Manual

12
8. Ingebruikname
a) IR-afstandsbediening
Bij levering is de batterij van de IR-afstandsbediening reeds geplaatst. Trek gewoon de kleine transparante bescherm-
strip eruit (deze voorkomt voortijdige ontlading van de batterij), vervolgens is de IR-afstandsbediening klaar voor
gebruik.
De batterij dient vervangen te worden, wanneer het toegangssysteem niet meer op de IR-afstandsbediening reageert.
Trek in dit geval de batterijhouder aan de onderkant van de IR-afstandsbediening eruit en vervang de verbruikte batte-
rij (1x CR2025) door een nieuwe. De pluspool (+) van de batterij moet naar de onderkant van de IR-afstandsbediening
wijzen.
Plaats vervolgens de batterijhouder weer in de juiste richting terug in de IR-afstandsbediening.
Verwijder de lege batterij op milieuvriendelijke wijze (zie het hoofdstuk “Verwijdering”).
b) Toegangssysteem
Schakel de bedrijfsspanning in na montage en aansluiting. Het toegangssysteem geeft een kort akoestisch signaal
en de led licht rood op. Dit geeft aan dat het toegangssysteem in de standby-modus staat. U kunt nu beginnen met
programmeren, zie volgend hoofdstuk.
Als het toegangssysteem continu akoestische signalen afgeeft en de led snel knippert, heeft de helder-
heidssensor aan de achterkant de sabotagebeveiliging geactiveerd en is bediening niet mogelijk.
Koppel in dit geval het toegangssysteem los van de bedrijfsspanning. Zorg ervoor dat de helderheidssen-
sor na installatie na de montage in het donker ligt.
Als u het toegangssysteem voor de montage testwijze in gebruik wilt nemen, dek dan de helderheidssen-
sor aan de achterkant af, bijv. met een stuk ondoorzichtig plakband (eventueel het toegangssysteem kort
van de bedrijfsspanning loskoppelen om de sabotagebeveiliging te resetten).