Instructions

8. Ingebruikname
Schakel na voltooiing van de montage (zie hoofdstuk 7) de voedingsspanning in.
De verlichting van de toetsen wordt geactiveerd. De controle-led bovenaan het codeslot knip-
pert gedurende ongeveer 5 seconden en brandt dan constant.
U kunt nu beginnen met het programmeren; zie hoofdstuk 9.
Voor het activeren van de programmeermodus is altijd de hoofdcode (of een gepro-
grammeerde hoofdtransponder) vereist. In de standaardinstellingen is de hoofdcode
; deze moet voor normaal gebruik van het codeslot in ieder geval
worden gewijzigd.
Belangrijk!
Als u de door u geprogrammeerde hoofdcode hebt vergeten, ga dan te werk zoals in
hoofdstuk 9. b) is beschreven.
Opgelet!
Hoofdcode en gebruikerscodes kunnen 2- tot 6-cijferig zijn. Alle codes moeten dezelf-
de lengte hebben.
Alle gegevens of programmeringen blijven ook bij een stroomstoring behouden.
Wij bevelen u aan om voor de programmering in volgende volgorde te werk te gaan:
Het codeslot naar de fabrieksinstellingen herstellen
Gebruikswijze van het codeslot kiezen
Lengte van de code en nieuwe hoofdcode programmeren
Als er een transponder moet worden toegepast: Een hoofdtransponder instellen
Gebruikerscodes en/of gebruikerstransponder programmeren
Activeringsduur voor het omschakelcontact programmeren
Belfunctie inschakelen, als deze wordt gewenst
10