Instructions
c) Gebruikswijze programmeren
Het codeslot beschikt over 3 verschillende gebruikswijzen, om het omschakelcontact van het
codeslot te activeren:
Gebruikswijze 1 = activeren via transponder
De transponder moet voor het sensorvlak (gedeelte boven het toetsenpaneel) worden gehouden.
Als er een geldige transponder wordt herkend, dan wordt het omschakelcontact geactiveerd.
Als de transponder wordt verloren, dan moet deze van het geheugen van het codeslot worden
gewist. Op dat moment kan iedereen die de transponder vindt zich toegang verschaffen.
Gebruikswijze 2 = activeren via gebruikerscode of transponder
Als op het codeslot een geldige gebruikerscode wordt ingevoerd of een geprogrammeerde
transponder voor het sensorvlak wordt gehouden, dan wordt het omschakelcontact geactiveerd.
Ieder die het invoeren van de code waarneemt kan zich toegang verschaffen.
In ieder van de 1000 geheugens kan een gebruikerscode of een transponder worden opge-
slagen.
Gebruikswijze 3 = activeren via een combinatie van gebruikerscode en transponder
Voor het activeren van de uitgang is zowel een gebruikerscode als een transponder vereist. De
transponder moet voor het sensorvlak worden gehouden. Na de succesvolle identicatie van
een geldige transponder moet een aanvullende gebruikerscode worden ingevoerd.
De veiligheid is hier veel hoger dan bij alleen de toepassing van een transponder of van een
gebruikerscode. Dan kan alleen iemand zich toegang verschaffen, die zowel de transponder
bezit en de gebruikerscode kent.
In ieder van de 1000 geheugens kan een gebruikerscode met de bijbehorende transponder
worden opgeslagen.
Kies de gebruikswijze, terwijl u als volgt te werk gaat:
• Activeer de programmeermodus, zie hoofdstuk 9. a).
• Voer de programmeercode
in. De controle-led knippert geel.
• Kies de gebruikswijze met de volgende codes:
Het activeren van het omschakelcontact via transponder
Het activeren van het omschakelcontact via gebruikerscode of transponder
Het activeren van het omschakelcontact via gebruikerscode en transponder
• Het codeslot geeft een lange toon af en de controle-led licht constant geel op; de wijze van
toegang is opgeslagen.
• Druk voor het verlaten van de programmeermodus kort op de toets
. De controle-led licht
constant rood op.
13