingsa pparaat
(waarvan 1 "Master"- en 5 "Slave"-bewegingsmelders).
Dit is ideaal, wanneer meerdere bewegingsmelders, bijv. in een trappenhuis of in
een lange gang, moeten worden gemonteerd.
Voor de bewegingsmelder(s) is voor de montage telkens een toereikend grote pla-
fondopening noodzakelijk (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Het materiaal bijv. voor een verlaagd plafond, moet een dikte hebben tussen 5 en
25 mm.
Stap 1: Klap de beide metalen beugels, zoals
in de afbeelding wordt weergegeven, lood-
recht naar boven.
Stap 2: Steek de bewegingsmelder vervol-
gens in het voorbereide montagegat.
Stap 3: De metalen beugels draaien door de
geïntegreerde veren naar onderen en xeren
de bewegingsmelder.
Na de eerst keer gebruiken van de netspanning voor het besturingsapparaat, wordt
de aangesloten verbruiker gedurende ongeveer 30 seconden ingeschakeld. In deze
tijd stelt de PIR-sensor in de bewegingsmelder zich in op de aanwezige temperatu-
ren in het bewakingsgebied.
Aansluitend wordt de verbruiker uitgeschakeld en de bewegingsmelder is klaar voor
gebruik.
Als de PIR-sensor temperatuurveranderingen herkent in het bewakingsgebied,
wordt de op het besturingsapparaat aangesloten verbruiker geactiveerd.
Raadpleeg het volgende hoofdstuk voor de instelling van de inschakelduur, helder-
heidregeling en gevoeligheid.
Instellingen op de "Master"-bewegingsmelder
Op de "Master"-bewegingsmelder zijn na het openklappen (let op opschrift 'open'
)drie draairegelaars zichtbaar.
30S
1
3
5
10
20
30PULSE
Instelling van de inschakelduur voor aansluiting L
Met deze draairegelaar kan de tijd voor de inschakelduur voor de aansluiting L wor-
den ingesteld. Draaiïng naar links verkort de inschakelduur, draaiïng naar rechts ver-
hoogt deze. Er is een instelling van 1 seconde (stand "PULSE"), 30 seconden resp. 1, 3,
5, 10, 20 of 30 minuten mogelijk.
Indien tijdens de inschakeltijd door de PIR-sensor opnieuw een warmteveran-
dering in het registratiebereik wordt herkend, dan start de tijd voor de inscha-
keltijd opnieuw, de verbruiker blijft ingeschakeld.
L = Phase (fase)
N = Neutrale ader
L = schakeluitgang
S = aansluiting voor toets
0.5 - 2.5 mm²
9 - 10 mm