Manual

26
m) Bezoekerstransponder aanleren
Het toegangssysteem kan maximaal 10 verschillende bezoekerstransponders opslaan. Hiervoor zijn de geheugen-
nummers 990 - 999 bestemd.
Voor elk van de bezoekerstransponders kan worden geprogrammeerd, na welk aantal toegangspogingen (instelbaar
zijn 1 - 10 pogingen) de transponder ongeldig wordt. U kunt bijvoorbeeld een bezoekerstransponder zo program-
meren dat deze slechts één keer toegang verleent. Vervolgens verliest de bezoekerstransponder zijn geldigheid.
Nadat het voor de bezoekerstransponder geprogrammeerde aantal toegangspogingen zijn gebruikt, wist
het toegangssysteem de transponder automatisch uit het geheugen. Het geheugennummer is vervolgens
vrij voor de programmering van een andere bezoekerstransponders.
Om de bezoekerstransponder voortijdig te wissen (bijvoorbeeld als niet het volledige aantal toegangspo-
gingen werd gebruikt), moet u hoofdstuk 8. e) in acht nemen.
Wij raden u aan een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig te registreren (naam van
de bezoeker, aantal toegangspogingen, geheugennummer, transpondernummer). Gebruik voor bezoe-
kerstransponders ook transponders met een andere kleur of vorm.
Ga als volgt te werk:
• Start de programmeermodus zoals beschreven in hoofdstuk 8. a), zodat de led rood knippert.
• Voer de programmeercode in voor het aanleren van bezoekerstransponders. Daarna brandt de led geel.
• Voer het aantal keren in dat de bezoekerstransponder mag worden gebruikt ( ..... , waarbij “0” staat voor 10
keer toepassingen).
Voorbeeld 1: = De bezoeker kan de transponder 2x gebruiken, dan wordt deze ongeldig
Voorbeeld 2: = De bezoeker kan de transponder 10x gebruiken, dan wordt deze ongeldig
• Bevestig het aantal met de toets .
• Voer het geheugennummer in (990 .... 999), waarop de gebruikerstransponder moet worden opgeslagen.
Voorbeeld: = transponder in geheugen 995 opslaan
• Bevestig het geheugennummer met de toets .
Als het geheugennummer reeds bezet is, laat het toegangssysteem 3 snelle geluidssignalen horen en
knippert de led rood. Het is zodoende niet mogelijk een geheugen te overschrijven. Wis eerst het betref-
fende geheugen (zie hoofdstuk 8. e), voordat daar een andere bezoekerstransponder kan worden opge-
slagen.
• Houd een transponder op korte afstand voor de RFID-sensor. Als een nieuwe transponder wordt herkend, dan geeft
het toegangssysteem een kort geluidssignaal af en wordt de transponder opgeslagen.
Als de transponder reeds is aangeleerd, laat het toegangssysteem 3 snelle geluidssignalen horen en knip-
pert de led rood. Het is daarom niet mogelijk om dezelfde transponder meerdere keren in te leren.
• Als er een andere bezoekerstransponder moet worden aangeleerd, start dan bij het invoeren van het aantal toe-
gangspogingen.
• Verlaat de aanleermodus met de toets . De led knippert weer rood, u kunt nu verdere programmeringen uitvoeren
of met de toets de programmeermodus verlaten.