Handleiding Maxsym 1. Inhoud 1. Inhoud 2. Plaats van de bedieningsorganen 3. Controle voor het rijden 4. Veiligheidstips tijdens het rijden 5. Rijden 6. Gebruik originele wisselstukken 7. Gebruik van elk component Dashboard Contactslot Bedieningsschakelaars Bagageruimte Passagiersvoetsteunen Benzinedop Start beveiliging schakelaar Warme lucht ventilatieklep Remmen Parkeerrem 8. Belangrijke punten en voorzorgsmaatregelen voor het starten 9.
2. Plaats van de bedieningsorganen Motor. Stop / Starter schakelaar Richtingsaanwijzers Opbergruimte Inhalen / Lichten / Richtingsaanwijzer / Zadel schakelaar Zadel slot. Koplamp Frame nummer Benzinedop Achterlicht/ Richtingsaanwijzers Zijstandaard Middenstandaard Remhendel voor Dop koel vloeistof Remhendel voor en achter Zekeringen.
3. Controle voor het rijden Deze handleiding beschrijft het juiste gebruik van deze scooter, inbegrepen de veiligheid tijdens het rijden, controlemethoden, enz.
. Het rijden Hou uw armen, handen en rug ontspannen en rij met een zo comfortabel mogelijke zithouding om snel te kunnen reageren als het nodig is. De houding van de bestuurder is een belangrijke veiligheidsfactor. Hou uw zwaartepunt steeds in het midden van het zadel. Als het zwaartepunt achteraan op het zadel is, wordt de belasting op het voorwiel verminderd, waardoor het stuur zal beginnen schudden. Het is gevaarlijk om een scooter te besturen waarvan het stuur onstabiel is.
7. Gebruik van elke component (de volgende tekst beschrijft het courante gebruik van de watergekoelde SYM 4-takt scooter die van model tot model kan variëren.) Dashboard OPGELET: Reinig plastic onderdelen (zoals dashboard, koplamp) niet met organische solventen zoals benzine,... etc. Om beschadiging aan deze componenten vermijden.
Motor olie Indicator EFi Indicator Parkeer rem Indicator Koffer Indicator Zijstandaard Indicator Verstraler Indicator Efi: toont de toestand van het EFi-systeem. Als er een probleem is met het EFi-systeem, zal het waarschuwingslampje knipperen of continu oplichten. Motor olie indicator: Toont wanneer er inspectie / vervanging van de olie uitgevoerd moet worden. Wanneer het voertuig ongeveer 5.
YEAR → MONTH → DATE → HOUR → MINUTE (FLASHING) (FLASHING) (FLASHING) (FLASHING) (FLASHING) Druk kort op de "MODE"-toets om het cijfer een eenheid te verhogen. Druk twee seconden of langer op de "TIME" knop om het instellen van de klok te voltooien. „Mode‟ knop a. Druk kort op de "MODE"-toets om te schakelen tussen ODO modus, TRIP modus en voltage (spannings) modus. TOTAL CLOCK TRIP CLOCK TRIP VOLTAGE b.
Werking contactslot CONTACTSLOT CONTACTSLEUTEL "Start" positie Voertuig kan gestart worden. Sleutel kan niet verwijderd worden. "Stop" positie Motor staat af en kan niet gestart worden. Sleutel kan verwijderd worden. "Stuurslot" positie Draai het stuur naar links en duw de sleutel naar beneden en dan zachtjes naar links om het stuurslot vast te zetten. Het stuur is geblokkeerd in deze positie De sleutel kan worden verwijderd. Om los te maken, draai van „LOCK‟ naar „OFF‟.
Gebruik van de bedieningsschakelaars Lichtschakelaar (grootlicht / standlicht) Inhaal schakelaar Gevaar schakelaar Contact schakelaar Richtingsaanwijzer schakelaar Licht schakelaar Claxon Zadelbediening schakelaar Elektrische start schakelaar Lichtschakelaar Als de schakelaar in deze stand staat en de motor is gestart, zullen koplamp, achterlicht, dashboardverlichting automatisch aan- en uitgeschakeld worden, afhankelijk van van de omgeving.
Alle richtingsaanwijzers gaan, om gevaarlijke situaties duidelijk te maken. Dodemansknop Schakel in deze stand om de motor stil te leggen in geval van nood. Schakel in deze stand en de motor kan gestart worden. Startschakelaar De schakelaar dient om de motor te starten. Het contactslot moet op de stand “ON” staan, duw op de startschakelaar terwijl u de achterremhendel of voorremhendel intrekt.
Zet het contact aan en druk op de knop. Het slot van het zadel zal meteen opengaan. De knop zal na het loslaten terug naar zijn oorspronkelijke positie gaan. Schakelaar van de claxon Zet het contact aan en druk op de knop. De claxon zal geluid maken. Knipperlichtschakelaar De knipperlichten worden gebruikt wanneer men links of rechts afdraait of van richting verandert. Zet het contact aan en beweeg de schakelaar naar links of rechts. Hierdoor zullen de knipperlichten branden.
POWER SUPPLY COMP: 1.Voltage: DC 12V 2.Controle voltage bereik:DC9V~16V USB: 3.Output voltage:DC5V±5% 4.Maximum output stroom:500mA(Max) 5.
Bagageruimte Deze ruimte bevindt zich onder het zadel. De maximum lading bedraagt 10 kilogram. Bewaar geen waardevolle voorwerpen in de bagageruimte. Controleer steeds of het zadel goed in het slot zit nadat het naar beneden geduwd is. Neem waardevolle voorwerpen uit de bagageruimte tijdens het reinigen om te voorkomen dat deze nat zouden worden. Bewaar geen warmtegevoelige voorwerpen in de bagageruimte. De ruimte kan warm worden door motorwarmte en hoge temperatuur.
1. 2. 3. Steek de sleutel in het slot van de benzinedop en draai de sleutel naar links. De dop kan nu verwijderd worden. Vul de tank niet meer dan de bovenste rand tijdens het tanken. Plaats de dop in de opening en draai de sleutel naar rechts om de dop vast te zetten. OPGELET: Het voertuig moet op de middensteun staan, de motor moet afstaan en vuur is strikt verboden in de buurt van het voertuig tijdens het tanken. Vul het reservoir niet meer bij dan het maximum niveau.
OFF ON Warm lucht uitlaat Remmen Trek aan de rechterhendel om de voorrem te activeren. Trek aan de linkerhendel om de voor en achterrem simultaan te activeren (CBS model). Trek aan de linkerhendel om de achterrem te activeren (ABS model). Vermijd onnodig plots remmen. Gebruik voor- en achterrem gelijktijdig tijdens het remmen. Vermijd contant remmen voor een langere periode, dit kan de remmen oververhitten en voor een sterk verminderde remwerking zorgen.
Het is noodzakelijk om de motorrem samen met de remmen te gebruiken wanneer men van een lange en steile helling rijdt! PARKEER REM a. De parkeer rem bevindt zich boven de rechter voetplank. b. Trek deze rem op bij het parkeren, ” ” zal oplichten op het dashboard. c. Trek de rem op tot het eindpunt om hem te deactiveren. Het symbool op het dashboard zal uitdoven. Parkeer rem OPGELET: Gelieve voor het starten van de motor steeds de hoeveelheid motorolie en benzine te controleren.
- Mocht de motor nog niet aanslaan na 15 seconden op de startknop geduwd te hebben, wacht dan 10 seconden alvorens opnieuw te proberen. - Het is moeilijk een motor te starten die lange tijd stationair gedraaid heeft of wanneer de benzinetank leeg is geweest. In dit geval is het aangeraden de startknop meerdere malen ingedrukt te houden en de gashendel in een gesloten positie te houden. - Het kan enkele minuten duren voor de motor warm is na een koude start.
10.
Motorolie: gebruik een olie met een graad van minstens API SJ, SAE 10W-40. Zoniet is schade niet gedekt door de garantie. Oliehoeveelheid: 2.0 liter ( 1.8 liter bij oliewissel) Oliefilterwissel: 1.9 liter [Oliefilter reinigen] Open de oliefilter door de stop uit het carter te draaien. Reinig de filter volledig met behulp van benzine of een luchtdrukpistool.
Zet het voertuig op zijn middenstand op een vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de motor warm gedraaid is. Verwijder de transmissieolie bijvuldop een 3 tot 5 tal minuten na het stilleggen van de motor los. Hou een maatbeker onder de transmissieolie aflaatdop, zet deze los en vang de stromende olie op. Controleer of de oliehoeveelheid voldoende is (bij demontage 350 cc, bij oliewissel 330 cc). Vervanging: Leg de motor stil en zet het voertuig op zijn middenstand.
OPGELET: Controleer de remwerking van uw voertuig op een droge weg en rem voorzichtig om te zien of het remsysteem in optimale conditie is en een veilig gebruik kan waarborgen. Controleer de rem langs achter de remklauw. De remblokjes moeten vervangen worden wanneer de remblokjes de slijtagelimiet bereikt hebben. Plaat het voertuig op een vlakke ondergrond en controleer of er remvloeistof boven de onderste limiet aanwezig is. Indien nodig, vul de remvloeistof bij (type: DOT 3).
1. 2. 3. 4. 5. 6. Bijvullen van de remvloeistof verwijder de schroefjes van het deksel van de hoofdremcilinder. Veeg voorzichtig al het vuil van de hoofdremcilinder en zorg er voor dat er zeker geen vuil in het reservoir valt. Verwijder het rubberen tussenschot Vul de remvloeistof bij. plaats het rubberen tussenschot terug en bevestig het deksel van de hoofdremcilinder met behulp van de schroefjes.
contramoer regelmoer Controleer volgende onderdelen: - controleer of de gaskabel goed kan bewegen tussen een volledig gesloten en volledig open positie van de gashendel. - draai het stuur naar beide uiteinden om de controleren of dit de beweging van de gaskabel beïnvloed. - Controleer of er geen andere kabels de gaskabel belemmeren zodat die zijn normale werking kan doen.
- Om te vermijden dat de spanning daalt na een lange periode van stilstand, verwijder de goed opgeladen batterij en zet ze op een droge, goed geventileerde plaats. Verwijder de negatieve kabel als de batterij in het voertuig blijft zitten. - als de batterij vervangen moet worden, doe dit dan steeds door hetzelfde type batterij. (onderhoudsvrij) Inspectie van de banden De banden moeten nagekeken en aangepast worden wanneer de motor af staat.
Steen of nagels Barsten en scheuren Controleer visueel de voor- en zijkanten van de banden op barsten en scheuren. Controleer visueel de voor- en zijkanten van de banden op nagels of kleine steentjes die zich in het rubber hebben genesteld. Controleer of de diepte van de groeven nog voldoende is aan de hand van de “slijtage-indicator” o Slijtage-indicator Wanneer de band versleten is tot op de slijtageindicator, moet hij meteen vervangen worden.
OPGELET: - Draai de regeling tegen de klok in om de veer harder te maken en draai ze met de klok mee om ze zachter te maken. - regel steeds beide veringen tegelijkertijd om er voor te zorgen dat de rijstabiliteit niet in het gedrang komt. Controle en vervangen van de zekeringen Zet het contact af en controleer of de zekeringen nog intact zijn. Vervang een zekering door een gelijkaardige nieuwe zekering indien deze doorgebrand is.
Controle van de voor- en achterlichten Start de motoren zet de verlichting op. Controleer of het voorlicht en het achterlicht branden. Controleer de sterkte en de richting van het licht door tegen een muur te schijnen. Controleer of het licht vooraan vuil of gebarsten is of los staat. Controle van het stoplicht Zet het contact aan en bedien de voor of achterrem. Controleer of het stoplicht brand. Controleer of de licht achteraan vuil of gebarsten is of los staat.
OPGELET: - de motor is zeer warm nadat deze gedraaid heeft. ▒Gebruik enkel een bougie met de juiste specificaties. Het monteren van een verkeerde bougie kan ernstige schade toebrengen aan de motor. Inspectie van de koelvloeistof Controleren van het niveau van de koelvloeistof 1. Zet het voertuig op zijn middenstand op een vlakke ondergrond. 2. Kijk of het niveau van de koelvloeistof correct is via het peilglaasje 3. Als het niveau tot de onderste limiet is gezakt, vul dan koelvloeistof bij.
OPGELET: - gebruik gedestilleerd water om de koelvloeistof te mengen. - onthoud dat het gebruik van verkeerde koelvloeistof de levensduur van de radiator sterk kan inkorten. - de koelvloeistof moet elk jaar vervangen worden. OPGELET: Kijk in de tabel met de percentages antivries die gebruikt moeten worden wanneer het voertuig in regio‟s gebruikt wordt waar de temperatuur vaak onder 0° komt. Referentietabel van de percentages antivries die gebruikt moeten worden onder verschillende temperaturen: 1.
Controle van de luchtfilter demontageprocedure: 1. verwijder de bevestigingsschroefjes van het luchtfilterdeksel 2. verwijder het luchtfilterdeksel en neem het luchtfilter eruit. 3. kuis het filter uit. (zie onderhoudsschema) montageprocedure: 1. monteer het luchtfilter in omgekeerde volgorde van de demontage. Luchtiflter kast vijzen LUCHTFILTER - - OPGELET: vuilophoping in het luchtfilter is een van de grootste redenen van vermogenverlies en toename van het benzineverbruik.
11. Storingen zoeken in geval van panne en diagnose in geval van niet starten Diagnose wanneer de motor niet start Is de sleutel verdraaid naar de “ON”positie? Is er genoeg brandstof in de tank? Is de voor- of achterrem bediend wanneer de startknop wordt gebruikt? 1/8 1/4 Heeft u aan de gashendel gedraaid tijdens het starten? Zet het contact op en druk op de claxonschakelaar. Als u de claxon niet hoort kan er een zekering doorgebrand zijn.
13. Transmissieolie Aanbevolen transmissieolie: SYM Hypoid transmissieolie (SAE 85W-140) 14. Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden 1. Ga op het zadel zitten als het voertuig op zijn middenstand staat. Duw het voertuig naar voor om de middenstand op te trekken. OPGELET: Geef voor het wegrijden geen gas door aan de gashendel te draaien zodat het toerental toeneemt. 2. Stap langs links het voertuig op en ga stevig op het zadel zitten.
15. Onderhoudsschema Onderhoud kilometer Elke 1,000km Elke Elke 5,000km Elke 10,000km 15,000km 3 6 Maanden 1 Jaar Maanden C R Tweede vervanging 20,000km. Verdere vervanging elke 20,000km. Reinigen elke 10,000km 2e vervanging op 5,000km. Daarna elke 5,000km.
SYM dealer te contacteren. ☆ Laat uw scooter periodiek nakijken en onderhouden door uw officiële SYM dealer om het voertuig in de optimale toestand te houden. ☆ Controleer en onderhoud uw scooter vaker indien u het in uitzonderlijke toestanden gebruikt, zoals gebruik aan continue hoge snelheid, lange afstanden, gebruik in stoffige omgeving, enz... 16.
Model Item Specificatie Lengte / breedte / Hoogte Maxsym 400 LX40A2-6 2,270 mm(89 in) / 805 mm(32 in) / 1,400 mm(55 in) Net gewicht 224 kg(494 lb) maximum belasting 374 Kg(825 lb) Type Brandstof Koeling Cilinderinhoud Compressie verhouding Max. PK Max.