Operation Manual
101
Ga als volgt te werk:
1. Na de selectie van functie H1 „HEAT OR COOL“ en bevestiging
met de toets „OK“ (2) knippert de aanduiding „HEAT“, resp.
„COOL“ in de rechterrand van het scherm.
2. Met de toetsen „–(5)“ en „+“ (6) kan nu tussen „HEAT“ en
„COOL“ worden gewisseld.
„HEAT“ = verwarmingsmodus
„COOL“ = koelmodus
3. Bevestig uw keuze met de toets „OK“ (2).
De universele thermostaat bevindt zich daarop opnieuw in
het vorige menu ter selectie van de functies.
Om het menu te verlaten en naar de normale weergave terug
te keren, drukt u evt. meermaals op de toets „MENU“ (3).
Let bij de eerste ingebruikname van de universele ther-
mostaat op dat de correcte bedrijfsmodus is ingesteld,
afhankelijk van het feit of u een verwarmings- of koelap-
paraat wilt aansturen.
In de basisinstelling is „HEAT“ (verwarmingsmodus)
vooringesteld.